Sport

Diarree, hoeren en coke: de Nederlander die de ronde van Congo won

De Ronde van Congo bestond oorspronkelijk uit negen etappes, maar bij de koers werden er afgelopen keer maar zes gereden. Het is een rit die niet bepaald te vergelijken is met wielrennen in Europa. Door een opeenstapeling van dubieuze factoren werd het rittenschema na drie dagen volledig omgegooid. Dat leverde nogal bijzondere taferelen op, zoals coke snuivende chauffeurs en overnachtingen in bordelen met zeer geïnteresseerde kamermeisjes.

Een georganiseerde chaos dus, waar wielrenner Niels van der Pijl deel van uitmaakte. De 23-jarige Nederlander reed de Ronde van Congo, de ‘Tour cycliste international de la République Démocratique du Congo’, en greep ondanks alle problemen toch de eindzege. Dit is zijn verhaal.

Videos by VICE


“De meeste wielrenners zijn gestructureerd en georganiseerd. Zij hebben vastgeroeste patronen. Control freaks. Dat ben ik niet. Ik accepteer het zoals het komt. Ik maak mij niet druk over dingen waar ik geen invloed op heb. Die laat ik over mij heen komen. Over het algemeen geldt in Afrika het volgende: als de start om 10:00 uur afgesproken is, dan weet ik zo goed als zeker dat er niet om 10:00 uur gestart wordt. Ik kleed mij om, pak mijn fiets, maar zonder zekerheid of ik ’s ochtends, ’s middags of helemaal niet hoef te koersen.

Toen ik voor de Ronde van Congo landde in Kinshasa moest ik nog verder landinwaarts reizen om naar de startplaats van de eerste etappe te komen. Dat deed ik ook per vliegtuig, maar tien renners konden hun fietskoffer niet kwijt in het vliegtuig. Dat was het begin van de chaos. We zijn wel met zijn allen afgereisd, maar die tien fietsen kwamen een dag later aan. Met de organisatie kwamen wij renners overeen dat de wielrenners met fiets die eerste dag voor het prijzengeld en de daguitslag zouden koersen, maar niet voor het algemeen klassement. Op die manier kregen de mensen in de startplaats toch nog een wedstrijd te zien. Het duurde alleen eventjes voordat het startschot gegeven werd. De minister van Sport zou het startschot geven, maar die had geen zin om voor een half peloton te komen. Na vier uur wachten, in de brandende zon, werd de koers alsnog afgelast.

De volgende dag waren alle fietsen eindelijk gearriveerd, was de minister aanwezig en de organisatie klaar om tóch de Ronde van Congo van start te laten gaan. Het hele schema was een dag opgeschoven, maar niet iedereen was hiervan op de hoogte. Voor de tweede etappe moesten we namelijk opnieuw met het vliegtuig, maar de piloot was niet ingelicht. Het vliegtuig stond niet klaar en de piloot wilde niet. Ik zat daarom vijf uur in een gebrekkige betonnen terminal met de andere renners. Uiteindelijk was er een vliegtuig en werd de piloot gedwongen ons op te komen halen. Er hing die dag dichte mist in de oerwouden van Congo.

We moesten naar Goma, maar dit gehucht had geen verharde en verlichte landingsbaan. Toen de piloot de landing inzette en onder de dichte mist kwam, bleek dat hij de plek van de landingsbaan verkeerd had ingeschat. Ternauwernood wist de piloot een doorstart te maken, waarna werd besloten om terug te vliegen naar de hoofdstad, Kinshasa. Daar bleek het niet mogelijk om heel plotseling een wielerkoers te organiseren. We reden dus geen enkele échte etappe in de eerste drie dagen van de Ronde van Congo.

De koersdirecteur is daarom door de minister ter plekke ontslagen, opgepakt en in de gevangenis gezet. Hoe het met die man is afgelopen, weet ik niet, maar ik verwacht dat hij volgend jaar gewoon weer de organisator is. De Ronde van Congo kreeg vervolgens een andere directeur die een nieuw parcours uitzette op de wegen rondom Kinshasa. Naar Goma gingen we niet meer. Dat was voor veel renners van de Congolese nationale selectie een grote opluchting. Later hoorde ik dat diezelfde dag oorlog was uitgebroken in het gebied rondom Goma en dat er de laatste tijd blanken werden ontvoerd, waar grote sommen losgeld voor werd gevraagd.

Inmiddels was ik toe aan de vierde koersdag, maar tegelijkertijd had ik de openingsetappe nog niet eens gereden. Uiteindelijk heb ik zes etappes gereden. De laatste etappe was typisch voor de hele wielerkoers. De president zou de laatste etappe openen, maar hij liet vijf uur op zich wachten. Meerdere keren werd er gefloten voor de start, dus dan greep ik mijn fiets, maar bleek het telkens loos alarm te zijn. De wedstrijd werd uiteindelijk met tientallen kilometers ingekort.

Van der Pijl in Kinshasa.

Het was complete chaos dus, maar de omstandigheden naast het koersen waren niet veel beter. De meeste hotels in hadden wel elektriciteit, stromend water en wifi, maar waren alsnog niet bepaald plezierig. Omdat onze koers na de drie afgelaste etappes plotseling in en rond Kinshasa gehouden moest worden, waren er geen hotels geregeld. Bovendien werd de last op de schouders van de chauffeurs extra vergroot. We zouden namelijk niet meer per vliegtuig reizen tussen etappes, maar met de auto.

Mijn chauffeur had een beetje moeite met de hoge werkdruk. Net zoals elke andere chauffeur sliep hij tijdens de koers in zijn busje. Door de lange dagen was hij vermoeid. Voor één van de zes etappes moesten we 300 kilometer afleggen. Eerst heen, vervolgens koersen, dan weer terug. Toen de koers in de avondschemer gefinisht was, moest de chauffeur ons nog 300 kilometer door een desolaat en donker landschap terug rijden. Om te voorkomen dat hij in slaap zou vallen, snoof hij cocaïne tijdens het rijden. Ik heb hem gevraagd of dat wel verstandig was. ‘Dat houdt mij scherp,’ zei hij. Even later reed hij met zijn spiegel tegen een voetganger aan. Hij zei: ‘Als voetganger moet je ook niet op de weg lopen.’

Eenmaal aangekomen zat ik in een hotel waar zwarte beestjes over het matras liepen als ik het laken optilde. Een ander matras had het hotel niet, dus heb ik er een handdoek bovenop gelegd. Toch heb ik heerlijk in dit hok geslapen.

Een andere merkwaardige plek waar ik de nacht doorbracht, was na een etappe langs de kust van Congo. We reden met auto’s terug naar Kinshasa. In het gebied tussen de kust en Kinshasa is geen toerisme. Ik kwam laat in de avond aan in een dorp waar het hotel zou moeten zijn. Aan de enige geasfalteerde weg in de regio was nog niet eens plek om je te laten slapen. De chauffeur sloeg af, een zandweg op en het duister in. Ik was opgelucht toen ik aankwam en het hek van het gebouw geopend werd. Maar ook in dit hotel heerste chaos, want er waren niet voldoende slaapplekken voor iedereen. Ik heb de eerste de beste kamer gepakt.

Ineens klopte er iemand op de deur. Ik verwachtte een ploeggenoot, maar er stond ineens een zeer schaars geklede jongedame voor mijn neus die vroeg of alles naar wens was. Ik moest een aantal keer met mijn ogen knipperen om mijn ogen te geloven. Heel even dacht ik dat ik in het meest gastvrije hotel van Congo aangekomen was, maar dit hotel bleek een bordeel te zijn. Daar kwam ik achter toen ik om twee uur ’s nachts uit bed werd gesleurd. De kamer waar ik in verbleef was namelijk gereserveerd voor de Franse ploeg. In de gang, op zoek naar een nieuwe kamer, waren alle ‘kamermeisjes’ zeer geïnteresseerd in mij. Toen ik een nieuwe kamer gevonden had, ben ik met een goed zelfbeeld rustig in slaap gevallen.

Renners en organisatoren van de Ronde van Congo op het podium.

Dan het publiek; in Congo was het besef dat de koers een stukje nationale trots is heel groot. Iedereen was daar supertrots als de wedstrijd door hun dorp kwam. Negen-tot-vijf-banen kennen ze niet, dus iedereen stond langs de kant. Tijdens een criterium stond het publiek langs het gehele parcours twee tot vijf rijen dik. Bij de finish was het nog drukker. De mensen gingen helemaal uit hun dak als er een Congolees in de aanval ging. De politie trad hardhandig met riemen en stokken op wanneer iemand zich niet aan de regels hield, dus dat was effectief.

‘s Ochtends at ik stokbrood en ’s middags rijst met kip. Soms hadden we pasta. Groenten, zuivel en vitaminen kreeg ik nauwelijks binnen. Diarree was daarom eigenlijk niet te voorkomen; dat hoort bij Afrika. Gelukkig kreeg ik er pas op een van de laatste dagen last van. Voor mijn koersresultaten was dat mooi meegenomen, want bij diarreeklachten neemt het lichaam minder voedingsstoffen op. Alleen ben ik wel met koorts en zware buikloop naar het vliegveld vertrokken. Vlak voordat we met de bus naar het vliegtuig gingen om te boarden, ben ik nog naar het toilet geweest. Ik dacht dat het wel goed zou komen, maar er werd een extra handbagagecontrole ingelast.

Op het vliegveld kreeg ik weer buikloop. Ik heb toen in mijn broek gescheten. De brandweermannen hebben mij vervolgens achter hun brandweerauto met een straal bluswater schoongespoten. Gelukkig had een medepassagier nog een onderbroek in zijn handbagage en kon ik ook een korte broek en een T-shirt regelen. Werkelijk alles wat ik aanhad zat eronder, dus ik heb al mijn kleren achter de brandweerauto laten liggen en ik ben op blote voeten verder gereisd. Dit was het schaamtevolste moment uit mijn leven. Het is geen verhaal dat ik graag op verjaardagen vertel.

Ondanks alle chaos en ontberingen was het allemaal wel de moeite waard. De koers is een fantastische manier om een land te leren kennen. Je ziet ontzettend veel, misschien wel meer dan wanneer je acht uur in een auto reist. Daarnaast leer je de cultuur extra goed kennen. Congo is echt geen vakantieland dat je vaak tegenkomt in reisbrochures, maar door er te fietsen heb ik het land wel leren kennen. Ik vind dit makkelijker en leuker dan gewoon een beetje normaal vakantievieren.”

Dit is een monoloog uit de serie VICE Sports Avonturiers. Zie hier alle verhalen uit deze serie.

Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.