Of je nou warm wordt van Rembrandt, van opgezette dieren of van dakpannen, er is voor iedere smaak een museum. Tot en met 14 april is de Museumweek, en daarom besteden we de komende tijd extra aandacht aan de immense diversiteit aan musea die Nederland te bieden heeft.
De Nederlandse ontwerper Bertjan Pot wilde in 2010 een tapijt maken, maar omdat zijn proefontwerpen nogal bobbelig werden, mislukte dat compleet. Net toen hij zijn maaksels in de afvalbak wilde kieperen, merkte een vriend op dat ze wel wat weg hadden van gezichtjes, en besloot Pot er een masker van te maken. Dit was het begin van zijn maskerserie, waarvan meerdere exemplaren nu tot de collectie behoren van het Textielmuseum in Tilburg. Het werk Mask is dit jaar zelfs uitgeroepen tot het grote pronkstuk van het museum.
Videos by VICE
Mask is nog nooit in het museum tentoongesteld, maar ter ere van de Nationale Museumweek is-ie nu zowaar een keer van zolder gehaald. Daarnaast worden er deze week ook interactieve rondleidingen georganiseerd rondom deze maskers, waarbij je “in dialoog kunt gaan over de rol van maskers in onze cultuur”. En iedere kans die je daarvoor hebt, moet je met beide handen aangrijpen, is mij altijd geleerd.
Als ik ‘s ochtends om elf uur aankom bij het museum, zie ik dat mijn gezelschap vooral uit vrouwen van minstens twee keer mijn leeftijd bestaat. Afgezien van Myriam Gras, de rondleider. Zodra we bij Mask staan, vraagt ze: “Wat zien jullie er precies in?”
Ik zeg dat ik hem een beetje droevig vind, waarop een van de vrouwen gelijk laat weten het daar niet mee eens te zijn. “Welnee, hij lacht ons uit.” Iemand anders merkt op dat-ie vier oren heeft, en dus waarschijnlijk wel goed kan horen, en er wordt ook een vergelijking getrokken met een clown. Opvallend is dat we het er blijkbaar met z’n allen over eens zijn dat het masker een mannelijk geslacht heeft.
Wat ook opvallend is, volgens Myriam althans, is dat deze maskers gemaakt zijn door een Nederlandse kunstenaar. “In Nederland hebben we nauwelijks een maskertraditie. Kunnen jullie opnoemen wat voor maskers we in onze samenleving gebruiken?” De groep denkt even na. “Een zuurstofmasker?” zegt iemand.
Myriam probeert ons wat verder te laten denken. “Zou make-up ook een masker kunnen zijn?” Ik denk aan mondkapjes, of bivakmutsen. “Een boerka,” hoor ik naast me. “Een baard misschien ook wel?” “En kleding, hoe zit het daarmee?”
Samen komen we tot de conclusie dat maskers in ieder geval te maken hebben met het verhullen of juist benadrukken van je identiteit, en dat de plek waar we onszelf bij uitstek laten zien of verbergen, social media zijn. “Soms wil ik iets posten, maar doe ik het toch niet omdat ik geen zin heb in negatief commentaar,” licht een vrouw toe die een paarse glittertrui draagt.
De dame die naast me op een bankje zit bekent dat ze weleens op de vingers is getikt door haar kinderen, omdat ze dingen op Facebook wilde delen waar ze het eigenlijk zelf niet mee eens is. “Als je iets deelt, gaan mensen er blijkbaar ook van uit dat je daarachter staat,” legt ze uit. En doordat je altijd wel twee keer nadenkt voordat je echt iets plaatst, geef je eigenlijk geen volledig beeld van wie je echt bent.
Voordat ik aan deze rondleiding begon, had ik niet verwacht dat ik met deze vrouwen een gesprek zou hebben over onze online identiteit. Hoewel ze zich verder niet zozeer bezighouden met facetunen of selfies posten met konijnenoren, zijn we het erover eens dat er toch wel iets van een maskercultuur in Nederland is ingetreden, namelijk die van social media. Al zeggen we ook in het echte leven lang niet altijd alles wat we denken, en zetten we in bepaalde zin ook dan een masker op.
De vrouwen van mijn groepje zeggen in ieder geval precies wat in ze opkomt, en dat is ook net wat deze rondleiding zo vermakelijk maakt. Je gaat in gesprek met wildvreemden, en laat je gedachten de vrije loop. En dat alleen maar aan de hand van één object in een museum. Dat misschien wel nooit had bestaan als Bertjan Pot negen jaar geleden wél een geslaagd tapijt in elkaar had weten te zetten.