Als er één ding is dat ik de afgelopen anderhalf jaar heb geleerd, is het omgaan met teleurstellingen. Niet dat ik wil beweren dat het leven tot aan de pandemie nooit vervelend was, maar je kon altijd terugvallen op voorgekauwde coping-strategieën. Geen verdriet zo groot dat het niet kan worden uitgewist door een paar dagen dansen en feesten op een festival of in een club. Geen bijna-burn-out zo diep dat-ie niet kan worden uitgebannen door een paar weken bakken in een ver land. Geen klimaatdepressie die niet bestreden kan worden met een goedkope vliegreis.
Zo stond ik, toen de pandemie nog weinig meer was dan een vaag gerucht uit het Verre Oosten, op het punt om mijzelf te trakteren op een weekje Milaan. Tijdens de Salone Del Mobile, het jaarlijkse feestje van de internationale designwereld, zou ik wegzwijmelen bij prachtige spullen die ik nooit zou kunnen kopen, me laten volgieten met gratis champagne en mezelf volstoppen met canneloni’s, tortellini’s, panettones en andere Italiaanse heerlijkheden. Ik herinner me de intense boosheid die ik voelde toen het coronavirus ervoor zorgde dat dit alles niet doorging. Gedwarsboomd door een micro-organisme nota bene! Een veel grotere vernedering kon ik me niet voorstellen.
Videos by VICE
En ik was niet de enige die boos was. Collega’s van wie snoepreisjes en vakanties eveneens niet doorgingen beenden briesend door het kantoor, kennissen gleden zelfs af in steeds woedendere complotfantasieën. Wij, die altijd zulke hoge eisen stelden aan het leven en aan onszelf, werden plotseling gedwongen onze standaarden te verlagen.
Ik weet nog goed dat ik in de winter van 2019 Oscar Wilde’s Last Stand aan het lezen was, een geschiedenisboek over de hedonistische uitspattingen rondom de Eerste Wereldoorlog en de pogingen van autoriteiten en volksmenners om daar een eind aan te maken. Ik verbaasde me erover dat zelfs basale dingen als café’s en restaurants decadent werden bevonden en gedeeltelijk dicht moesten blijven. Niets had me erop kunnen voorbereiden dat een complete sluiting van de horeca (en zelfs een avondklok) in de eenentwintigste eeuw tot de beleidsopties behoorde.
Al snel bleek dat het bovendien geen eenmalig geintje was: nadat de kroegen in de vorige zomer even open waren geweest, sloten ze in de herfst weer. De nachtclubs en de festivals waren in de afgelopen anderhalf jaar zelfs maar twee weken open, nadat iedereen elkaar had lopen ophypen met het idee dat alle sluitingsellende deze zomer volledig voorbij zou zijn. Het deel van mij dat het meeste schade opliep door het coronavirus, was mijn vertrouwen in de Vooruitgang.
Een dubbele vaccinatie bleek daar geen medicijn voor te zijn. Twee spuitjes Pfizer helpen de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, ze beschermen de zwakkeren in de samenleving tot op zekere hoogte en zorgen ervoor dat je zelf minder kans hebt om ziek te worden. Wetenschappelijk gezien waren de vaccins een prima prestatie van de menselijke soort. Maar toch, ze bleken geen toegang te verschaffen tot een zomer vol ongebreideld hedonisme. Toen ik na mijn tweede prik in de wachtkamer van de Amsterdamse RAI zat, las ik bovendien op mijn telefoon over nieuw onderzoek waaruit bleek dat er waarschijnlijk nog meer vaccinaties nodig zijn om de bescherming tegen het virus op peil te houden. De kortstondige euforie die de prik aanvankelijk had opgeleverd, werd al snel weer vervangen door de doffe teleurstelling die ik inmiddels zo goed ken. Want mijn woede was toen al lang en breed op.
De kans dat er dit jaar alsnog een Summer of Love losbreekt wordt kleiner en kleiner. Op vakantie gaan kan wel weer enigszins, maar zo vanzelfsprekend als het altijd was voor degenen die het konden betalen, zo onzeker is het nu. Het kabinet wil de festivals en clubs tot minstens 20 september niet opengooien. En dan is het ook nog eens overwegend grauw kwakkelweer! Er blijft wel erg weinig zomer over op deze manier.
Het enige wat erop zit, is om de teleurstelling te omarmen. Genot is ook maar een gevoel, waar we toevallig positieve kwaliteiten aan toekennen. Hoe terecht is dat eigenlijk? Genot is spannend, bruisend en onderhoudend. Maar juist als je er echt behoefte aan hebt, is het er niet. Genot kwam de afgelopen tijd wel erg vaak met smoesjes aanzetten: sorry, er zijn geen festivals, je vakantie gaat niet door, je hebt niet genoeg geld, nachtelijk vertier is verboden. Teleurstelling was daarentegen een betrouwbare vriend, die zelfs in de vervelendste situaties klaarstond. Laten we de teleurstelling dus niet vergeten, als we in 2022 weer mateloos aan het genieten zijn.