De verhalen zijn net zo gevarieerd als zijn carrière: van heel positief tot uiterst droevig, van frustraties tot het 8-2 verlies bij Manchester United. Alles komt aan bod in deze reflectie op twee decennia aan Le Professeur.
JOEL GOLBY – VICE UK STAFF WRITER
Arsène Wenger is jouw vader, mijn vader, eigenlijk iedereens vader. Arsène Wenger is gewoon simpelweg het stereotype vader. Je kunt je makkelijk inbeelden hoe hij een grote krant leest in zijn favoriete leren stoel met zijn lange benen over elkaar gevouwen. Of hoe hij je zwijgend ophaalt van school in zijn naar sigaretten stinkende Volvo, omdat jij moest nablijven. Arsène Wenger gaat met de familie graag naar een populair koffiezaakje en bestelt dan ‘alleen een kraanwatertje, alstublieft’. Hij is de vader die een enorm goede band heeft met de hond. Hij vraagt niet veel, behalve dat je een half uur per week stil bent als hij rustig zijn favoriete televisieprogramma wil kijken.
Videos by VICE
Arsène Wenger is een vader.
Een scherpere en betere schrijver zou dit nu soepeltjes ombuigen naar ‘… en hij is ook de vader van het moderne voetbal,’ of iets dergelijks. Maar dat doe ik niet, want dat is hij niet. Oke, Arsène Wenger heeft op de voorgrond gestaan van het moderne voetbal. Hij was zeker aanwezig, op zoek naar zijn plekje. Hij stond vierde, dichtbij de top van het moderne voetbal.
Verhalen over Arsène Wenger komen altijd terug op dezelfde dingen: het benadrukken hoe anders hij is, hoe bijzonder zijn afkomst is, hoe hij naar Engeland kwam met zijn broccoli, zijn liefde voor de academische wereld en hoe ongelofelijk Frans hij eigenlijk is. Als het daar niet over gaat, dan gaat het wel over zijn gesprek met Tony Adams, hoe hij hem voorzichtig vertelde dat bier misschien geen ideaal drankje is voor de wedstrijd en dat water misschien een beter idee was.
Ook gaat het nog wel eens over hoe hij een hoogtepunt in de sport bereikte – een heel seizoen was hij ongeslagen – waarna hij een nieuw spelletje moest verzinnen om scherp te blijven. Dus keerde hij het schip om en ontwikkelde het idee van de anti-overwinning, door team na team samen te stellen met geweldig voetballende verliezers om uiteindelijk een League Cup-finale te verliezen door een goal van Obafemi Martins.
Arsène Wenger is de man die Thierry Henry contracteerde en ongeslagen de competitie won. Arsène Wenger is ook de man die Marouane Chamakh contracteerde en vierde werd.
Hij is, ondanks alles, een manager van wereldklasse. Hij doet al twintig jaar mee op het hoogste niveau. Dat alleen al is uniek. Zeker als je ziet tegen welke managers hij speelde in zijn eerste Britse seizoen: Brian Little, Ruud Gullit, Ron Atkinson, Jim Smith, Joe Royle, George Graham, Bryan Robson, Gerry Francis en natuurlijk Alex Ferguson. Veel van deze managers zijn al volledig uit de trainerswereld gestapt en de rest staat op de rand van ontslag ergens in de krochten van het Engelse voetbal.
Heel veel trainers als Wenger zijn in het internationale voetbal gaan werken om daar ongeveer twee toernooien te doen, vervolgens een seizoen of twee in de VAE te proberen, om uiteindelijk hier en daar op tv als analist te verschijnen. Om zo lang op het hoogste niveau te kunnen blijven is een ongelooflijke prestatie. Weinig anderen hebben het uithoudingsvermogen om zo’n lange periode hun focus en succes vast te houden.
Ook toen honderden Arsenal-fans bordjes met ‘Wenger Out’ omhooghielden, alleen maar omdat hij niet genoeg spitsen van 50 miljoen euro had gekocht, bleef hij zitten. Uit dat soort momenten wordt het duidelijk hoe indrukwekkend zijn carrière van geduld en uithoudingsvermogen is.
Maar al deze bewonderingen gaan niet over de prestaties van deze man, het gaat over de man zelf. Ik hou van hem. Ik hou fucking veel van Wenger. Ik hou van zijn ongemakkelijke lachje, zijn zenuwachtige blik, het feit dat de slimste man in het Engelse voetbal constant vastzit in zijn eigen jas. Ik hou van zijn geduld met Abou Diaby, of deze bijzonder vreemde fotoshoot. Ik hou van de keer dat hij Mourinho echt confronteerde, zijn continue respect voor Fergie of het feit dat zijn eerste naam bijna – maar echt bijna, bijna – ook de naam van zijn club is.
Wenger zit diep in het DNA van de club waar ik fan van ben en ik zou er niet blijer om kunnen zijn. Gefeliciteerd met je twintig jaar Arsène. Long may you reign.
WILL MAGEE – VICE SPORTS UK STAFF WRITER
Toen Arsène Wenger werd aangesteld bij Arsenal, had ik net mijn vierde verjaardag gevierd. Ik had eigenlijk pas net geleerd dat ik niet in mijn broek mocht schijten, dus Wenger is alles wat ik ooit gekend heb. George Graham is een echo uit de verre geschiedenis, Bruce Rick een onherkenbare vlek.
Ik ben er één uit de generatie van Arsène Wenger, een van de millennials die denkt dat voetbal alleen bestaat uit ‘Wenger Out’-hashtags en gezeik via Facebook. Ik ben eigenlijk niks anders van Arsenal-fans gewend dan de ‘Wenger Out’-mentaliteit. We hebben de grote man voor lief genomen en we hebben al zijn vroegere prestaties gedegradeerd tot een voetnoot uit het verleden. We begonnen met hem beledigen op Twitter, op treinstations en bij de competitiewedstrijden die we wél kunnen betalen.
We hebben onze kracht gericht op een sombere oude man die ons vult met ergernis. We reageren boos omdat we, ondanks dat flink hebben gejankt, van onze gemene opa geen spits van wereldklasse voor kerst hebben gekregen.
De botsing tussen Wenger en de twintigers van nu is begrijpelijk, gezien de timing van zijn beste prestaties. Tijdens mijn jeugd was Arsenal een ijzersterke competitiewinnaar, en het leek alsof dat zo hoorde. De Dubbel in 1997/98 is een vage herinnering voor me. Soms droom ik nog rood-witte schimmen van Wright en Berkamp. Alleen bij Henry heb ik goed opgelet.
Het was onmogelijk om op een school in Noord-Londen niet op Arsenal te letten. De gouden tijd van Wenger werd besproken tot in het kleinste detail, in elke korte discussie of in het gesprek met die net iets te zelf-overtuigde vader van je beste vriend.
Dat alles maakte het extra pijnlijk toen Arsenal, na jaren als beste uit de hoofdstad, opeens achteruit ging. Andere clubs werden rivalen. Hoe erg we ons ook vastgrepen aan de vervagende glorie, we konden onszelf niet meer de beste noemen. We waren eerst onverslaanbaar maar nu waren we aan het verliezen van teams als Birmingham, Wigan en Tottenham Hotspur.
Hoe ouder ik werd, hoe slechter het ging met Arsenal. Tegen de tijd dat ik naar de universiteit ging, werden we met 8-2 afgedroogd door Manchester United en waren we, relatief gezien, absoluut hopeloos.
Dat betekende helaas dat Wengers professionele kantelpunt tegelijk viel met het begin van mijn volwassenheid. Ik was mijn politieke mening, mijn persoonlijkw filosofie en mijn wereldbeeld aan het ontdekken, terwijl hij Arsenal leidde bij een 6-0 afslachting op Stamford Bridge. Om te zeggen dat het mijn enthousiasme voor zijn management enigszins had getemperd, is te zacht uitgedrukt, ondanks mijn bewondering voor het feit dat hij maar niet opgeeft.
Iemand van zo’n tien jaar ouder had misschien zijn persoonlijke piek op hetzelfde moment als Arsenal, maar ik miste die euforie en moest aanzien hoe Arsène door Tony Pulis van West Brom twee keer werd verslagen. Dat was niet leuk.
In mijn volwassen jaren waarin ik Arsenal volgde, overschaduwden Wengers slechte resultaten de goede. Hij gaf me Sebastien Squillaci, Gervinho en Marouane Chamakh, en liet iedereen waar ik ooit van hield gaan. Hij leidde ons naar een verlies in de League Cup van Bradford City uit de vierde divisie toen ik, gewikkeld in een dikke sjaal om de vroege vrieskou aan te kunnen, honderden kilometers had gereisd om het te zien. Dat is waarschijnlijk de reden dat ik nu een voetbaljournalist ben, een baan waarbij je juist niet teveel mag geven om je jeugdclub.
Zal ik de teleurstellingen herinneren als ik terugkijk naar Wengers’ tijd bij Arsenal, net als de twee bevrijdende bekeroverwinningen die zijn tijd bij Arsenal lijken af te sluiten? Ja, ik zal met een rare vorm van bewondering terugkijken. Ik zal de eigenwijsheid en het fatalistische idealisme herinneren die het laatste gedeelte van de Wenger-periode hebben gekarakteriseerd.
Helaas zal ik me de mooie jaren van de baanbrekende Professeur minder helder herinneren. Dat gezegd, door de ogen van een kind zal ik wel de glorieuze dagen onthouden die ik nog net wél heb gezien: de flair van Berkamp, de passie van Vieira, het geweldige voetbal en de – “HENRY!”
TOM USHER – VICE CONTRIBUTOR
Ik weet dat Arsène Wenger een vaderfiguur is, maar heb je je ooit wel eens afgevraagd hoe het zou zijn als Wenger écht je vader was? Nee, ik ook niet hoor. Maar even serieus. Hoe zou dat zijn?
Je zou thuiskomen van school met een teleurgestelde blik. “Je ziet er, eh… een beetje teleurgesteld uit, zoon.”
“Papa, ik ben vierde geworden in elke wedstrijd op de sportdag vandaag.”
“Nou kijk, eh….. Wat belangrijk is is niet altijd het winnen, maar de consistentie in de resultaten,” zou hij zeggen, terwijl hij je een aai over je bol geeft.
Dan is het kerstochtend. Je rent naar beneden om je cadeautjes open te maken, maar alleen papa Wenger staat bij de kerstboom. “Kijk, we moeten geduldig zijn en niks overhaasten. Ik zie dat je enthousiast bent, maar de dag is nog jong en kerst heeft nog genoeg tijd om te groeien en ontwikkelen.”
“Maar kan je me tenminste een hint geven over mijn cadeau, papa?”
“Nou, ik reageer niet graag op speculatie, maar we werken continu om elke dag nieuwe kerstcadeaus binnen te halen. We willen er slechts twee of drie, maar die zullen van top, topkwaliteit zijn.”
Dan kijkt hij hoe je de nieuwe Ozil 5000 en AleXisbox 360 openmaakt, lachend met die herkenbare oude, papa Wenger-glimlach, omdat hij allang wist wat hij ging geven.
Ja mag lachen om het idee dat Wenger als een vader voelt voor vele Arsenal fans, maar het punt is dat het grootste deel van de jonge fans zich alleen maar de Wenger-jaren kan herinneren. Ik ben oud genoeg om George Graham en een stukje van Bruce Rioch te herinneren, maar daarbuiten is het jaar in jaar uit Wenger geweest, in goede en, meer recentelijk, slechte tijden.
Ik zeg slecht, maar eigenlijk bedoel ik slecht alsof het je vader is. Je weet dat hij van je houdt, er altijd voor je is, je imago en integriteit zal beschermen, je eigenlijk heeft opgevoed, maar toch dwars en traditioneel is op een manier die je maar niet kan begrijpen.
AARON GORDON – VICE SPORTS US STAFF WRITER
In 1996, het jaar dat Wenger het overnam bij Arsenal, konden de Amerikanen voor het eerst via satelliet live de Premier League kijken. Het kostte ergens tussen de 10 en 20 dollar per wedstrijd, maar het kon. Ik kan me voorstellen dat sommigen dat ook deden. Anderen keken misschien liever op maandag een herhaling op ESPN2.
Ik was niet één van hen. Ik was zeven jaar oud en kende, net als de meeste Amerikaanse kinderen, voetbal alleen als dat spel wat zaterdagochtend op de velden van de lokale sportvereniging werd gespeeld.
Het is onmogelijk om samen te vatten hoe het voetbal in de VS is veranderd in de tijd dat Wenger bij Arsenal aan het roer stond, dus dat zal ik ook niet doen. Je hebt er waarschijnlijk al genoeg over gehoord. Maar misschien is het leuk om te weten dat Wenger Arsenal slechts zes maanden minder heeft geleid dan dat de Major League Soccer bestaat.
Arsenal vóór Wenger is een geschiedenisboek dat niemand hier gelezen heeft. Amerikanen hebben geen verhalen van vaders of ooms over het vastklampen aan een tv of radio om Tony Adams in de jaren tachtig te volgen. Velen van ons zijn zelfs de eersten in onze families die van voetbal houden.
Meestal keken we afgesloten van de buitenwereld, op onze studentenkamers in de weekenden, terwijl we onze tergende katers probeerden te overleven. Hoe dan ook, Wenger was er, en hij is de enige die er altijd is geweest. Hij leidde Arsenal langer dan wij op één plek hebben gewoond. Hoe ziet Arsenal er uit zonder Wenger? Wij hebben geen idee. We hebben het nooit gezien.
—
Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.