De een is onderwijsassistent in Brussel, de ander heeft een erfelijke zenuwziekte waardoor hij in een rolstoel terechtkwam. Maarten Inghels – de stadsdichter van Antwerpen – heeft afgelopen zaterdag zijn nieuwe gedicht Honger op de lichamen van tien landgenoten en dat van zichzelf vereeuwigd. Allemaal kozen ze een andere dichtregel, die van toepassing was op hun leven. En zo zijn elf Belgen uit totaal verschillende uithoeken en van uiteenlopende leeftijden nu voor het leven verbonden door een tatoeage van dit gedicht:
HONGER
we moeten praten over lichamen, mijn lichaam
bij jouw lichaam is adem honger
de honger van een halve tweeling
honger raakt mij aan, raakt mij aan
het geheim van honger is herinnering
het tegenovergestelde van vergeten
dolende lichamen hol van honger
wandelaar, inbreker, vreemdeling
dansen in het licht van nooduitgangen
jouw lichaam spatie mijn lichaam
Videos by VICE
Ik vroeg vijf telgen van het wandelende gedicht, waaronder Maarten zelf, hoe het is om een wandelend kunstwerk te zijn, wat we moeten doen om de strofen te lezen en wat er na hun dood eigenlijk met hun huid gebeurt.
Maarten Inghels (29), stadsdichter
Heeft de titel: Honger
Aan welke criteria moesten de kandidaten voldoen?
Alle kandidaten moesten minstens achttien jaar zijn, en niet uit Antwerpen komen. Er waren kandidaten van Brugge tot zelfs Nederland. Uiteindelijk heb ik tien mensen geselecteerd, waarvoor de dichtregel toepasselijk was op hun persoonlijke leven. Ik heb er tien goede verhalen uitgepikt.
Toen ik jouw idee hoorde, dacht ik meteen: wie is er zo gek om dit te doen? Zo’n zeshonderd mensen blijkbaar.
De kunst is dat elke regel op zichzelf betekenisvol is. Ik wilde niemand opzadelen met een voegwoord. Voor veel mensen sprak ook de verbondenheid tot de verbeelding. We hebben elkaar nog nooit gezien, maar misschien komen we later nog weleens samen.
Ben je van plan om in contact te blijven met de andere tien kandidaten?
Het kunstwerk moet nu op eigen benen staan. Ik heb al veel in gang gezet en de rest laat ik aan de tien deelnemers over. Het is de eerste tik tegen de bal, en het is interessant om te zien wat er gaat gebeuren.
Wat als liefhebbers het gedicht willen lezen? Moet dan niet iedereen weer bij elkaar komen?
Het gedicht zelf staat op mijn website, en in mijn boek Contact komen ook alle foto’s te staan. Dat verschijnt in januari. De meeste deelnemers hebben de dichtregel op hun arm laten tatoeëren, dus voor hen zal het al snel een gespreksonderwerp in de kroeg of aan de kersttafel zijn.
Wat als iemand spijt krijgt? Mag diegene dan zijn regel overgeven aan iemand anders?
Of als er iemand doodvalt, is dat eigenlijk al geregeld? [hij kijkt naar zijn team]. Maar nee, ik ga geen nieuwe mensen zoeken, dan brokkelt het gedicht maar af. Het mag met de jaren verdwijnen.
Was een gewone muur te saai voor je nieuwe gedicht?
Ik vind een muur claimen niet zo inspirerend. Wel als deze mensen het gedicht letterlijk belichamen. Kunst en leven vallen samen, dat vind ik een fijn idee.
Je hebt ook weleens een gedicht de ruimte ingeschoten.
Ja, dat was naar aanleiding van de Werelddag van de Geestelijke Gezondheid. Het gedicht heet De schaduw van het denken, en gaat over mijn eigen angsten. Die heb ik met een satellietradio naar de maan gestuurd. Het signaal van mijn ingesproken gedicht botste tegen het maanoppervlak en kaatste terug. Door het oneffen maanoppervlak en de tijd en de ruimte waar het doorheen moest gaan, klonk dat signaal helemaal vervormd.
Wannes (40), werkzoekende
Heeft de dichtregel: het geheim van honger is herinnering
Waarom koos je precies voor deze regel?
Omdat ik veel eet en een hongerig persoon ben. Dat heeft een reden: zeven jaar geleden kreeg ik de erfelijke zenuwziekte die mijn vader ook had, en ben ik in een rolstoel terechtgekomen. Sinds mijn zesde wist ik dat ik vijftig procent kans had om de ziekte te erven, het was dus kop of munt. De herinneringen aan de tijd dat ik nog kon lopen, en toen mijn vader nog leefde, zijn een excuus voor mij om veel te eten.
Jullie staan een mensenleven lang in verbinding met elkaar. Ben je benieuwd naar de anderen?
Ja, toch een beetje. Ik ben best benieuwd wie de andere wacko’s zijn.
Wacko’s?
Ja, nee, omdat het op zich wel een raar idee is om een tattoo te laten zetten met een dichtregel.
Kan ik nog andere wacke tatoeages bij jou vinden?
Ja, eentje in m’n nek. Het is een streepjescode met mijn geboortedatum. Die heb ik al zo’n zes jaar. Het is ook een verwijzing naar de Holocaust en de Joden die cijfers toegewezen kregen.
Beschouw je jezelf nu als een levend kunstwerk?
Nee, dat zou wel heel pretentieus zijn.
Wat zal er met je huid gebeuren als je er niet meer bent?
Je zou het kunnen aanpakken als Regine Beer, de Belgische Auschwitz-overlevende. Zij bepaalde testamentair dat de tatoeage die ze in het kamp kreeg na haar dood werd uitgesneden, gebalsemd werd en nadien een plaats moest krijgen in het Dossinmuseum.
Maar zelf heb ik geen ambities in die richting. Waarschijnlijk eindigt het gewoon in as, net als de rest van mijn lichaam.
Elizabeth (26), student fotografie en geschiedenis
Heeft de dichtregel: het tegenovergestelde van vergeten
Is dit een tatoeage om dingen niet meer te vergeten?
Ik had de oproep op Instagram gezien. Mijn dichtregel werd toen als promo gebruikt, en ik voelde me onmiddellijk aangetrokken. Het verwoordt op een hele simpele manier wat ik op professioneel vlak doe. Zowel historisch onderzoek als fotograferen staat haaks op dingen vergeten. Die regel vat dus op een hele simpele en gevatte – maar geen domme – manier samen wat ik in de wereld probeer te begrijpen.
Ga je nog contact met hen houden?
Het zou een poëtisch cliché zijn als we elkaar vandaag treffen en daarna onze wegen zouden scheiden.
Waarom frontaal op je binnenarm? Ik kan me voorstellen dat je de volgende keer in het café veel vragen zult krijgen.
Ik ben altijd een brave student geweest. Ik heb nooit durven spieken door dingen op mijn arm te schrijven. Toen ik deze regel las, vond ik dit het perfecte spiekbriefje voor mijn leven. Ik vind het belangrijk dat tatoeages zichtbaar zijn, het is leuk om ernaar te kijken.
Mogen liefhebbers van poëzie komen aanbellen om je lichaamsdeel te bewonderen?
Ja, dat zou ik kei cool vinden. Maar vooral als een persoon het hele gedicht wil lezen om te zien hoe het op ons lichaam staat. Ik moet wel oppassen dat ik binnenkort niet elke dag een berichtje krijg.
Als je sterft, wat gebeurt er dan met je stuk huid? Als Maarten Inghels een wereldberoemde dichter wordt, dan is je huid misschien een stuk gewilder.
Oh jee, ik geef hier een hele uitleg over vergeten en herinneren, maar daar had ik eigenlijk nog niet bij stilgestaan. Interessante vraag. Eerlijk gezegd wil ik verbrand en uitgestrooid worden. Maar ik wil ook wel gewild zijn, dus ze mogen best op mijn stukje huid jagen.
Salima (40), salesmedewerker
Heeft de dichtregel: dolende lichamen hol van honger
Naar wat verlang jij?
Omdat ik maar één regel kon kiezen, heb ik voor eentje gekozen die op zich al een statement is. We zijn allemaal constant op zoek naar iets, we hebben constant een honger naar iets. Maar naar wat? We weten het niet. We zijn zodanig met domme en oppervlakkige dingen bezig, dat we een honger krijgen die de maatschappij voedt. Maar eigenlijk hebben we die niet nodig. Iedereen loopt mee in die kudde, en ik geef toe dat ikzelf ook gretig meedoe aan die bullshit. Het is een herinnering dat ik erop moet letten en meer mijn eigen gang moet gaan.
Had je al een gedicht van Maartens hand gelezen?
Nee, ik moet bekennen van niet.
En nu ben je eigenlijk een wandelend kunstwerk.
Om het zo te zeggen vind ik een beetje hautain. Tatoeages zijn kunst, daar ben ik absoluut van overtuigd en als je je huid uitleent ben je op zich een canvas, maar ook een medium dat de artiest gebruikt. Het is kunst, maar ik ben zelf zeker niet het kunstwerk.
Had je er al over nagedacht wat er met deze dichtregel gebeurt als je er zelf niet meer bent?
Maarten heeft het niet opgeëist, dat is in ieder geval zeker. Ik ben geen orgaandonor, dus dat zal hetzelfde zijn met mijn huid. Het blijft van mij.
Dennis (33), onderwijsassistent
Heeft de dichtregel: Jouw lichaam, spatie, mijn lichaam
Waarom koos je voor deze regel?
Als mensen proberen we altijd dichter bij elkaar te komen, maar onze lichamen blijven verschillend. Hoe hard we ook proberen, we kunnen nooit de ander helemaal snappen, we kunnen nooit dichtbij geraken.
Waarom koos je voor die plek op je arm?
Rechtsonder is de arm waarmee ik mensen omhels. Ik probeer de ruimte te verkleinen, maar er blijft altijd een ruimte tussen mij en de ander.
En kan je die nooit overbruggen?
Ik denk het niet. Iedereen blijft in zijn eigen bubbel zitten. We doen heel erg ons best om naar de ander toe te stappen, maar tevergeefs.
Ben je nu een van de wandelende kunstwerken van Maarten Inghels?
Oh nee. Wel? Nee toch? Ik zie mezelf wel als een deel van het geheel, en ik kijk best uit naar wanneer dat geheel afbrokkelt. Dus wanneer er iemand sterft.
Daar kijk je naar uit?
Het heeft iets poëtisch, een gedicht dat uit elkaar valt. Een heel mooie gedachte. De Vlaamse kunstenaar Wim Delvoye doet haast hetzelfde bij varkens en houdt dan de huid bij. Mijn huid zal verdwijnen.
Wil je de huid aan niemand schenken?
Het zal verdwijnen, opgegeten worden door wormen. Ik hoop dat het vergaat. Toen ik 18 jaar werd heb ik mij laten registreren als orgaandonor, behalve mijn huid, die wou ik niet aan iemand anders schenken.
En denk je er nu anders over?
Nee, ik denk het niet. Jouw lichaam, spatie, mijn lichaam.
Lieve (62), danser
Heeft de dichtregel: dansen in het licht van nooduitgangen
Waarom doe je hieraan mee?
Het idee om voor altijd verbonden te zijn met tien andere mensen via een dichtregel vond ik interessant. Dichtkunst is voor mij net als dansen, het gaat naar de essentie. Het raakt wat echt belangrijk is. En terwijl dichten vaak geassocieerd wordt met denkwerk, is dit juist lijfelijk en tastbaar. Iedereen interpreteert iets als honger op zijn eigen manier: zelf heb ik het verlangen om dingen te blijven ontdekken. Een honger naar een verbondenheid met mensen.
Ben je nu het wandelende kunstwerk van Maarten?
Nee, zo voel ik me niet. Mijn omgeving vroeg zich af waarom ik hier in vredesnaam aan begon. Sommigen vinden het egocentrisch en arrogant van de dichter om te denken dat zijn gedicht zo belangrijk is dat het op mensen getatoeëerd kan worden. Maar die kritiek kwam helemaal niet bij me op.
Op een manier is het wel zo. Hij gebruikt mensen als medium, jullie zijn zijn objecten.
Ik voel me geen object. Wel een rijker individu, doordat hij die verbinding tussen ons heeft gecreëerd.
Mag iedereen zomaar je lichaam komen bewonderen?
Daar heb ik nog niet bij stilgestaan, maar ik vind het een mooie gedachte. Nu wordt de getatoeëerde tekst via foto’s vastgelegd, maar ik kan me voorstellen dat het leuk is om het hele gedicht in het echt op een rijtje te kunnen zien en te lezen.