De foto die je hierboven ziet, is genomen vanuit een optrekje in New York dat de meeste mensen zich nooit zouden kunnen veroorloven. Maar dat wil niet zeggen dat alleen de allerrijksten van dit soort uitzichten kunnen genieten.
De Hongaarse kunstenaar en architect Andi Schmied fotografeert sinds 2016 de meest exclusieve appartementen van Manhattan, en niet omdat ze toevallig zoveel rijke vrienden heeft. Ook kon ze niet zomaar naar binnen wandelen en met haar fotocamera in haar hand de lift omhoog nemen – nee, ze moest het iets subtieler spelen. En dus verzon ze een alter ego: Gabriella, een Hongaarse miljardair die samen met haar man en kind op zoek was naar een appartement.
Videos by VICE
Als Gabriela nam ze contact op met makelaars die normaal gesproken alleen huizen voor rijke mensen zoeken, en vroeg ze of ze een bezichtiging kon krijgen bij de chicste huizen die ze in de aanbieding hadden. En eigenlijk was het helemaal niet zo moeilijk om daarna binnen te komen. Ze verzamelde al deze foto’s in haar nieuwe boek Private Views: A High-Rise Panorama of Manhattan.
We spraken met Schmied over haar foto’s, de luxe voorzieningen die ze tegenkwam en de reacties die ze van makelaars kreeg toen het boek eenmaal verscheen.
VICE: Hoe kwam je precies op het personage Gabriella? Heb je haar op iemand gebaseerd of niet?
Andi Schmied: Eigenlijk ontstond ze best vanzelf. Ik had allereerst een naam nodig die je niet naar mij kon herleiden, want als mensen mijn eerdere kunstprojecten zouden zien, zou dat makkelijk tot argwaan kunnen leiden. Uiteindelijk gebruikte ik mijn tweede naam en hield ik mijn achternaam gewoon zo, en dat werkte prima toen mijn paspoort door sommige makelaars gecontroleerd werd.
Om bij de grotere appartementen en penthouses naar binnen te mogen, had ik eigenlijk een kind nodig. In het begin liet ik ze gewoon een babyfoto van mijn neefje zien, maar in 2020 kreeg ik daadwerkelijk zelf een zoon. Als iemand ernaar vroeg, gebruikte ik gewoon zijn echte naam. Ze begonnen vaak over hem als ze me van het huis probeerden te overtuigen: “Stel je nou even voor dat hij hier rond zou rennen en zou spelen” – dat soort dingen.
Verder ontwikkelde alles zich vanzelf. De makelaars stelden me allerlei vragen: met hoeveel we er wilden komen wonen, wat we voor werk deden, of ik van koken hield, wat voor kleding ik graag droeg. Daar moest je snel en geloofwaardig antwoord op kunnen geven. Een keer vroeg eentje of ik een oppas had, en toen zei ik meteen van wel, dus vanaf dat moment had Gabriella gewoon een oppas. Ze vroegen me ook wie mijn kleding had ontworpen, en bij gebrek aan een beter antwoord zei ik dat een Hongaarse ontwerper dat had gedaan. Dus alles wat Gabriela droeg, werd vervolgens Hongaarse haute couture.
Het ging me vooral makkelijk af als ik iets zei dat echt waar was – daarom is Gabriela ook een architect. Ze is dus gebaseerd op een hoop spontane antwoorden, maar ook een beetje op de werkelijkheid. Ik speelde vooral een hele rijke versie van mezelf. Voor iets anders had ik echt wel beter moeten kunnen acteren.
Was het makkelijk om bij dit soort adressen binnen te komen? Hoe ging het in zijn werk?
Ik twijfelde er vrijwel geen moment aan dat het me zou lukken. Op een gegeven moment heel even wel, toen vrienden uit New York (onder wie een vastgoedmakelaar) tegen me hadden gezegd dat de makelaars eerst een financiële achtergrondcheck zouden doen, en het me dus waarschijnlijk niet zou lukken. Maar dat bleken ze alleen maar bij goedkopere woningen te doen, aangezien de ultrarijken nooit hun bankgegevens laten zien voordat ze een appartement serieus in overweging nemen. Dus de makelaars konden alleen maar een beetje googelen of andere steenrijke mensen bellen die uit hetzelfde land kwamen.
De eerste makelaar die ik belde vroeg meteen naar mijn achtergrond – of eigenlijk vooral die van mijn man. Ik had dus iemand nodig die in de juiste prijsklasse leek te zitten, namelijk tussen de 20 en 90 miljoen dollar. Mijn goede vriend Zoltán heeft een paar bedrijfjes met aantrekkelijke websites, die er prima mee doorkonden. Nadat ze hem hadden gecheckt, kwamen ze bij me terug – of eigenlijk bij Coco, mijn fictieve assistent – om de bezichtiging te regelen. Sindsdien heeft nooit meer iemand aan me getwijfeld.
Welk appartement vond je het belachelijkst?
Eigenlijk vind ik al het werk van de architect Robert A.M. Stern vreselijk. De torens die hij ontwerpt zijn zogenaamd allemaal “geïnspireerd op de historische woningen van New York”, hebben allemaal een met kalksteen beklede gevel en overal gouden details. Maar uiteindelijk spreekt er vooral een soort heimwee uit naar de herenclubs, paardenraces en royalty van vroeger.
Ben je van die overdreven luxe dingen tegengekomen waarvan alleen de allerrijksten denken dat ze die nodig hebben?
Al die gebouwen lijken best op elkaar, dus de enige manier om op te vallen is om er idiote voorzieningen in te verwerken. Wat je vooral veel ziet zijn kamers met een golfsimulator. Ook lijkt er een grote strijd gaande over wie het meest exclusieve privérestaurant in het gebouw heeft. Drie jaar geleden zeiden ze bij de woning op Park Avenue 432 dat het restaurant geleid werd door Shaun Hergatt, een kok met een Michelinster. En vorig jaar zei een makelaar in de Central Park Tower dat ze zelfs elke twee maanden een andere chefkok zouden laten invliegen – allemaal met een Michelinster.
Een paar jaar geleden zaten dat soort voorzieningen vooral op de onderste verdiepingen, omdat de meeste appartementen onder de dertigste verdieping vanwege het gebrek aan uitzicht moeilijk werden verkocht. Maar nu zitten al deze ruimtes – balzalen, wijnproeflokalen – op de honderdste verdieping, zodat je indruk op je gasten kunt maken met het fantastische uitzicht.
Je project is nu openbaar en in de media verschenen. Ben je weleens benaderd door een van de makelaars?
Best veel ja, maar niet door één met wie ik zelf heb afgesproken. De makelaars die me hebben benaderd zeiden dat ze het een mooi project vonden, wat ik niet aan had zien komen, maar wat ik wel leuk vond. Sommige makelaars vonden zichzelf bevoorrecht omdat ze zelf steeds op die plekken kwamen, en wilden dat meer mensen ze zouden kunnen zien. Anderen waren gefrustreerd over de branche waarin ze zitten.
In het boek krijg je best wat mee van alle domme marketing rondom deze gebouwen, en veel makelaars zitten daar zelf ook wel mee. Tegelijkertijd kunnen zij ook miljoenen verdienen aan één verkoop, waardoor ze zelf deel uitmaken van deze wereld en in zekere zin dezelfde luxe genieten als hun klanten. Sommige makelaars gedragen zich ook een beetje als een beroemdheid, en afgaande op sommige van de e-mails die ik heb gekregen vonden zij dit project ook maar niks. Maar het is geweldig om te laten zien wat voor bullshit er allemaal bestaat in deze wereld.
Het boek van Andi Schmied, Private Views: A High-Rise Panorama of Manhattan, is verkrijgbaar op andischmied.com.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk bij VICE US.
Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram.