De woonwagenbewoners die onder een snelweg wonen

Als je vanuit het centrum van Londen naar winkelcentrum Westfield rijdt – een witte kolos die tien jaar geleden in de wijk Shepherd’s Bush is neergekwakt – zie je een kleine verzameling woonwagens en bungalows staan. Stable Way, de weg onder het viaduct dat de Westway verbindt met twee dubbele rijbanen, is al sinds de 19e eeuw het thuisfront van de woonwagengemeenschap. Maar de gemeenteraad heeft de weg pas in 1976 officieel toegewezen aan de bewoners, in een poging om ze -tegenstrijdig genoeg- van de snelweg te houden.

De bewoners reageren verschillend op mijn vraag hoe het is om onder een snelweg te wonen. Sommigen zijn zo gewend geraakt aan het lawaai, dat ze beweren niet te kunnen slapen zonder. Anderen, zoals Martin O’Donnell, klagen dat “de mensen die hier rijden al hun afval [bij ons] dumpen – flesjes, en regelmatig handenvol schroeven…”

Videos by VICE

Bovendien bestaan er zorgen over de kwaliteit van de lucht. Hoewel er veel tests zijn uitgevoerd die laten zien dat de lucht onder de snelweg niet meer vervuild is dan rondom de huizen aan de Londense ringweg. Maar voor O’Donnell is dat geen echte overwinning. “Als de woonwagens vandaag worden gewassen, en je morgen na een regenbui terugkomt, dan zal je zien dat ze weer helemaal vies zullen zijn van het roet en vuil van de uitlaatgassen,” zegt hij. “Een aantal uren [na het schoonmaken] kan je er een doek overheen halen, en dan zal je zien dat het [weer] vies is. Zo erg is het.”

Ondanks het feit dat de leefomstandigheden niet voldoen aan de standaarden van veel andere Londenaars, is er een bepaalde instelling die ervoor zorgt dat de woonwagenbewoners de plek niet verlaten. Terwijl hij één van zijn pasgeboren kleinkinderen in zijn armen houdt, zegt het hoofd van de familie O’Donnell, Pat, dat “je vrijheid voelt als je op dit terrein woont. Ik denk dat veel woonwagenbewoners zich claustrofobisch zouden voelen als ze in een normaal huis zouden wonen – alsof ze in de gevangenis zitten.”

Scroll naar beneden voor een fotoserie over het leven op het Westway-terrein.

“Toen ik hier voor het eerst aankwam, dacht ik ‘Jezus Christus, wat is dit?’ Maar nu zou ik nooit meer weg gaan. Alles hier is goed. Het is gezellig, comfortabel, fijn,” zegt Kathleen Maughan, terwijl ze een kop thee zet. “Ik stoor me niet aan het verkeer. ‘s Nachts slaap ik als een baby. Echt! Als ik nu naar Oxford zou gaan, dan zou ik niet kunnen slapen, omdat het er zo rustig is!”

Eén van de kinderen vertelt over de vooroordelen waar de woonwagengemeenschap op school mee te maken krijgt: “Als ze dat doen, dan sla ik ze. Dan zouden ze racistisch zijn. Het zit in mijn bloed. Ik weet hoe ik moet vechten – daarom zegt niemand er eigenlijk ooit wat van. Ze proberen er natuurlijk weleens wat van te zeggen als ik helemaal alleen ben…”

Pat O’Donnell woont al sinds 1998 op Stable Way. Nadat hij in 1985 uit Ierland vertrok, woonde hij eerst een tijdje in Manchester, voordat hij naar het zuiden verhuisde. Daarna heeft hij op verschillende plekken in Londen gewoond. Omdat hij het hoofd van de O’Donnells is, de familie die het grootste deel van het Westway-terrein bewoont, wordt hij gezien als het hoofd van de gemeenschap. Daarom heeft hij altijd het laatste woord over beslissingen over het terrein.

Twee konijnen die Pat heeft gevangen toen hij op jacht ging met zijn honden. Ondanks het feit dat de bewoners niet leven op de traditionele manier die typisch is voor de woonwagengemeenschap, kan je wel sporen terugzien van de oude manier van leven.

Jerry, 13 jaar, zit voor het noodgebouw van zijn school, omdat hij zijn vrienden opzoekt die op het terrein leven. Hij woont zelf op een woonwagenkamp in Catford, dus ik vraag hem hoe hij denkt dat het is om hier te wonen. “Het is goed! Het is vrijheid!” zegt hij. “Eigenlijk weten we niet beter. Vroeger woonde ik in een huis, waar ik me heel opgesloten voelde. Ik kon niet echt iets doen. Hier is het een stuk veiliger. Hier ken je iedereen.”

“Ze zeggen vaak dat je niet met de vrouwen mag praten als je het terrein op komt -je moet altijd de mannen aanspreken,” zegt Pat O’Donnell. “Luister, de meeste vrouwen hier hebben veel meer te zeggen dan de mannen.”

Een onderaanzicht van het complexe doolhof van straten en knooppunten die samenkomen naast het Westway-terrein.

Ondanks het feit dat de bewoners op Stable Way permanent op het terrein leven, in plaats van in een typisch Engels bakstenen huis, wonen ze in woonwagens die als het moet verplaats kunnen worden.

De familie van Winnie Ward (die in de gemeenschap beter bekend staat als Missy) woont op het terrein sinds het officieel erkend werd in 1975. Haar dochter, die ook Winnie heet, bespreekt de relatie tussen de woonwagengemeenschap en mensen die in normale huizen wonen: “Ik was getrouwd met een niet-woonwagenbewoner, maar het werkte niet omdat we te verschillend waren. Ik denk dat ze ons niet begrijpen. Woonwagenbewoners begrijpen zichzelf niet eens, dus hoe kan je dan van iemand anders verwachten ze te begrijpen…”

Graffiti op de achterdeur van het schoolgebouw.

Elke dag maken vrouwen op het terrein hun huizen en oprijlanen schoon. De vervuiling van de constante verkeersstroom rondom het terrein hoopt zich snel op. Daarom moeten de huizen constant onderhouden worden.

Als ik aan Pat vraag hoe ze het vindt om op het terrein te leven, begint hij meteen over de kinderen. “We hebben onze eigen gemeenschap hier,” zegt hij. “Onze kinderen kunnen naar buiten, spelen, we hoeven ze niet binnen te houden. We hoeven ons geen zorgen te maken over waar ze naartoe gaan: ze zijn hier. Iedereen let op elkaar.”

Er staat een altaar voor de Heilige Maagd aan het uiteinde van het terrein. Martin O’Donnell hecht evenveel waarde aan zijn religie, als aan zijn afkomst. “Ik ben als Katholiek geboren, en ik zal als Katholiek sterven – ik zal mijn religie nooit veranderen,” zegt hij. “Net zoals mijn afkomst: ik ben geboren als een woonwagenbewoner, dus ik zal sterven als een woonwagenbewoner. Niemand kan mij vertellen hoe ik mijn leven moet leiden.”


Martin kent de vooroordelen over woonwagenbewoners in lokale pubs, zoals The Pig And Whistle. “Vroeger zat het elk weekend helemaal vol. Alle kampers kwamen overal vandaan om daar wat te drinken. Toen de eigenaar vertrok, heeft zijn ex daar nog één of twee jaar gewerkt, en daarna haar broer. Die trapte ons een voor een de pub uit,” zegt hij. “Nu is het helemaal veranderd; elke gemeenschap heeft nu een eigen lokale bar, en ze blijven allemaal gewoon op één plek.”


Twee van Pat’s honden, die hij meeneemt op jacht.


Pat en de rest van de gemeenschap gelooft dat het zijn van een woonwagenbewoner meer is dan rondreizen. “Mensen uit de gevestigde gemeenschap willen misschien als een woonwagenbewoner leven, maar dat kan je nooit doen, snap je? Je bent geboren als een kamper, of niet,” zegt hij. “Ook al woon ik al achttien jaar op dit terrein, ik ben nog steeds een woonwagenbewoner.”