Sam Madhu doet niet mee aan de typische stereotyperingen van vrouwen van kleur in de media. In haar wereld, die verlicht wordt door neongekleurde lichten, nemen Indiase godinnen in Adidas-trainingspakken poses aan met onthoofde hoofden, worden Supreme-shirts voortaan ‘Shabash’ genoemd (Hindi voor “bravo”), en Kali – de godin van vernietiging en de schepping – poseert in visnetpanty en sneakers naast een koninklijk uitziende tijger.
“De beelden vullen elkaar goed aan, en ik wil meisjes van kleur (en andere vrouwen) het gevoel geven dat ze hun erfgoed kunnen laten zien, en het tegelijkertijd kunnen mengen met aspecten van de geglobaliseerde wereld,” zegt Madhu over haar werk. In juni plaatste ze een illustratie op haar instagramaccount van een Aziatisch meisje dat in een spiegel keek en de godin Kali (die overigens vaak terugkomt in Madhu’s kunst) zag terugstaren. In het onderschrift was te lezen: “My inner goddess will fuck you up.”
Zelf ben ik opgegroeid in Zuidoost-Azië en ben me daarom erg bewust van het feit dat de manier waarop Aziatische vrouwen in het westen wordt weergegeven meestal ergens in de vorige eeuw is blijven hangen; denk vooral aan vrouwen in sari’s en cheongsams met lotusbloemen, en vooral niet aan onafhankelijke, moderne vrouwen. Madhu’s werk heeft duidelijk een indruk gemaakt op andere vrouwen van kleur; de instagrampost van Kali ging viral en werd zo populair dat ze zelfs t-shirts begon te verkopen met dezelfde print.
“Ik denk dat wit-zijn veel te lang als de belichaming van schoonheid gezien is. Alhoewel veel mensen toegeven dat onze maatschappij niet vies is van een beetje ‘whitewashing’, zijn er slechts een paar mensen die een poging doen dit te veranderen,” vertelt Madhu. “Daarom heb ik besloten om mijn eigen pad te bewandelen en vrouwen te tekenen die mij en andere vrouwen van kleur representeren. Vooral Indiase meisjes worden ontzettend onder druk gezet om aan maatschappelijke standaarden te voldoen, die gericht zijn op de mannelijke blik.”
De 22-jarige Madhu is inmiddels afgestudeerd aan de Parsons School of Design (een kunstacademie in New York) en herinnert zich de eerste illustratie waar ze als kind trots op was nog heel goed: een roze poedel. “Mijn moeder gaf me op voor kunstlessen toen ik zes was,” vertelt ze. “Ik weet nog dat ze zei dat ik moest liegen over mijn leeftijd, omdat de leraren alleen kinderen in hun klas wilden hebben die ouder waren dan zeven.” Madhu werd in het Indiase Madras geboren, maar verhuisde in 2012 naar New York om naar de kunstacademie te gaan. Al gauw voelde ze zich vervreemd van de mainstream mode en kunst, en besefte ze dat deze industrieën zich vooral richtten op “dunne, witte lichamen”. Elke dag plaatste ze, als ze na haar werk thuis kwam, een nieuwe illustratie op Instagram – ze hoopte dat mensen haar kunst zouden snappen, en begrepen welk punt ze probeerde te maken. “Bij elke instagrampost vroeg ik me af of dit nou de illustratie zou zijn die alles zou gaan veranderen,” zegt ze. “En uiteindelijk gebeurde dat ook!”
Videos by VICE
Ze snappen welk punt ik probeer te maken en ze weten hoe het voelt om niet gerepresenteerd te worden in de maatschappij.
Madhu heeft meer dan 100 illustraties verkocht sinds ze haar eigen winkel heeft geopend. Ze verkoopt kleding, tas, laptophoezen en stickers. Adidas merkte haar werk ook op, en sinds deze maand werkt ze als ontwerper voor het merk. Dat was niet gelukt zonder hulp van vrouwen van kleur, vertelt ze.
“De gemeenschap van vrouwen van kleur heeft mijn werk zo goed ontvangen en steunde me in mijn werk,” voegt ze eraan toe. “Ik denk dat ze zichzelf in mijn werk herkennen – ik weet dat het als een cliché klinkt, maar het is ook gewoon heel cool. Het zijn niet alleen Indiase vrouwen, heel veel vrouwen van kleur volgen me. Ze snappen welk punt ik probeer te maken en ze weten hoe het voelt om niet gerepresenteerd te worden in de maatschappij. Ik denk dat het gebrek aan representatie en uitgesloten worden van de maatschappij voor alle vrouwen van kleur een probleem is. Het is iets wat we kunnen delen met elkaar, dat maakt ons zo sterk als gemeenschap.”