Tarik Barri (1979) is een god die een eigen universum creëert. Als hij er weer klaar mee is, trekt hij het met virtuele krachten uit elkaar. De Nederlandse kunstenaar stond regelmatig op het podium met Thom Yorke en maakte ook beelden voor Nicolas Jaar. Zijn werkwijze? Met zelfgeschreven software ontwikkelt hij 3D-werelden waar hij live doorheen navigeert met een joystick. Met sliders transformeert hij de objecten en het landschap op het scherm. Soms is het duidelijk dat je naar een 3D-omgeving kijkt, soms lijken de beelden van Barri eerder op indrukwekkende bewegende schilderijen.
Op het moment van schrijven heeft geen enkel Nederlands medium hem ooit gesproken, dus besloot ik hem eens op te bellen om erachter te komen wie hij is, en hoe hij tot zulke waanzinnige beelden komt.
Videos by VICE
THUMP: Ha Tarik! Ik las op je website dat je op je vijfde met je ouders naar Saoedi-Arabië bent verhuisd, maar het er verdomd saai vond. Is dat uiteindelijk belangrijk geweest voor je carrière?
Tarik Barri: Jazeker. Ik ben echt in mijn werk gestruikeld, zal ik maar zeggen. We leefden in een compound vol buitenlanders. Er waren weinig kinderen van mijn leeftijd en de kinderen die wel even oud waren, waren agressief en wilden er alleen maar op timmeren in plaats van vrienden maken. Het was ook nog eens superheet, waardoor ik pas tegen de avond buiten kon spelen en ik vooral veel binnen zat.
Mijn moeder gaf thuis les, waardoor we op ons eigen tempo konden leren. Na een half jaar was ik klaar met de lesstof, dus had ik nog een half jaar de tijd om me te vervelen. Toen we op vakantie een computerboek hadden gekocht, ging ik daaruit codes overtypen, en zo leerde ik het een en ander. Ik ben niet superintelligent, en zeker geen genie, maar ging gewoon rotzooien en kijken wat eruit kwam.
Vet. Je ging vast proberen computerspelletjes te programmeren.
Precies! Ik maakte RPGs. Ik zag in het computerboek een hele gevaarlijke vuurspuwende draak en een gast met een groot zwaard, maar als ik klaar was met overtypen, kwam er bij mij alleen maar tekstgebaseerde zooi uit. Na een tijdje begreep ik hoe ik simpele plaatjes kon creëren, en hoe ik een computer kon laten nadenken.
Toen je klaar was met de middelbare school, ging je toen naar de kunstacademie?
Nou nee. Ik hield van tekenen en schilderen, maar ik had een heel romantisch idee van de kunstenaar als iemand die sliep met zijn kunst, die het leefde. Ik ben niet zo’n uitgesproken genie, maar vind het tof om mooie dingen te maken. Nu snap ik pas dat je als kunstenaar ook gewoon een janboerenlul bent.
Toen ik weer in Nederland woonde, ben ik eerst bouwkunde gaan studeren en later psychologie, maar ik was ook al veel bezig met muziek maken. Toen dat werd opgepikt door John Peel van de BBC dacht ik: hallo, dit is wel heel bijzonder, laat ik serieus muziek gaan maken. Toen ben ik audio design gaan studeren aan de HKU. Met de programmeertaal Max/MSP maakte ik mijn eigen compositiemachines, en tegelijkertijd kon ik er visuals mee maken en dat op een hele natuurlijke manier laten samenkomen. Ik wilde niet alleen muziek op een andere manier visualiseren, maar ook op een visuele manier componeren en dat ook aan mijn publiek laten zien.
Dat was Versum, toch? Als je dichter naar een object toe vloog, veranderde je daarmee ook het geluid?
Dat klopt! Met dat project ben ik afgestudeerd, en toen ben ik met Robert Henke [Monolake en een van de oprichters van Ableton Live] gaan samenwerken. Ik had hem geschreven dat ik graag wilde samenwerken, en hij had iemand nodig om visuals te doen. Zo simpel was het. Toen heb ik het visuele gedeelte van de software verder ontwikkeld.
En toen je een videoclip maakte voor Atoms for Peace, raakte je ook met Thom Yorke in contact. Dat is echt gestoord!
Ja hè? Ik ben zelf ook een fan, het voelt inmiddels vooral onwerkelijk dat ik erover kan spreken alsof ik erin geloof. Hij vond die videoclip zo tof dat hij vroeg of ik ook live mee wilde gaan.
Ik vind het wel bijzonder dat je ook echt naast Yorke op het podium stond tijdens de shows, en niet bij de lichttafel achter in de zaal.
Dat vond ik wel belangrijk. Zo kon ik een directer gevoel hebben van de muzikanten en de actie, en zo kon ik aan mensen laten zien dat mijn werk niet anoniem is maar een kunstvorm met een kunstenaar erachter. Zoals een drummer op zijn drumstel slaat, zo doe ik wat ik doe.
Hoe werk je meestal samen?
Dat is telkens anders, maar de rode draad is dat het altijd heel intensief is met veel repetities en overleg. Thom Yorke was de eerste die zei: “Wat als je het meer op 2D laat lijken?” Dat vond ik eerst heel eng, maar dat schilderachtige werd later een hele nieuwe dimensie van mijn werk. Voor de toeschouwer en mijzelf wordt het dan heel interessant: je weet niet meer in wat voor wereld je zit. Verder heeft Thom me altijd heel erg vrij gelaten, hij heeft een heel sterk vertrouwen in wat ik doe. Hij zegt heel af en toe wanneer hij het kut vindt, maar laat vooral de hele tijd merken hoe gaaf hij het vindt.
En met het creëren van beelden: heb je altijd een concreet idee wat je voor een universum wil scheppen?
Vaak begin ik met een concreet idee van wat ik wil maken. Wanneer ik programmeer maak ik veel fouten, en daarin zie ik weer interessante dingen naar boven komen. Zo maak ik een palet van verschillende plugins, en die kan ik als ‘kleuren’ gebruiken. Voor Continüum [met Paul Jebanasam, red.] wilde ik het effect van Jakobsladders creëren, magnifieke stralen die tussen de wolken door schijnen. Die gingen op hele rare manieren verbuigen, en werden heel licht. Maar dat was juist een mooie fout. Ik heb niet als doel om realistische dingen te maken.
Wanneer je door je universum vliegt: weet je altijd wat voor beelden dat gaat opleveren?
Het komt regelmatig voor dat ik een ander beeld creëer dan de bedoeling is, dat vind ik juist wel tof aan live optreden. Ik zorg wel dat ik mijn fouten kan beheersen en op tactische momenten kan inzetten. Ik improviseer niet echt, mijn partijen liggen wel vast: maar ik kan altijd besluiten een andere kant op te gaan of net iets dynamischer te gaan spelen, net als een drummer, eigenlijk. En net als een drummer hangt mijn spel volledig samen met de rest van de muziek. Soms creëer ik contrapunten, soms doe ik het tegenovergestelde, maar het hangt er altijd mee samen.
Even over Continuum: ik kan met geen woorden beschrijven hoe bizar en imponerend de beelden eruit zien.
Haha, nee hè? Paul had allerlei ideeën over het ontstaan van het universum, en wilde de geschiedenis en toekomst ervan in geluid proberen te vatten. Bescheiden streven, hè? Het is een kosmische reis geworden, ik reageerde op zijn muziek en hij reageerde weer op mijn beelden.
En wat ga je hierna doen?
Nou, mijn eigen audiovisuele werk is tot het niveau gekomen dat ik denk: het kan gepresenteerd worden aan een groot publiek. Ergens rond deze zomer ga ik eens kijken op welke festivals ik dat wil presenteren.
Ik ben benieuwd. Bedankt, Tarik!
(Atoms For Peace live met Tarik Barri)