Volgende week begint in Amsterdam IDFA 2017, het documentairefestival waar al je honger naar docu’s gestild wordt. Het programma bestaat dit jaar uit meer dan 300 films. Dat betekent dat er genoeg te kiezen is, maar het zou zomaar kunnen dat al die opties leiden tot een milde vorm van keuzestress, want waar moet je in hemelsnaam beginnen?
Om je te helpen kiezen hebben wij de docu’s voor je uitgekozen waarvan wij vinden dat je ze niet mag missen, omdat ze goed gemaakt zijn, belangrijke onderwerpen aansnijden of een combinatie daarvan. Mocht je wél lekker zelf willen kiezen, dan kun je het hele IDFA-programma hier vinden.
Videos by VICE
24th Street– Zhiqi Pan (China)
Wat mooi is aan documentaires, is dat ze je een inkijkje kunnen geven in de levens van andere mensen. Lang niet iedereen heeft het zo goed als wij in Nederland. Veel mensen hebben een zwaar lot, en door in hun droeve ogen te kijken kun je daar empathie voor opbrengen, wat een groot goed is. Neem de Chinees Su, uit 24th Street, een hardwerkende kleine ondernemer van een jaar of vijftig. Hij verkoopt maaltijden aan bouwvakkers die in rap tempo wolkenkrabbers uit de grond stampen. Steeds weer wordt hij weggestuurd door de autoriteiten, want waar zijn winkel staat moet ook gebouwd worden. Na lang zwoegen keert hij terug naar zijn ouders, waar hem nog meer leed te wachten staat. Opvallend detail: de arme Chinezen eten veel groente, de fastfoodindustrie heeft hen nog niet in hun greep. De tabaksindustrie wel: Su rookt zich te pletter.
Independent Boy – Vincent Boys Kars
Wie ook veel rookt is Metin, een twintiger met een snor en een FILA-trui die nog bij zijn moeder woont. Zijn vriend Vincent (de filmmaker) wil dat Metin meer doet met zijn leven, en neemt een maand lang de regie over. Op dag één moet Metin het huis uit, en aan het eind van de maand staat een dj-gig gepland. Vincent denkt dat het leven maakbaar is, Metin voelt niet zo’n prestatiedrang. Als twintiger is het prima om weinig uit te vreten, al zou minder roken verstandig zijn. Met Vincent komt het ook goed: hij heeft een goed oog voor compositie, durft ethische grenzen op te zoeken en zijn maakbaarheidsideeën stelt hij nog wel bij als hij tegen zijn eigen grenzen aanloopt, wat hoe dan ook gaat gebeuren. Het leven is niet maakbaar, laten we stoppen elkaar voor losers uit te maken. Anderzijds mag je je vrienden best af en toe een schop onder hun hol geven.
Eating Animals– Christopher Quinn (VS)
Vlees eten kan niet meer, dat weet elk weldenkend mens intussen: je maakt je medeplichtig aan de mishandeling van dieren. Dat geldt voor andere dierlijke producten net zo. Omdat je die dieren zelf niet mishandelt en het leed niet te zien krijgt, voel je je niet schuldig, maar je houdt het systeem zo wel in stand. Zoals een geïnterviewde (en murw gebeukte) kippenboer zegt: “Driemaal daags kun je hierover stemmen met je vork.” Eating Animals is de verfilming van een boek van Jonathan Safran Foer, mede-geproduceerd en aan elkaar gepraat door actrice Natalie Portman. De film laat zien hoe Amerikaanse dieren en boeren worden uitgebuit door grote bedrijven, met desastreuze gevolgen voor mensen, dieren en het milieu. In Europa gebeurt dit net zo goed: denk aan megastallen, antibiotica en dierenmisbruik in slachterijen. Hier zijn uiteraard al talloze docu’s over gemaakt, maar het is altijd goed om er meer te zien.
Freedom for the Wolf – Rupert Russell (DE, VS)
Dat grote bedrijven zo machtig zijn, binnen en buiten Amerika, komt mede doordat ze geld doneren aan politieke partijen. Dat komt aan bod in Freedom for the Wolf. Als wolven vrijuit hun gang kunnen gaan, dan sterven er schapen, dus zouden schapen beschermd moeten worden tegen wolven. Daarvoor is meer dan democratie nodig, want wat heb je aan verkiezingen als alle kandidaten wolven in schaapskleren zijn? Een rechtsstaat moet de rechten van burgers beschermen. Dat wordt in deze documentaire mooi onderbouwd met verhalen uit Hong Kong, India, Tunesië, Japan en de VS. Wist je bijvoorbeeld dat er in Japan een wet bestaat tegen dansen? Ik niet. Deze film waarschuwt vooral voor ontwikkelingen in de Verenigde Staten. Grote bedrijven vullen de zakken van politici, terwijl de politie burgers in elkaar slaat. Niet echt een toonbeeld van vrijheid, dus.
Blue Orchids – Johan Grimonprez (BE)
Blue Orchids, het vervolg op wapenhandeldocumentaire Shadow World (2016), sluit daar goed op aan. De film begint met een citaat van Aesop, niet die van de zeepjes, maar een oud-Griekse verhalenverteller: “We hang the petty thieves and appoint the great ones to public office.” De film bestaat grotendeels uit interviews met een journalist en een kettingrokende wapenhandelaar, en allebei vertellen ze ontluisterende dingen over hoe de wereld in elkaar zit. Hebzucht is de belangrijkste drijfveer van grote bedrijven, ook in de wapenindustrie, en oorlog is alleen maar goed voor de winst. Door de interviews heen zijn beveiligingsbeelden van de moord op Hamas-leider Mahmoud Al-Mabhouh gemonteerd, hoogstwaarschijnlijk uitgevoerd door 33 geheim agenten uit Israël.
Silas – Anjali Nayar, Hawa Essuman (CA, ZA, KE)
Liberia is een land rijk aan natuurlijke bronnen, met name grote bomen. Veel van het oerwoud is al gekapt en verkocht aan buitenlandse bedrijven. De bevolking is er niet rijker op geworden, wel armer. In ruil voor hout kwamen er ook nog eens heel veel wapens het land binnen, wat de burgeroorlog niet gezelliger maakte. Na de verkiezingen in 2005 kwam Ellen Johnson Sirleaf aan de macht. Ze beloofde beterschap, maar de houtkap ging gewoon verder. Nog meer mensen raakten hun leefgebied kwijt en er brak ook Ebola uit. Hoofdpersoon in deze documentaire is Silas, een moedige activist en leider van het Sustainable Development Institute. Silas laat zien dat de Liberianen niet alleen slachtoffer zijn, maar ook strijdvaardig. Hij leert de lokale bevolking onder meer om bewijs te verzamelen met smartphones, en schrijft artikelen om de internationale gemeenschap tot actie te bewegen. Dat gaat moeizaam: eigenlijk kijkt de internationale gemeenschap weg, en laat de arme Liberianen verrotten. Een belangrijke film, vond ook Leonardo DiCaprio, die zich aansloot als executive producer.
Untitled – Michael Glawogger & Monika Willi (DE, AT)
Een andere ramp die zich in Liberia heeft voltrokken is de dood van documentairemaker Michael Glawogger in 2014. De maker van een prachtige trilogie over globalisering ( Megacities, Workingman’s Death en Whores’ Glory) was bezig aan zijn nieuwe film Untitled, toen hij ziek werd en binnen vier dagen stierf. Er was eerst tyfus vastgesteld, maar later bleek het malaria te zijn, een sluipmoordenaar die goed te behandelen is, maar in veel arme landen welig tiert omdat er geen geld is voor medicijnen. Glawogger had een simpel idee voor ogen met zijn film: een lange reis maken door arme landen, zich verwonderen over wat je daar allemaal aantreft, en mooie beelden vastleggen. Dat is hem gelukt. De film is gemonteerd door Monika Willi.
Spielberg – Susan Lacy (VS)
Een veel luchtigere documentaire is Spielberg. Als je van filmgeschiedenis houdt, of gewoon van speelfilms in het algemeen, dan is dit echt een aanrader. Met veel fragmenten vertelt deze documentaire het complete verhaal van het werk en leven van Steven Spielberg, van zijn doorbraakfilm Jaws (1975) tot aan zijn Roald Dahl-bewerking The Big Friendly Giant (2016). Heerlijk achterover zitten en filmfragmenten bekijken.
Oudere documentaires
Behalve veel nieuwe documentaires draaien er ook oudere op IDFA die de moeite waard zijn om voor naar een bioscoop te gaan. Bijvoorbeeld Whores’ Glory (2011), van Michael Glawogger, over prostitutie in Thailand, Bangladesh en Mexico. Of Koyaanisqatsi (1982), een visueel essay van Godfrey Reggio over de plaats van mens en technologie in de natuur, met muziek van Philip Glass. The Land of Silence and Darkness (1971) is gemaakt door Werner Herzog, en iedereen die van het leven houdt probeert alles van Werner Herzog tot zich te nemen. Deze gaat over een vrouw van 56 die doof en blind is geworden nadat ze als klein kind van de trap viel. En mijn favoriete documentaire aller tijden The Act of Killing (2012) van Joshua Oppenheimer, over Indonesische communistendoders, is ook weer te zien dit jaar.