Duivelsuitdrijvingen en loverboys: hoe het is om in een Van der Valk-hotel te werken

Foto via Wikimedia Commons

Je kent ze wel, die hotels langs de snelweg met een grote toekan op het dak. De Van der Valk-keten. Wereldberoemd in Nederland om de kers op de appelmoes en inspiratie voor films als Het Schnitzel Paradijs. Twee en een half jaar heb ik er in verschillende functies gewerkt, op een locatie in Brabant. Eerst als bijbaan, later fulltime. In die twee en een half jaar heb ik in een hoop vreemde situaties gezeten.

In het hotel waar ik werkte werden regelmatig beurzen en evenementen georganiseerd. Zo waren er darttoernooien, met Engelsen die ontbeten met een halve liter bier en aspirine voor mietjes vonden, evenementen voor motorliefhebbers waar Hell’s Angels op afkwamen (wat overigens altijd hele nette gasten waren, in tegenstelling tot de Hell’s Angels die een paar weken terug in een Van der Valkhotel in Rotterdam op de vuist gingen met leden van de Mongols) – maar de écht bizarre dingen gebeurden tijdens de immer zweverige holistische beurs. Dat is een meerdaags evenement voor mensen met een hoger bewustzijn, die met de geest van je overleden huisdier kunnen praten en heel graag aan je chakra willen friemelen.

Videos by VICE

Het evenement vond plaats in een redelijk grote zaal en er kwamen honderden mensen op af die rondliepen in gewaden. Toen ik er een keer aan het werk was en met een dienblad door de zaal liep, werd ik door een vrouw tegengehouden die me diep in mijn ogen aankeek, mijn hoofd aanraakte en me zegende. Daarna voorspelde ze mijn toekomst, omdat ik zo’n positief aura om me heen had. Ik zou een stinkend rijke directeur van een groot bedrijf worden. Daar heb ik tot nu toe nog treurig weinig van gemerkt, maar ik blijf hoop houden.

Tijdens de holistische beurs verandert het hotel in een soort grote lounge, met overal kussentjes en zithoekjes, wapperende doeken en wierook. Op een gegeven moment was ik aan het telefoneren met een klant, toen er een man de trap af stormde en gillend rondjes begon door de lobby te hollen. Vier mensen die in de lobby zaten sprongen op en riepen dat de man overduidelijk bezeten was door de duivel. Ze zetten de achtervolging in, kregen hem te pakken en hielden hem met zijn drieën vast op de grond. De vierde boog over hem heen en begon een bepaalde spreuk te prevelen, terwijl hij met zijn vingers cirkeltjes rond de oren van de bezeten man draaide. Daarna gaf hij met een platte hand een klapje op zijn voorhoofd, riep “wees bevrijd van de duivel” en liet hem los. Het duivelsgebroed schokte nog even na, bleef een paar tellen liggen en stond vervolgens op alsof er niets was gebeurd. Hij bedankte zijn duiveluitdrijvers en liep terug de zaal in. Ondertussen stond ik met open mond te kijken terwijl ik nog steeds aan het telefoneren was met een klant. Het is me niet gelukt om uit te leggen waar ik getuige van was.

Een hotelkamer, niet uit het betreffende hotel. Foto via flickrgebruiker Tim Rebers

Het hotel bood ook onderdak aan iets minder zweverige excentriekelingen. Zo was er een oud dametje, weduwe van een hele rijke man, dat weigerde om in een verzorgingstehuis te gaan wonen. De vrouw huurde daarom een kamer in het hotel, en heeft daar ruim een jaar gewoond. Ze had er de centen voor en hoefde op deze manier niet voor zichzelf te koken. Haar dieet bestond uit twee flessen bloedwijn en een tomatensoep. Dat was iedere dag hetzelfde. Af en toe werd ze opgehaald met een taxi om te gaan winkelen, maar verder deed ze niets en kreeg ze nooit bezoek – het was als ik er op terug kijk best zielig.

Het vrouwtje kocht ontzettend veel rommel maar gooide nooit iets weg. Haar kamer stond zo vol rotzooi dat ze niet meer in haar bed kon slapen, en in een leren stoel sliep. Ze stonk een uur in de wind en maakte een enorme puinzooi van haar kamer, maar daar mochten we niets van zeggen van het management. Zolang je betaalt kun je bij Van der Valk ontzettend veel maken; als je ervoor zorgt dat je geen drol draait midden in de lobby ben je redelijk safe.

Uiteindelijk is de dame geholpen door een zorginstantie en is ze naar een verzorgingstehuis verhuisd. De kamer is helemaal gestript en professioneel gereinigd, maar er hing nog dagenlang het nare luchtje van iemand die een jaar in haar eigen vuil heeft geleefd.

In het hotel kwamen ook een hoop prostituees. Het is een handige plek voor hoeren en hoerenlopers, omdat veel Van der Valk hotels vlak naast de snelweg liggen – ideaal voor een anoniem vluggertje. De prostituees waren meestal dezelfde vrouwen. Iedereen die er wat langer werkte wist wie een prostituee was. Er zijn bepaalde dingen waaraan je ze kan herkennen. Ze willen een kamer aan de achterkant van het complex, dat met de auto bereikbaar is, ze komen bijna altijd alleen en rekenen een kamer voor twee personen af – altijd contant en met de smoes “mijn vriend komt later.” Ze rekenen af voor twee personen, omdat ze de kamer moeten verlaten als we merken dat er maar voor één gast is betaald en er meerdere mensen gebruik van de kamer maken. Ook waren ze altijd enorm gul met fooi. Het waren over het algemeen hele aardige dames, dus lieten we hen hun gang gaan.

Een hotelgang, niet in een Van der Valk-hotel. Foto via Wikimedia Commons

Ook de hoerenlopers waren erg makkelijk te herkennen. Een man komt de lobby binnen, kijkt verdwaald rond en vraagt vervolgens bij de receptie waar hij de juiste kamer kan vinden. Dan stuurden we hem vriendelijk de goeie kant op, alsof we geen idee hadden wat de ouwe snoeperd van plan was.

Als er iets bij de roomservice werd besteld kwam het weleens voor dat er werd opengedaan in lingerie. Dat maakte de boel soms wel redelijk ongemakkelijk. Meestal zette ik het eten gewoon op tafel en nam vervolgens de benen, maar een collega van me was daar wat vrijer in. Een hoertje vroeg hem een keer of hij wat foto’s van haar wilde maken, zodat ze die op een website kon zetten waarop ze adverteerde. Eerst weigerde hij, maar toen ze hem er een pijpbeurt voor aanbood wist hij niet hoe snel hij die camera op haar lichaam moest richten.

Omdat er zoveel sekswerk plaatsvindt in dit soort hotels heeft de politie speciale preventiemedewerkers, die zijn opgeleid in het opsporen van ongeoorloofde prostitutie en loverboys. Ze leerden ons hoe je loverboys kunt herkennen, hoe ze zich gedragen en hoe de meisjes zich gedragen. Het is zo dat de loverboy vaak het mobieltje, de ID-kaart en het bankpasje van het meisje bij zich houdt, zodat ze afhankelijk van hem is. Als je vermoedt dat er een loverboy in het spel is, is er een speciaal telefoonnummer dat je moet bellen. Dan komt er politie in burger, die het meisje apart neemt om met haar te praten. Veel meisjes geven niet zomaar toe dat ze gedwongen worden omdat ze totaal in de ban zijn van zo’n jongen.

Ik checkte een jong meisje in waarvan ik vond dat ze er een klein beetje verwaarloosd uitzag. Een collega van me vond het zaakje stinken, en belde het speciale nummer. De politie heeft het meisje toen apart genomen een meegenomen naar het bureau, om met haar te praten. Toen die jongen terugkwam om het meisje op te halen was hij compleet over de rooie en ontzettend agressief. Toen hebben we opnieuw de politie erbij gehaald. Later bleek dat het meisje inderdaad met een loverboy te maken had.

En dan waren er nog de drugsdealers. Soms huurden ze een kamer, maar meestal gebruikten ze de parkeerplaats. Daarom reed er ieder uur een politieauto langs, om te controleren of er gedeald werd. De deals die de politie niet kon zien waren die onder het personeel. Veel jongere medewerkers hielden wel van een feestje met verboden middelen. Een ondernemende collega zag daar wel brood in, en verkocht pillen, 4fmp en speed. Als je na zo’n feestje een enorme kater had en moest werken kon je trouwens prima een paar uurtjes in het hotel tukken. Collega’s namen dan even je taken over.

Het dieptepunt van slecht gedrag was een actie van de toenmalige algemeen manager. Het hotel werd verbouwd, en daarvoor waren een stuk of veertig Oostblokkers ingehuurd. De voorman was een vreselijk enge man, waarvan je vermoedde dat hij niet erg deugde. Deze heren keken niet op blauwdrukken voordat ze begonnen met werken, maar begonnen gewoon te graven. Ze waren aan de achterkant bezig, waar ook het restaurant zich bevindt. Tijdens het graven raakten ze een gasleiding, waardoor er een lek ontstond. De bouwvakkers kwamen dit in paniek melden, dus hebben we 112 en het gasnet gebeld, zodat de leiding afgesloten kon worden.

Totdat het lek opgelost was leek het ons het verstandigst om het hotel te ontruimen. Het lek bevond zich namelijk aan de kant van het restaurant en in de keuken is open vuur. De manager vond dit een slecht idee, omdat hij bang was dat mensen zouden vertrekken zonder te betalen. We wezen hem op het gevaar, maar dat wuifde hij weg. “Leg de keuken maar stil en blaas alle kaarsjes uit, dan komt het wel in orde,” was de opdracht. Na een kwartier was de leiding afgesloten en het probleem verholpen, maar een gast met trek in nicotine had zomaar voor een enorme explosie kunnen zorgen.

Na een aantal jaren bij de Van der Valkjes had ik naar mijn mening voldoende meegemaakt en genoeg rare mensen gezien, en ben ik ergens anders gaan werken. Maar mocht ik me ooit vervelen, dan ga ik weer in een Van der Valk-hotel werken. Er gebeurt daar een hoop.


Like als de wiedeweerga VICE Nederland om niks te missen van alles wat we maken: