Eten

De twintigjarige Dorlinde studeert voor schaapherder

Het is een romantisch beeld: de rondtrekkende herder met zijn hond, hoed, staf en kudde schapen. In Nederland lopen volgens cijfers van het CBS op dit moment bijna een miljoen schapen rond. Een deel daarvan is bestemd voor kaas en vlees en een ander deel als begrazer van natuurgebieden, of om het gras langs de snelweg te maaien.

Eind vorig jaar meldde de NOS dat “commerciële begrazingsbedrijven met meerdere kuddes en met herders in loondienst” traditionele, zelfstandige schaapherders bedreigen. Ook Omroep Brabant portretteerde een eenmansherder die door glazenwasserspraktijken op de heide niet kon “opboksen tegen grote spelers”.

Videos by VICE

Omdat herders het zonder subsidies moeten doen, is een deel van de ongeveer honderd herders in Nederland zich gaan verenigen, onder andere in het Gilde van Traditionele schaapherders. Deze vijftien herders haalden samen meer dan dertigduizend euro op met een crowdfundingcampagne. Het gilde wil herders ook gaan helpen om vlees van hun schapen op de markt te brengen.

DSC_0101

Alle foto’s door Frederieke van der Molen.

Een paar maanden hiervoor begon bij Helicon in Velp de allereerste groep studenten aan de gloednieuwe mbo-opleiding voor schaapherder. De studie duurt twee jaar en is de eerste en voorlopig de enige opleiding in Nederland voor herders. De opleiding moet voorkomen dat het beroep, wat door veel mensen als cultureel erfgoed wordt beschouwd, door vergrijzing uitsterft.

Geert Willink is consultant bij Helicon en vertelt me dat de gemiddelde leeftijd van de ongeveer zestien studenten op de opleiding alsnog rond de veertig ligt, maar dat zich ook een paar jongeren hebben ingeschreven. Een van hen is de twintigjarige Dorlinde Bijl uit Alphen aan den Rijn. Dorlinde loopt nu twee dagen per week stage bij een herder in Niewerkerk aan den IJssel. Ik zocht haar op om erachter te komen wat ze allemaal leert en hoe het leven van een jonge schaapherder eruit ziet.

DSC_0178

Dorlinde met een van de schapen uit de kudde.
DSC_0168 Dirk-Jan en zijn kudde.

Het geblaat is ver buiten de stal al te horen. Dorlinde laat me binnen en vraagt me of ik mijn schoenen in een bak water met een grote spons wil schoonmaken. Op die manier neem ik geen rare bacteriën mee naar binnen die gevaarlijk kunnen zijn voor de lammetjes. Het is lammertijd en dus zie ik overal waar ik kijk lammetjes rondspringen en slapen tussen grote balen hooi. De echte schaapherder, en dus ook de stagebegeleider van Dorlinde, staat een andere jongen instructies te geven.

Herder Dirk-Jan Oosthoek van Djoy Landschapsbeheer doet het werk ongeveer zeven jaar. Zijn broer is er ooit mee begonnen, en toen zijn kudde te groot werd heeft Dirk-Jan een deel van zijn schapen overgenomen om zijn eigen kudde te beginnen. “Ik heb dit eigenlijk altijd al willen doen. Ik ben graag buiten en met beesten, dus toen ik de kans kreeg, heb ik het meteen gedaan,” vertelt hij. Op dit moment is hij gebonden aan de stal met zijn kudde omdat er lammetjes geboren worden. “Zodra de lammetjes een stukje groter zijn, gaan we weer naar buiten.”

Dirk-Jan trekt met zijn kudde ook de stad in. Hier mogen de schapen dan grazen op aangewezen stukken grond. Zijn opdrachtgevers zijn de gemeente, het waterschap zodat de dijken bijgehouden kunnen worden of de provincie. Dorlinde leert alles over schapen en hoe ze daar mee om moet gaan. “Op school krijg ik vooral theorielessen, maar ik denk je dat het meeste kunt leren in de praktijk. Dan zie je het gedrag van een schaap en kun je daar meteen op reageren.”

De theorielessen gaan over ecologie, ondernemerschap en communicatie. Want het werk als schaapherder omvat meer dan lekker buiten zijn met de schapen. Dorlinde wil in de eerste plaats herder worden omdat ze zo van schapen houdt. “Het lijkt me heerlijk om later de hele dag met die beesten te werken.”

DSC_0121

DSC_0186 Het lam met knikkende knieën-syndroom.

Dirk-Jan vertelt dat je wel echt passie voor het vak moet hebben. “Ik wil niet zeggen dat het een uitstervend beroep is, want het is momenteel vechten om werk. Maar je moet het wel echt leuk vinden, anders ga je dit niet doen. Het is hard en veel werken, en je bent eigenlijk altijd bezig met je kudde.” Laatst is hij voor het eerst sinds hij dit werk doet naar het buitenland op vakantie geweest. “Mijn kinderen waren zo lief om op de kudde te passen.”

Misschien heeft hij straks wel een echte werkplek voor Dorlinde, want zijn kinderen hebben zelf geen interesse. “In ieder geval nu niet. Ze hebben helemaal hun eigen leven en dat is natuurlijk prima. Dit werk is gewoon niet voor iedereen weggelegd.” Er zijn volgens hem sowieso genoeg mogelijkheden voor schaapherderstudenten als Dorlinde denkt hij. Ze kan zich aansluiten bij een kudde, ze kan er zelf een beginnen (al is dat wel iets lastiger), en door de opleiding die ze volgt, kan ze andere functies in een stal vervullen.

“Behalve hoe een schaap van binnen en van buiten werkt, leer ik ook van alles over hun voeding en over planten. Ik leer hoe vegetatie werkt, en hoe je ervoor kan zorgen dat bepaalde planten en grassen beter gaan groeien,” vertelt Dorlinde.

Intussen is ze druk in de stal. Ze controleert de lammetjes die vanochtend geboren zijn, en neemt me mee naar een hoekje van de stal waar een hele groep lammeren zonder moeder zit. “Dit zijn lammetjes die hun moeder verloren zijn of meerdere broertjes of zusjes hebben. Die kunnen hier even op adem komen.” Ze klimt over het hekje en neemt een kleintje apart. “Deze hier heeft het knikkende knieën-syndroom. Dat is iets wat wel vaker voor komt bij lammetjes. Het gaat weer over.”

Met Dorlindes liefde voor schapen zit het goed, toch is het nog maar de vraag of ze over tweeënhalf jaar ergens met een kudde schapen rondloopt. “Ik weet niet zeker of ik dit later echt ga doen hoor,” zegt ze. “Ik ben nog zo jong, misschien wil ik nog wel verder studeren.”

Ik vraag Dirk-Jan of hij naast de graasopdrachten nog meer inkomsten uit zijn kudde haalt. Hij vertelt dat je als schaapherder creatief moet zijn. “Ik organiseer dagen dat mensen met hun kinderen naar de lammetjes en schapen kunnen komen kijken. En als de schapen geschoren moeten worden, verkoop ik de wol. Daarmee kan ik de scheerkosten dekken. Mijn vrouw zoekt tegenwoordig ook een partij mooie wol uit, ze is van plan om er iets mee te gaan doen. Maar de kudde zoals ik die nu heb, is echt alleen voor het grazen.”

DSC_0106

Een deel van de lammetjes van Dirk-Jan worden trouwens verkocht aan een slagerij. “Ik zou het slachten en uitbenen in eigen beheer kunnen doen, maar dat brengt nogal wat arbeid en administratie met zich mee. Ook schapen die te oud geworden zijn gaan naar het slachthuis. Lust een schaapherder eigenlijk zelf graag schapenvlees? “Jazeker, maar ik eet het wel alleen in een restaurant.”