Naast zijn studie doet Byron namelijk aan autosport. Hij heeft het hele seizoen bijna of helemaal bovenaan gestaan in het klassement, met zeven overwinningen en elf top vijf-plekken. En ondanks dat hij uiteindelijk als vijfde eindigde in het kampioenschap, had hij alsnog twee keer zoveel overwinningen als de rest.
Volgend jaar zal hij naar Hendrick Motorsports verkassen, waardoor hij slechts één niveau onder het hoogste niveau in NASCAR mag rijden: de Sprint Cup. En als hij zo doorgaat, zal de laatste promotie naar NASCAR niet lang meer duren.
Videos by VICE
Byrons snelle opkomst is verre van normaal. Veel coureurs zitten als kind al achter het stuur, maar Byron niet. Zo’n vijf jaar geleden deed hij zelfs nog helemaal niks met racen. Hij komt ook niet uit uit een race-familie, zoals veel van zijn collega’s. Byron leerde in zijn kinderkamer autorijden. Hij domineerde online races op een iRacing-simulator.
Byrons vader, Bill, herinnert zich hoe makkelijk zijn zoon kon multitasken. Met een telefoon in zijn linkerhand, het stuur in zijn rechter, een wedstrijd op tv en de pedalen bij zijn voeten kon hij nog steeds winnen. “Hij was altijd met drie of vier dingen tegelijk bezig,” vertelt Bill. “En hij won alsnog van alle anderen op de computer. Voor hem kwam het allemaal heel natuurlijk.”
Autosimulators zijn belangrijk geworden in de wereld van het stockracen. NASCAR-coureurs mogen maar beperkte tijd op de baan oefenen. Gesimuleerde oefeningen zijn onbeperkt, en daarbij kun je allerlei circuits proberen. Ford Racing, een team met dertien coureurs in stal dit seizoen, heeft zelfs een simulator die alle bewegingen van hun auto simuleert.
“Het grootste voordeel voor mij is meer seat time,” vertelde Chris Buescher, de huidige Xfinity Series-kampioen. “Vorig jaar konden we bij Watkins Glen eerst wat testrondjes rijden in de simulator, voordat we de baan opgingen. Dat werkte heel goed.”
Buescher is natuurlijk al een professionele coureur. Voor hem zijn de simulaties slechts een toevoeging aan zijn elf jaar aan rijervaring. Maar voor jonge coureurs is het manier om flink te oefenen voordat ze hun rijbewijs hebben. En als je goed bent in de simulator, kun je uiteindelijk misschien op een NASCAR-baan gaan rijden. Traditionele beperkingen zijn niet meer van toepassing.
“Ik denk dat er zeker meer mogelijkheden zijn om mee te kunnen doen zonder er nog direct bij betrokken te zijn,” vertelt Byron. “Dankzij dit soort technologie zijn er nu meerdere manieren om binnen te komen en te laten zien hoe goed je bent.”
Byron groeide op in North Carolina en had altijd al interesse in autosport. Zijn vader werkte als financieel adviseur voor rijke mensen. Zijn moeder, Dana, zorgde voor Byron en zijn zus. Zijn familie had geen race-ervaring en ze hadden geen contacten in de autosport, maar Byron was wel al jaren NASCAR-fan. Elk jaar reisde hij met zijn vader het land rond naar een aantal NASCAR-circuits.
Toen hij dertien was, kreeg hij een simulatieprogramma met een stuur en een racestoel van zijn vader. Hij installeerde het geheel aan zijn bureau in zijn slaapkamer. Byron had nog nooit in iets anders dan een kart gereden, maar hij viel gelijk voor de virtuele wereld van autosport. In honderden simulaties leerde hij auto’s te besturen en ze op de juiste manier door een bocht te krijgen. iRacing, de online race-competitie die is geautoriseerd door NASCAR, laat coureurs van overal op de wereld tegen elkaar racen. Toen Byron ermee startte, dacht hij dat hij nooit dichter bij een raceauto zo komen dan dat.
“Ik durfde niet te dromen van de mogelijkheid, omdat mijn familie en ik niet zo bij de racewereld betrokken waren,” zegt hij. “Dus ik moest het helemaal zelf doen.” Byron was gemiddeld zo’n twee tot drie uur per dag aan racen in de eerste anderhalf jaar. Hij reed zo’n 500 races en won er, volgens Bill, 104. Elk circuit is realistisch en bijna identiek aan de circuits in de echte wereld, legt Byron uit. Elk hobbeltje kreeg hij mee via de trilling in het stuur. Zijn ouders gingen ervan uit dat hij verslaafd raakte aan een computerspelletje, maar het was iets serieuzer dan dat.
Toen Byron besloot om te gaan racen op een echte baan en in een echte auto, pastte hij zich snel aan. Op zijn vijftiende begon hij te rijden op het Legends-circuit, waar wordt geracet met Amerikaanse auto’s uit de jaren dertig en veertig. Volgens Byron had hij toen pas twee maanden geoefend met echt autorijden.
“Het was heel anders,” zegt hij. “Het was zo intens. Je gaat veel harder dan je denkt. Op een computer heb je geen idee hoe hard je gaat. Ik had ook nog nooit in een normale auto gereden. De snelheid was zo anders. Het duurde even totdat ik eraan gewend was en ik netjes kon rijden.”
Een jaar lang betaalden Byrons ouders zodat hij kon racen. Daarna kreeg Byron Liberty University als sponsor, na een gesprek met rector Jerry Falwell Jr.. Dit jaar, zijn vierde seizoen, was zijn debuut in de derde klasse (Camping World Truck Series).
Rudy Fugle, zijn teamleider, zegt dat hij ondanks zijn gebrek aan ervaring heel snel leert. Byron gebruikt de simulators nog steeds. “Hij heeft zoveel ervaring in de simulators, waardoor het racen in de echte wereld heel natuurlijk voor hem komt,” zegt zijn vader. “Oké, het is ons kind, maar ik denk echt dat hij erg slim is. Hij heeft een heel hoog IQ en leert makkelijk. Hij maakt bijna nooit dezelfde fout twee keer, hij slaat alles op.”
Bill merkte dat tijdens een race in Texas afgelopen zomer. Bill luisterde mee toen Byron en zijn teamleider de strategie voor de laatste tien rondes bespraken. Fugle zei dat het dezelfde situatie was als twee jaar daarvoor, en Byron begreep het gelijk. Met vijf rondes te gaan pakte hij de koppositie en won hij de Rattlesnake 400. Een succes wat eerst was gesimuleerd, en nu echt gebeurde.
—
Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.