Geen zin om dit verhaal te lezen? Beluister dan hier de ingesproken versie:
Het is 4:00 uur ’s nachts en hij is doodop. Willem* staat in zijn onderbroek te midden van het zelfgefabriceerde drugslab in zijn keukentje. Uit zijn boxen klinkt Rage Against The Machine op maximaal volume. Zijn werkdag begon al om 8:00 uur vanochtend en inmiddels branden zijn ogen van vermoeidheid. Hij staat voor de 5e keer op rij 32 potten met uitgekristalliseerde DMT, water en petroleumether een voor een te schudden, terwijl er op zijn gasfornuis een pannetje met een gebakken ei staat te pruttelen. Hij houdt de glazen weckpot stevig in zijn handen en schudt ermee, als er een gaswolk uit ontsnapt. Het proces was bijna volbracht. Dan had Willem op deze dag 25 gram DMT geproduceerd, met een straatwaarde van 2250 euro. Maar nu ontstaat er een steekvlam en staan zijn handen in brand.
Videos by VICE
Snel zet hij de pot weg en dooft hij de vlammen op zijn huid met een theedoek, waarna hij zich met natte handdoeken over het vuur op zijn tafel ontfermt. Door de stinkende petroleumdampen heen ruikt hij dat zijn baard is verschroeid, en als hij het gasfornuis uitzet ziet hij dat ook zijn armhaar weg is. Minutenlang staart Willem naar het verschrompelde ei in de koekenpan, terwijl er lauw kraanwater over zijn armen stroomt. Zijn hart zit in zijn keel. Niet veel later sluit hij zijn laboratorium af en gaat hij naar bed met nog maar één wens: slapen.
In zijn keukentje was Willem nachtenlang aan het werk, terwijl de drugsdampen stilaan het huis ontvluchtten, gemaskeerd door smeulende wierookstokjes die in de kozijnen lagen te roken.
“Ik heb er godzijdank niks aan overgehouden, maar dit maakte wel indruk,” zegt hij over die bewuste nacht. “Als je over je eigen grens gaat, door langer door te werken of te veel tegelijkertijd te maken, ga je fouten maken. En fouten zijn in potentie levensgevaarlijk, in dit vak.”
In zijn keukentje was hij nachtenlang aan het werk, terwijl de drugsdampen stilaan het huis ontvluchtten, gemaskeerd door smeulende wierookstokjes die in de kozijnen lagen te roken. De aantrekkingskracht van het snelle geld dat Willem verdiende, kreeg hem in de greep. In vijf jaar tijd raakte Willem verzeild in een schaduwwereld. Een zwarte economie waar in 2017 zo’n 18,9 miljard euro’s doorheen stroomden, volgens recent onderzoek van de Politieacademie. Een wereld waarin de georganiseerde criminaliteit de politie nog altijd te slim af is.
Willem woont doordeweeks in een caravan, in een klein Brabants dorpje, tientallen kilometers van Oss en Eindhoven vandaan. In het weekend woont hij in een huis, ergens anders in Brabant. Hij werkt sinds een paar maanden op een boerderij, waar ze biologische groenten en fruit verbouwen. Hij laat zijn met zwart zand bedekte vingers laat zien. “Het is totaal iets anders dan drugs koken, maar daar had ik ook wel behoefte aan,” zegt hij lachend.
We hebben vlakbij zijn werk afgesproken en lopen over een verlaten olifantenpaadje tussen weilanden en bebossing. Hij is nog maar 26 jaar oud, en met zijn lakleren puntschoenen, nette blauwe broek en Tommy Hilfiger-trui om zijn schouders ziet hij er niet uit zoals je zou verwachten van een drugsproducent.
Hoe kan het dat een welbespraakte, keurig ogende jongen op zijn 22e synthetische drugs ging produceren? “Het begon allemaal met fascinatie voor dat spul,” zegt Willem. Hij was 21 toen hij voor het eerst DMT rookte. Al sinds de middelbare school was hij benieuwd naar het extreme tripmiddel en hij had er al vaak naar gezocht. Zonder succes – DMT is behoorlijk zeldzaam op de zwarte markt. Uiteindelijk krijgt hij het toch in handen. “Ik herinner me de eerste keer nog als de dag van gisteren. Ik was bij vrienden en ik hoorde dat zij DMT in huis hadden. We besloten het de volgende dag te roken. Dus daar zat ik de volgende middag, met vier vrienden op de bank en met een pijpje in mijn hand. De zenuwen gierden door mijn lijf. Ik haalde diep adem, nam drie trekjes, en nog voordat ik het DMT-pijpje weg kon leggen was ik compleet van de wereld. Het middel werkt direct, alsof je gelanceerd wordt. Het pijpje en de aansteker zijn door een vriend uit mijn handen getrokken en met een duwtje werd mijn bovenlichaam door hem tegen de bank aan gedrukt – ik had nergens meer controle over.”
Gedurende de hele trip – die in werkelijkheid nog geen kwartier duurde – houdt Willem zijn ogen open. Hij ziet alle objecten in de kamer loskomen en vervolgens door de kamer vliegen. Zelfs de televisie, die achter hem staat, vliegt om hem heen, terwijl zijn vrienden stuk voor stuk misvormen, opstijgen, uit zijn gezichtsveld verdwijnen en vervolgens over het plafond lopen. “Het is heel gestoord, maar je hebt op zo’n moment geen tijd om erbij stil te staan. Daarvoor gaat het allemaal te snel. Angst komt niet aan bod in zo’n trip: je voelt een onbeschrijfelijke verbondenheid en liefde. Maar toen ik vervolgens weer terugkwam in de realiteit, scheet ik wel mijn broek vol. Flabbergasted was ik, getraumatiseerd zelfs. Maar ik vond het tegelijkertijd prachtig.”
De ervaring liet zo’n diepe indruk achter dat Willem het niet los kon laten. Hij begon online research te doen naar de herkomst van DMT, om zijn ervaring beter te kunnen begrijpen, en kwam erachter dat het niet zo heel moeilijk is om zelf DMT te maken. “Ik heb scheikunde op de middelbare school zo snel mogelijk laten vallen, maar een ‘zuur-base-extractie’ is geen ingewikkelde scheikunde. Bovendien staat het internet vol met tips voor ‘kitchen chemistry-technieken’.”
Voor honderdvijftig euro haalde Willem de benodigde basismaterialen en apparatuur in huis om zijn keuken om te toveren tot een hobbyistisch drugslab. “Die eerste productie was echt aankloten. Ik volgde gewoon maar de stappen van het recept dat ik had uitgeprint. Ik vond het vreselijk spannend en schrok steeds van de chemische processen, maar het was buitengewoon fascinerend. Uiteindelijk had ik twee gram DMT. Dat gaf een geweldig gevoel, al wist ik nog niet of het poeder z’n werk zou doen.”
“Ik heb mijn eigen DMT altijd zelf als eerst gerookt,” vertelt Willem. “Dat was de eerste keer heel erg spannend. Ik was bij een vriend thuis, mijn toenmalige vriendin was er ook bij. Ze wisten dat ik ermee bezig was, maar toen ik mijn eigen gebrouwen DMT op tafel legde viel er een gespannen stilte. ‘Heb je het zelf al gerookt?’ vroeg mijn maat. Nee dus. Ik besloot naar boven te gaan, en stak een pijpje met mijn DMT erin aan, terwijl mijn vriendin naast me zat. Waarom ik dacht dat het wel goed zou gaan weet ik niet, maar het pakte gelukkig inderdaad goed uit. Het was magisch!”
“Ik kon uren kijken naar het uitkristalliseren van de DMT-kristallen in een glazen pot. Dan is scheikunde pure porno.”
Een jaar later had Willem zijn opleiding voor uurwerktechnicus afgerond en werkte hij vijf dagen in de week in een magazijn. Hij besloot om met zijn bij elkaar gespaarde 1500 euro professionelere materialen aan te schaffen voor de productie. Hele weekenden isoleerde hij zich, om thuis tot diep in de nacht DMT te produceren. “Behalve voor het spul zelf, ontwikkelde ik ook een enorme liefde en fascinatie voor scheikunde. Ik kon uren kijken naar het uitkristalliseren van de DMT-kristallen in een glazen pot. Dan is scheikunde pure porno,” zegt Willem met glanzende ogen.
Het begint donker te worden als we teruglopen naar het erf waar zijn caravan staat. “Als iets me fascineert, dan draai ik er een beetje in door,” zegt hij terwijl hij zijn trui aantrekt. Nadat hij vriendelijk een voorbijganger heeft begroet, en deze buiten gehoorafstand is, vertelt hij verder. Al snel stonden de kasten in zijn huis vol met potten natriumhydroxide, flessen azijn, glazen en plastic buisjes, en grote weckpotten. Door zijn hele huis slingerden slangetjes, plastic doseerspuiten en mappen vol met uitgeprinte recepten, onderzoeken, artikelen en zijn eigen aantekeningen. Als Willem de lijst van materialen opsomt, schiet hij even in de lach. “Het is natuurlijk niet slim om alles zo slordig in je eigen huis te bewaren, maar ik was vrij roekeloos in het begin. Als ik bezoek had van vrienden, schrokken ze aanvankelijk nog. Maar ik deed er nooit geheimzinnig over en uiteindelijk vonden ze het ook wel spannend.”
“Het produceren ging steeds beter,” vertelt hij. “Ik vroeg aan mijn vrienden: ‘Zo jongens, wie wil er DMT kopen?’ Dat viel tegen. Sommigen wilden af en toe wel een dosis kopen, maar meer kreeg ik niet kwijt. ‘Een dosis? Ik heb hier een hele opscheplepel voor je,’ zei ik dan, maar ik had al snel door dat ik het niet allemaal aan mijn vrienden kon slijten. Op een gegeven moment had ik 300 gram gemaakt, wat een straatwaarde heeft van 27.000 euro. Toen ben ik op zoek gegaan naar grotere afnemers.” Hoe Willem met deze afnemers in contact kwam, wil hij niet vertellen. “Dat was wel wat anders dan de hippies en psychonauten die ik voorheen bediende. Ik kreeg opeens te maken met zakelijke types. Rijke stinkerds. Dat gaf wel een kick hoor! Overigens kwamen ze stuk voor stuk heel erg vriendelijk over. Afspraken werden nagekomen en het geld stroomde binnen.”
“Toen ik doelbewust grote hoeveelheden DMT produceerde voor de verkoop, begon ik me steeds meer een crimineel te voelen.”
Willem ging steeds efficiënter te werk in zijn keuken en de productie nam exponentieel toe. In het begin werkte hij met een glazen potje, later werd dat een grote pot waar een liter in past. Vervolgens werden het 4 van zulke potten, 8 potten, 16 potten en uiteindelijk produceerde Willem in 32 literpotten tegelijk zijn DMT. Hij rekent even voor: “Dat betekent dat je 160 keer vloeistof staat toe te voegen, en 3200 keer een pot staat te schudden. Dan is het gewoon werk geworden en kun je al lang niet meer spreken van een hobby. Toen ik doelbewust grote hoeveelheden DMT produceerde voor de verkoop, begon ik me steeds meer een crimineel te voelen. Op dat punt kun je niet meer ontkennen dat je keihard de wet overtreedt, maar dat vond ik ook wel lekker. Ik wist heel erg goed waar ik mee bezig was en hoe professioneler ik werd, hoe groter de kick was die ik kreeg. Ik stond dan keihard mee te zingen met Fuck The Police van NWA, terwijl ik in mijn eigen keuken harddrugs aan het koken was. Ik vond dat oprecht geweldig.”
Als we bij zijn caravan zijn aangekomen, op het terrein van zijn nieuwe werkgever, vertelt hij over de technische kant van het verhaal. “De meeste materialen haalde ik gewoon bij de bouwmarkt. De eerste keer stellen ze geen vragen, maar als je daar voor de tiende keer vijf flessen natriumhydroxidekorrels haalt, vragen ze wel waar je dat voor nodig hebt. Dat spul heb je voor de productie van bijna alle synthetische drugs nodig en je kunt er zelfs bommen mee maken. Soms willen ze daarom je identiteitskaart registreren. Maar goed, dan ga je gewoon naar zoveel mogelijk verschillende bouwmarkten,” vertelt hij.
Uit zijn caravan haalt hij een paar volgeschreven schriftjes tevoorschijn. “Het is voor mij niet meer zomaar het boekje volgen – ik ben er heel secuur mee bezig geweest de afgelopen jaren.” Aan de hand van experimentjes, research en ongelofelijk veel eigen documentatie bleef Willem zijn recepten en procestechnieken verbeteren. Ook ging hij zich specialiseren in de productie van changa: een aan DMT verwant middel waar DMT het belangrijkste bestanddeel van is. “Nog veel zeldzamer dan DMT!” roept hij als een bevlogen chemicus.
Willems toon wordt minder luid als hij vervolgt: “Chemisch afval, dat is wel een dingetje. Voor mij persoonlijk ook – ik bedoel, je brengt er wel schade mee aan. Ik heb mijn afval een paar keer naar een gemeentewerf gebracht. De eerste keer vroegen de mannen die daar werkten hoe ik aan dat afval kwam, waarop ik heel zenuwachtig begon te bazelen. Waarschijnlijk waren ze al lang blij dat ik het niet op straat wilde dumpen, want de mannen keken elkaar even aan, waarna eentje zei: ‘Laat maar staan’. Ik ben heel snel weggereden en daar nooit meer teruggekomen. Gemeentewerven blijven lastig, je kunt daar nooit veel kwijt zonder vragen te krijgen.
Ik heb mijn afval ook een keer door het toilet gespoeld, maar daar voelde ik me echt kut over. Andere keren zette ik mijn afval in jerrycans ergens aan de straat, wanneer het grofvuil werd opgehaald. Dat is ook niet netjes – dan maak je er iemand anders z’n probleem van. Maar je staat al aan de verkeerde kant van de wet, dus je kunt ook niet veel anders. Echt bang om gepakt te worden was ik niet – ik heb niet het idee dat de politie heel erg op zoek is naar producenten van bijzondere psychedelische drugs. Kijk, als je een reusachtig LSD-lab hebt, of de spil bent in een crimineel netwerk, dan is het wat anders. Ik was meer een simpele ZZP’er.”
Op zijn vierentwintigste kreeg Willem zulke grote afnemers dat hij stopte met zijn reguliere werk. “Dat waren jongens van een ander kaliber. Die types nemen je eerst mee uit eten in een duur restaurant, waar ze de eigenaar van kennen. Steenrijke vertegenwoordigers van de onderwereld. Hele vriendelijke gasten wel hoor. Geen gezeik en ook geen gedreig – altijd handje contantje. Ze waren altijd tevreden over mijn product, deals werden nagekomen en de tassen vol met geld bleven mijn kant op komen.”
Op zijn vierentwintigste kreeg Willem zulke grote afnemers dat hij stopte met zijn reguliere werk. “Dat waren jongens van een ander kaliber. Steenrijke vertegenwoordigers van de onderwereld.”
Thuis stortte Willem zich volledig op het koken van DMT. De penetrante geur van petroleumether hing constant in zijn huis. Omdat hij met zijn ramen open werkte, werd hij steeds angstiger om ontdekt te worden. Hij was bang dat de wierook in zijn kozijnen niet meer voldoende was om argwaan bij zijn buren te voorkomen. Steeds meer begon Willem iedereen die zijn huis passeerde te wantrouwen, en hij voelde zich steeds minder prettig in zijn huis. “Toen ik fulltime bezig was kreeg ik last van paranoïde denkbeelden,” vertelt hij. “Dat werd misschien ook aangewakkerd door de lange werkdagen en een tekort aan nachtrust.”
Er kwamen zoveel opdrachten, dat Willem het contact met zijn omgeving verloor. “Wekenlang was ik aan het werk, zonder mijn vrienden te zien.” Hij verdiende ook al snel zoveel geld, dat het zijn waarde haast leek te verliezen. “Ik dacht altijd dat het je gelukkig zou maken, maar ik werd al lang niet meer gelukkig van geld,” zegt hij. “De gasten waar ik inmiddels zaken mee deed, wilden dat ik ook speed of xtc voor ze ging produceren. Ik kon dan een afgelegen huis, vol laboratoriumapparatuur en alle benodigde middelen krijgen. Alles zou voor me worden geregeld. Ik zou er in alle rust kunnen werken en duizenden euro’s per maand gaan verdienen,” zegt hij.
Hij kijkt bedenkelijk en slikt even. “Dat ging me een stap te ver. Het was mooi geweest. Ik had jarenlang overuren gedraaid, en de vermoeidheid begon z’n tol te eisen. Ik kwam amper buiten – stond altijd in die chemische dampen drugs te koken, met het risico opgepakt te worden, of mijn huis te zien afbranden. Ik wilde het bij DMT houden. Dit is meer de wereld van hippies, trippers en psychonauten. Als je speed of cocaïne verkoopt, krijg je met hele andere figuren te maken.
Het afgelopen jaar heeft Willem geleidelijk de samenwerkingen met zijn grote afnemers opgezegd. “Dat verliep gelukkig vlekkeloos,” zegt hij erover. Hoeveel het er waren, wil hij niet vertellen. Of hij er voorgoed klaar mee is? “Daarvoor vind ik het veel te leuk. Scheikunde zal altijd een hobby blijven. Ik zou het geweldig vinden om later een hobbylaboratorium in mijn huis te hebben. Maar hardcore drugs koken, die fase is voorbij.
“Ik prijs me gelukkig dat ik nooit ben gepakt en ik heb er flink wat spaargeld aan overgehouden. Uiteindelijk heb ik er ook veel van geleerd, maar ik wilde mijn vrijheid terug. Daarom ben ik een agrarische opleiding gaan doen. Die vrijheid vind ik nu in de tuinbouw,” zegt Willem terwijl hij zijn benen strekt en zijn armen achter zijn hoofd slaat, kijkend naar het licht van de olielamp op het tafeltje voor zijn caravan. Niet veel later nemen we afscheid. Willem moet de volgende morgen om zeven uur weer op het land staan.
*Willem is een gefingeerde naam.
En dan nog even dit: we hebben ook een leuke nieuwsbrief met onze beste stukken, video’s en winacties. Schrijf je hier in!