De eerste weken van een nieuw academisch jaar zijn veruit de mooiste. Natuurlijk heb je er de hele zomer tegenaan lopen hikken, maar als we de feiten op een rijtje zetten moeten we toch concluderen dat er weinig weken zijn waar zo veel plezier wordt uitgesmeerd over zo weinig dagen. Onder het mom van ‘nieuwe vrienden maken’ kun je iedere dag wel ergens terecht om jezelf een stuk in de kraag van je nieuwe hemd (bedankt nog, pap) te zuipen, en alleen de realiteit neemt je dat kwalijk. Maar hey, goed nieuws: juist van die realiteit is geen spoor te bekennen in de introweken.
De belangrijkste dienstverleners in dit proces zijn de artiesten die op het podium staan van de goorste toko’s en lijpste introfeesten. Want terwijl jij een beetje braaksel uit je mondhoek veegt en tegen jezelf zegt dat je nu écht naar huis moet, gooien zij precies het juiste hitje erin. Deze week spreken wij een aantal artiesten die daar regelmatig optreden over hoe het voor hen is op studentenfeestjes en vragen we ze naar hun goorste anekdotes. Vorige week spraken we al met Bizzey en Ruben van The Partysquad. Vandaag het verhaal van Dio:
Videos by VICE
“Ik heb echt heel veel van dit soort feestjes, en natuurlijk ben ik wel eens wakker geworden in een studentenhuis zonder te weten what the fuck er was gebeurd of wie er precies naast me lag. Toch vind ik het moeilijk om met een heel specifiek verhaal te komen. Ik ben inmiddels professioneel geworden, en de laatste jaren is het vaak erin en eruit als ik moet optreden. Het is mijn werk en geen spelletje meer, en als je elke keer met een gestrekt been erin gaat verandert je leven in een veldslag.
Ik heb in ieder geval geen moment spijt gehad dat ik niet zelf bij een corps heb gezeten. Het is een mooi schouwspel, maar ik voel nooit jaloezie als ik ze zie en al helemaal niet een drang om erbij te horen. Het zijn hele heftige mensen gewoon. De gevestigde hiërarchie in een sociëteit en hoe ze in dat spel met elkaar omgaan is heftig. Neem alleen al de manier waarop ze praten.
Ik was laatst in Rotterdam om op te treden, en voor mijn show heb ik een technische rider. Daar staan dingen op die ik gewoon echt nodig heb om op te treden. Maar na een snel rondje ziet m’n dj dat er gewoon nul benodigde dingen aanwezig zijn, en dan beginnen ze het allemaal goed te lullen. ‘Dat komt wel goed als je eenmaal de microfoon hebt! We gaan het gewoon doen, je bent echt een chille baas!’ Nee. Ik kom hier om m’n werk te doen.
Maar toch zijn studentenfeestjes echt fijn voor een artiest. Het is – misschien naast de mensen op festivals – het meest dankbare publiek dat er is. Daar durf ik m’n hand voor in het vuur te steken, elke keer dat we er zijn gaat het gewoon los. Ze hebben geen reserves, vanaf minuut één is het aan. Daarom geniet ik er het meest van om daar te staan.
Maar de geur is wel altijd verschrikkelijk. Vanaf het moment dat je uit de auto stapt kom je terecht in een soort walgelijke lucht van bier gemixt met kots. Alsof je Tsjernobyl binnenstapt. Dat je om je heen mensen ziet die relatief prima functioneren, terwijl jij denkt: hoe kun je hier leven? Neem alleen die tyfustroep altijd, overal. Het is niet te doen.”
De komende weken duikt VICE volop in het studentenleven, en alles wat daarbij komt kijken — van smartdrugs en soa’s tot hospiteren en protesteren. Lees hier meer.