Toen Roemenië nog onder het communistische bewind stond van Nicolae Ceaușescu, was donderdagavond het grote hoogtepunt voor alle jongeren. Dan werden er in fabrieken, scholen en op universiteiten grote dansavonden georganiseerd – die werden Joia Tineretului genoemd, wat in het Nederlands zoiets als ‘donderdag voor jongeren’ betekent. Daar kwamen ook Roemeense rock- en jazzbands uit voort die later internationaal zouden doorbreken.
In 1969 werd in Boekarest Club A geopend, een ondergrondse evenementenlocatie. De club was oorspronkelijk bedoeld voor architectuurstudenten, maar er werden ook avonden georganiseerd voor rock-, folk- en jazzmuziek, en voor moderne dans en poëzie. Club A bestaat nog altijd en wordt nog steeds gerund door studenten.
Videos by VICE
Een jaar na de opening organiseerde Club A het allereerste muziekfestival van Boekarest – hoewel het technisch gezien een wedstrijd tussen rockbands was. Het festival duurde zes dagen en vond plaats op locaties door de hele stad.
De Roemeense autoriteiten waren niet per se groot fan van al deze bands, maar tolereerde ze wel. Tot op zekere hoogte dan. Want het regime van Ceaușescu, dat van 1947 tot 1989 aan de macht was, legde de culturele vrijheden in de loop der jaren steeds meer aan banden. Terwijl de westerse hitlijsten in de jaren zeventig werden gedomineerd door Pink Floyd, The Rolling Stones, Led Zeppelin, Deep Purple en The Beatles, kregen Roemeense muzikanten op een gegeven moment de opdracht om muziek te maken naar de smaak van “de geliefdste zoon van het volk” – oftewel Ceaușescu zelf.
De communistische leider was in 1971 op rondreis geweest door China en Noord-Korea, waar hij had gezien hoe fanatiek de jongeren de communistische ideologie omarmden. Ceaușescu wilde het Aziatische model ook implementeren in Roemenië, en patriottische muziek speelde een grote rol in dit plan. Hij wist ook heel goed wat hij niet wilde: decadente westerse muziek.
In het Engels zingen werd datzelfde jaar nog verboden in Roemenië. In een later beroemd geworden toespraak kondigde Ceaușescu een strenge culturele hervormingen aan, en eiste hij dat bands alleen nog maar de positieve aspecten van het Roemeense leven zouden belichten.
De Roemeense rockbands wisten deze regels al snel te omzeilen, door nummers te schrijven op basis van klassieke gedichten of helemaal geen tekst te gebruiken. Ook vertaalden ze de buitenlandse hits in een soort obscuur Roemeens om de autoriteiten voor de gek te houden. En als ze wel een liedje in het Roemeens schreven, gebruikten ze vaak totaal onzinnige woorden die Engels klonken als je ze zong. Het woord ‘rock’ gebruikten ze niet meer, omdat dat als ondermijnend werd gezien. In plaats daarvan noemden ze zichzelf “instrumenteel-vocale muziekensembles”.
Door dat soort slimmigheidjes bleef de rockmuziek in leven. Hoe dat eraan toeging is te zien in het archief van het Museum voor Roemeense rock, waarvan de beelden een ode vormen aan alle bands die zich geen moer aantrokken van het communistische regime, en aan de ruimtes die ze daarbij hielpen.
Scroll omlaag voor nog meer beelden uit het archief.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk bij VICE Roemenië.
Volg VICE Nederland ook op Instagram.