Op 22, 23 en 24 september vindt in Antwerpen OFFF By Night plaats, een van de grootste Europese festivals over design en creativiteit. Meer dan 35 sprekers van over de hele wereld komen om te spreken over kunst, ontwerp en creativiteit. In deze korte serie interviews spreken we telkens een prominente ontwerper over zijn werk en visie, en vragen we ze om wat tips voor de jonge generatie ontwerpers van nu.
Vandaag spreken we Ugo Gattoni, een jonge Franse kunstenaar die vooral met de hand gravures, etsen en tekeningen maakt die veel weg hebben van het dromerige werk van Escher en Dalí.
Videos by VICE
The Creators Project: Wat zijn de belangrijkste thema’s in je werk?
Ugo Gattoni: Ik heb niet echt een vast thema. Ik probeer mijn werk zo verschillend en gevarieerd mogelijk te maken. Maar er zijn natuurlijk wel een paar onderwerpen die vaak terugkomen in mijn kunst. Dingen waarin ik geïnteresseerd ben, zoals anatomie, mythologie, architectuur en stenen.
Stenen?
Ja. Ik hou ervan om alledaagse dingen – stenen, bloemen, delen van het lichaam, of bijvoorbeeld dieren – op te blazen tot gigantische proporties. Stenen worden dan een soort bergen. Ik ben gek op de bergen.
Er zitten veel elementen van een droomwereld in mijn werk. Ik vind het mooi om door middel van mijn kunst een beetje te fucken met het hoofd van de toeschouwer – net zoals dromen ook met je hoofd kunnen fucken. Veel van mijn werken zijn dan ook geïnspireerd door mijn dromen. Ik schrijf ze ‘s ochtends meteen op als ik wakker word en als ik aan het werk ga, blijven ze bij me.
Ik probeer met mijn tekeningen echt een verhaal te vertellen, een boekje open te doen over een droomwereld die zich in mijn hoofd afspeelt. Soms schrijf ik hele verhalen over zo’n wereld, om te verkennen wat er zich allemaal in afspeelt, voordat ik begin met tekenen. Voor de serie voor Hermès had ik bijvoorbeeld een verhaal van wel tien kantjes over een paardenvolk dat een gigantische paardentempel bevolkt. In mijn hoofd moet zoiets echt leven voordat ik het op papier zet.
Wat is je visie op de toekomst van design?
Design moet mensen aan het dromen zetten, vind ik. Ze meenemen op een tocht voorbij hun dagelijks leven. Daarom houd ik zo van tekenen op grote schaal, met enorm veel details die de toeschouwer mijn wereld in kan trekken. Ik hoop dat die toeschouwers volledig te kunnen omgeven door de tekening, dat ze zich er helemaal in kunnen onderdompelen en vrij door dit door mij geschapen universum kunnen dwalen. Dat is mijn visie, om mensen aan het dromen te krijgen door ze als het ware het gereedschap in handen te geven.
De toekomst van design ligt voor mij op het kruispunt van nieuwe technologie met het ouderwetse handwerk. Uiteindelijk kan niets dat handwerk echt vervangen, vind ik. Het trage, geduldige, nauwkeurige ervan, samen met het feit dat je weet dat er maar één exemplaar van is, dat voegt iets magisch toe aan het werk. En daar is geen shortcut voor te vinden.
Heb je tips voor jonge kunstenaars en ontwerpers?
Je moet eerst je eigen dromen vinden voor je anderen kunt laten dromen. Hoe je dat moet doen, is denk ik voor iedereen anders. Maar voor mij was het een heel langzaam en niet per se heel doelgericht proces: ik ging naar de kunstacademie, waar ik een heleboel verschillende dingen uitprobeerde. Uiteindelijk vind je vanzelf iets waar je goed in bent, of wat je interesse grijpt, en dan raak je langzaamaan steeds iets meer gespecialiseerd. Je hoeft niet bang te zijn als je niet vanaf het begin precies je pad weet uit te stippelen – je stuit vaak vanzelf op iets wat je ligt.
Wat het echte creatieproces betreft: ik probeer mezelf altijd af te sluiten van de rest van de wereld als ik iets wil maken. Geen internet, geen telefoon, geen televisie – ik wil echt helemaal alleen het verhaal in kruipen, alleen met het verhaal zijn. Alleen dan krijg ik voor elkaar wat ik wil bereiken: het overbrengen van mijn droomwereld aan iemand anders.