Tech

De €12 miljard die de wereld aan natuurbehoud uitgaf heeft echt gewerkt

Met nieuw onderzoek dat woensdag in Nature werd gepubliceerd is het eerste harde bewijs geleverd: het geld dat in natuurbehoud wordt gepompt om natuurreservaten en -parken op te zetten helpt gewoon echt.

Tussen 1992 en 2003 is er € 12,1 miljard (of $ 14,4 miljard) besteed in de in totaal 109 bestudeerde landen. Daar zitten ook China en Brazilië bij. (De onderzoekers rekenden overigens in ‘internationale dollars’, een schaal waarbij niet alleen de munteenheid van een land werd omgerekend naar de dollar, maar waarbij ook werd gekeken naar de relatieve koopkracht per land.) Die miljardeninvesteringen leidden ertoe dat per land de afname van biodiversiteit gemiddeld met 29 procent slonk, tussen 1996 en 2008.

Videos by VICE

Het duurt altijd even voor investeringen in natuurbehoud resultaten opleveren, vertelde Anthony Waldron, de eerste auteur van de publicatie en een milieuwetenschapper die aan Oxford verbonden is.

“Ons onderzoek beantwoordt de grote vraag over de effectiviteit van investeren in natuurbehoud”, zegt Waldron. Het meeste geld ging naar het in stand houden van reservaten en beschermde gebieden. “We hebben enkel gekeken naar uitgaven die direct naar instandhouding gingen, zoals de financiering van parkwachters, bescherming van het leefgebied, enzovoorts.”

Een kapucijnaap in Peru. Beeld: Joel Rosenthal/Wikimedia Commons

Deze analyse is gebaseerd op een gigantische set data over globale financiering van natuurbehoud en de afname van biodiversiteit. Met deze data is een model gemaakt waarmee werd geschat hoe effectief verdere investeringen zouden zijn. Die schattingen nemen de specifieke socio-economische context van elk land mee, zoals groei van de bevolking en economie, de uitbreiding van landbouw en veeteelt, vertelde Waldron.

Volgens dit model zou nog eens vijf miljoen dollar investeren in behoud het verlies van planten, dieren en andere soorten met vijftig procent kunnen vertragen in Peru en met negentig procent in Rwanda. In sommige arme landen bedraagt het hele conservatiebudget niet meer dan 10 miljoen dollar, dus op zulke plekken maakt een paar miljoen extra een enorme impact, zegt Waldron.

Dit model kan ook worden gebruikt om te schatten hoeveel het kost om een bepaald natuurbehoud-doel te halen. Tussen 2001 en 2012 zouden bijvoorbeeld de socio-economische veranderingen in een land als Peru ervoor gezorgd hebben dat er nog eens een miljoen dollar nodig zou zijn om vijftig procent minder verlies aan biodiversiteit teweeg te brengen.

“De belangrijkste boodschap is dat behoud werkt, maar dat we meer moeten investeren om internationale beleidsdoelen te halen,” schrijft co-auteur Joseph Tobias van het Imperial College in Londen in een persbericht.

“Daarnaast tonen de resultaten hoeveel hoe het subsidiëren van behoud op den duur moet veranderen,” aldus Tobias.

“Biodiversiteit” is de generieke term voor planten, dieren, insecten, vissen en andere soorten die het gecompliceerde web vormen dat het de mensheid mogelijk maakt te bestaan. Deze soorten hebben allerlei functies en taken binnen dat web, zoals het produceren van zuurstof, het schoonmaken van water, het bestuiven van planten, en meer.

De goederen en diensten die de natuur levert is naar schatting 125 tot 145 biljoen dollar per jaar waard. Georgina Mace, hoofd van het Centre for Biodiversity and Environment Research van het University College Londen, vroeg zich in een recentelijk verschenen BBC-artikel af hoe je überhaupt een prijskaartje hangt aan “de culturele, spirituele en welzijnsvoordelen van groene ruimten en wilde plekken.”

In extreme gevallen kan het verlies van een enkele soort al leiden tot de totale ineenstorting van een ecosysteem,” schreef Mace.

In 2010 beloofden de 193 landen die deel uitmaken van het Biodiversiteitsverdrag van de Verenigde Naties om 17 procent van al het land en 10 procent van alle oceanen in 2020 onder bescherming te hebben gesteld. Slechts een handvol landen gaat dat doel ook daadwerkelijk halen, volgens dit rapport uit 2016.

In een bijlage bij het artikel in Nature staat dat het tegengaan van het wereldwijde verlies aan biodiversiteit ‘opmerkelijk goedkoop’ zou zijn, en dat het neer zou komen op minder dan 0,01 procent van de wereldwijde koopkracht.