Al vaker hebben Guy en Howard Lawrence van Disclosure gezegd dat ze helemaal geen garage of deephouse maken, of welk genre dan ook waarvan ze worden beschuldigd het te verpesten. Ze zeggen zelfs dat ze popmuziek maken, beïnvloed door de sound en vorm van dance. Uit dingen die ze eerder beweerden blijkt al dat er een groot gat zit tussen Disclosure en de clubscene: dj-en zou weinig invloed hebben op hun echte interesse, het produceren van muziek; ook hebben ze totaal geen interesse in drugs, en Howard drinkt zelfs niet.
Disclosure neemt bewust afstand van de clubcultuur, maar waarom staan we er dan op dat het nog steeds wordt gezien als dancemuziek?
Videos by VICE
Het is een veelbesproken onderwerp in de afgelopen paar jaar, sinds de tijd dat Disclosure met een debuutalbum kwam. Op het moment van schrijven bestond op z’n minst de helft van de Engelse top-20 uit dancemuziek. Met dat gegeven kunnen we er misschien vanuit gaan dat dancemuziek terug is aan de top, maar er is iets veranderd. Al die nummers klinken misschien als dancemuziek, maar ze fungeren als popliedjes. Met namen als Sigala, Calvin Harris en Galantis is dance populairder dan ooit, maar zowel de term als de muziek heeft een andere betekenis gekregen. Natuurlijk wordt de muziek wel gedraaid in clubs – tussen Trap Queen van Fatty Wap en I Can’t Feel My Face van The Weeknd door –, alleen is dit dancemuziek die niks te maken heeft met nachtclubs en geen echte connectie heeft met clubcultuur. Als het wordt gedraaid, gebeurt dat als een popliedje en wordt het niet in een dj-set gemixt.
De laatste plaat van Disclosure, Caracal, is misschien wel de duidelijkste vertaling van de afstand tussen populaire dancemuziek en de clubscene. Het heeft de vorm en de functie van een popplaat, en het grootste deel van de nummers is korter dan vijf minuten – iets wat in clubtermen ongeveer gelijk staat aan klaarkomen voor je überhaupt je broek uithebt. In een recent interview met Pitchfork zeggen de broers dat het nummer Nocturnal met The Weeknd ongeveer het langste nummer is dat ze ooit gemaakt hebben. Het nummer duurt 6 minuten en 45 seconden. In die tijd heb je misschien net je shirt uit kunnen trekken en je riem los kunnen maken, om het zo maar te zeggen.
Caracal volgt de klassieke couplet-refrein-couplet-structuur van de popsong. De samenwerkingen met Lorde tot aan Miguel en natuurlijk weer Sam Smith, zorgen bij voorbaat al voor een popsterrenstatus. De vocalen zijn delen van het nummer, niet hergebruikte loops die verwerkt worden in en over een beat. Ze zingen volledige coupletten en hun identiteit komt even duidelijk naar voren als zou zijn gebeurd in hun eigen nummers. Op dit nieuwe album zingt Howard Lawrence zelf ook een aantal vocalen in. Een schaarse kwaliteit die bijna nooit voorkomt in de wereld van elektronische producties. Het is een goed dancepopalbum, en mensen gaan er zeker van genieten, maar de manier waarop ze er naar luisteren en waar dit gebeurt, laat zien dat er echt een verandering gaande is.
Deze muziek is niet gemaakt voor de club, het is gemaakt voor Spotify. Er zullen geen radio-edits komen van de tracks, omdat de tracks al radio-edits zijn: korte, pakkende, slimme en briljant uitgevoerde voor op de radio. We hebben chartvriendelijke dancemuziek eerder meegemaakt, maar zelfs een track als Music Sounds Better van Stardust werd evenveel gedraaid door dj’s als op de autoradio. Eerder zijn tracks die gemaakt werden voor de club zelf uit deze omgeving omhoog geklommen en terechtgekomen in de mainstream; nu maakt Disclosure een sloot aan populaire dancemuziek onafhankelijk van de clubscene.
Deze soort dancemuziek zit in een vacuüm. Verstopt onder trailers van nieuwe series, geluisterd door pre-teens, en meegezongen door mensen die clubs alleen nog begrijpen als plekken waar ze vroeger heengingen maar nu niet meer omdat ze liever naar een concert van Years and Years gaan en vroeg naar bed willen; het is muziek voor workouts en spinning-lessen, en voor taxiritjes tijdens een kroegentocht. Het is een soundtrack voor snapchatverhalen. Het wordt gedraaid bij Jools Holland, niet tijdens een Boiler Room-sessie. Dat is een belangrijke verschuiving: dancemuziek is afgeleid van andere genres. en dat maakt het van een nieuwe soort.
Voor de duidelijkheid: dit is geen aanval op de mainstream. Het succes van Jamie xx’s In Color – een plaat die veel serieuzer wordt genomen dan de gemiddelde Sigma-release – is een ander voorbeeld van de sounds uit clubland die werken voor een ander publiek. Er zijn verschillen tussen Jamie xx en Disclosure: een track als Gosh kan gemixt worden in een dj-set, en dit gebeurt dan ook vaak door Jamie xx zelf, bijvoorbeeld. Maar het album slaat in de clubs nog niet echt aan. Op YouTube en festivals doet-ie het dan wel weer goed. Een publiek dat zijn muziek nooit in een nachtclub zou horen en niet eens zou overwegen om naar een club te gaan, hoort sounds van jungle, garage, breakbeat en pianohouse in een totaal nieuwe context.
Jamie xx wordt – misschien onterecht – gezien als een meer geloofwaardige connectie tot ‘echte dancemuziek’ dan Disclosure, maar in de echte wereld is zijn publiek waarschijnlijk net zo disconnected als dat van Disclosure. Jamie xx’s In Color geeft de clubsound in echo’s weer, maar je krijgt niet de oprechte ervaring.
In een periode waar danceacts als Disclosure en Jamie xx de publieke aandacht domineren, en de single-top-10 er precies hetzelfde uitziet als de dance-top-10, lijkt de situatie in Engeland, waar steeds meer clubs verdwijnen, opvallend. Maar misschien is het te verklaren door het feit dat deze twee dingen, dance en nachtclubs, niet langer dezelfde of überhaupt een relatie hebben. Tracks ervaren niet meer dezelfde levensloop en hebben geen aantrekkingskracht voor ze op de radio zijn gedraaid. Steeds vaker lijkt het zelfs alsof ze voor de radio worden gemaakt.
Natuurlijk wil dit niet zeggen dat er geen echte clubmuziek meer gemaakt wordt. Er zijn de laatste jaren meer geweldige en verschillende 12″s uitgebracht dan ooit tevoren, van Night Slugs tot Ninja Tune. En er zijn absoluut voorbeelden van tracks – zoals Ambience van Mele – die enorm succesvol zijn in de mainstream, ondanks dat ze officieel uitgebracht zijn op een speciaal dancelabel (Lobster boy). Sommige artiesten zijn geboren voor de club, maar nu hebben ze concurrentie van een nieuwe vorm van dance die puur bedoeld is voor de Jools Hollands van deze wereld of voor het achtergrondgeluid in een Studio Sport-filmpje – het bestaat compleet onafhankelijk van de clubcultuur waaruit het ontstaan is. Dat maakt het niet kut of onorigineel, het betekent alleen dat popmuziek en dancemuziek niet langer in de flirtfase zitten, maar daadwerkelijk met elkaar in het huwelijksbootje zijn gestapt.