Als je op de hoogte wil blijven van onze beste stukken zonder je suf te scrollen, schrijf je dan in voor onze wekelijkse nieuwsbrief.
Het is een regenachtige vrijdag in februari, en ik ben in een club die ergens diep verstopt zit in al-Jadrija – een woonwijk in Bagdad aan de oostelijke oever van de Tigris. Er beginnen psychedelische groene lichtjes te knipperen. Op het podium stemt een jongen zijn elektrische basgitaar. In het midden van de centrale hal zitten wat tieners geïmporteerde whiskey en bier te drinken, een paar anderen maken selfies.
Videos by VICE
Zestien jaar nadat de Amerikaanse invasie het land in een cyclus van opstand en oorlog stortte, is het geweld flink afgenomen en maakt de hoofdstad een culturele renaissance door. In ieder geval wat het nachtleven betreft, aangezien er steeds meer cafés en clubs in de stad zijn. En omdat de dertigjarige Arshed Haibet Fakhri er sinds vorig jaar feesten organiseert.
“Daar ben ik niet mee begonnen omdat ik geld wilde verdienen, maar omdat ik de andere kant van Irak aan de wereld wil laten zien,” vertelt Fakhri, die als oprichter van het evenementenbureau Riot Gear sinds 2014 clubnachten organiseert in Bagdad. “Ik denk dat we wat anders voor onze samenleving moeten doen, en onze jongere generatie moeten toestaan om plezier te hebben,” legt hij uit. “Het is niet makkelijk. Ik ben alleen begonnen en word vaak bedreigd op social media. Daar snap ik verder niks van, ik ben moslim, maar hoe ik verder mijn leven leid weet niemand.”
“Het is het enige feest in zijn soort,” zegt de twintigjarige rechtenstudent Adel Kane Fadel terwijl hij een sigaret opsteekt. “Mensen hebben hier een andere houding, je voelt je er prima op je gemak. Iedereen is gewoon blij – niemand veroordeelt je op basis van de kleding draagt, of de drankjes die je drinkt.” Naast hem staat Hussein Majid te knikken, een zeventienjarige jongen die een wit 2pac-shirt en een rood honkbalpetje draagt, en in een patisserie in Bagdad werkt. “Dit is mijn tweede keer. Het is echt wat anders, heel vet vooral.”
Fadel, Majid en hun vrienden maken deel uit van de generatie Irakezen die rondom de Amerikaanse invasie in 2003 zijn geboren. Ze spreken goed Engels, zijn minder religieus, progressiever en kleden zich relatief westers. Hun opvattingen zijn niet representatief voor hun hele generatie, maar wel voor de culturele, sociale beweging die in Irak gaande is. Ze delen een wens om meer lol te trappen, zonder daarin belemmerd te worden door religie, familie of de samenleving.
De 22-jarige Sally Mars zegt de eerste vrouw te zijn die ooit elektrische gitaar heeft gespeeld in een metalband in Bagdad. “Ik begon met spelen toen ik zestien was, vooral als afleiding van mijn jeugd, die gevormd werd door de oorlog.” Ze beschouwt zichzelf als atheïst, al is ze geboren in een moslimgezin. ‘Mars’ is niet haar echte achternaam, maar ze gebruikt het omdat ze niet deel uitmaakt van een religieuze stroming. “En ik kom gewoon van Mars.”
Tijdens de tweejarige burgeroorlog die in 2006 begon, waren Sally en haar gezin gedwongen om hun huis te ontvluchten. Haar broer kreeg vervolgens kanker, en stierf omdat ze geen toegang hadden tot medische voorzieningen. “Er waren geen medicijnen, en onderweg moest hij van identiteit veranderen omdat hij een soennitische naam had,” vertelt Sally. “Ik had een hekel aan iedereen, en kon mijn woede kwijt in mijn muziek. Ik zei tegen mezelf dat als ik door zou gaan met mensen haten, ik geen haar beter zou zijn dan iedereen die aan deze oorlog meedoet. Meer haat is niet de oplossing.”
Sally voelt zich nauw verbonden met deze nieuwe subcultuur – een beweging die niet alleen in de hoofdstad merkbaar is. “Het heeft zich over heel Irak verspreid,” zegt C.J., een 22-jarige tatoeëerder uit Basra, die ook deel uitmaakt van een freerun-gezelschap. Dankzij social media hebben hij en zijn vrienden een veel betere toegang om internationale ontwikkelingen te volgen dan vorige generaties, legt hij uit. “Onze ouders begrijpen het vaak niet.”
Volgens een rapport van de Verenigde Naties is bijna de helft van de Irakese bevolking onder de 21 jaar, en ligt het werkloosheidspercentage tussen de 15- en 24-jarigen op 18 procent. Daarom sluiten veel jonge Irakezen zich aan bij milities, die ze een stabiel inkomen kunnen bieden. Voor deze generatie gaat niets in het leven vanzelf – en Riot Gear biedt ze de mogelijkheid om voor even van die realiteit te ontsnappen.
Naarmate het later wordt, raakt de club steeds voller. Er zijn een stuk of honderd mensen, vooral mannen. Achter de draaitafels staat dj Blaze, die is ingevlogen vanuit Turkije – hij mixt een nummer van David Guetta. Een meisje met kort, blond haar danst met een jongen met een neuspiercing en een Superman-petje. Hij heet Hussam, hij is 25 jaar en hij komt uit Bagdad. Het is de derde keer dat hij bij Riot Gear is, vertelt hij. “Ik kom hier met mijn vrienden. Niemand veroordeelt me hier vanwege mijn uiterlijk. Dat is iets totaal nieuws in Irak.”
Scroll omlaag voor meer foto’s van Riot Gear.