koninklijke marechaussee etnisch profileren djanlissa
etnisch profileren

Het is cruciaal dat we strijden tegen etnisch profileren door de marechaussee

De Koninklijke Marechaussee mag kenmerken als huidskleur en etniciteit gebruiken om je uit de rij te pikken bij een controle. Dit is wat we daartegen kunnen doen.
Nicole Römer
Amsterdam, NL
Djanlissa Pringels
illustraties door Djanlissa Pringels

In april 2018 reist Mpanzu Bamenga vanuit Rome naar Eindhoven, waar hij is opgegroeid en nog altijd woont. Bij aankomst op het vliegveld wordt hij door de Koninklijke Marechaussee uit de rij geplukt en staande gehouden. Tijdens de ondervraging valt hem op dat “alle witte mensen konden doorlopen” en dat de enkele personen die staande worden gehouden allemaal mensen van kleur zijn. Als Bamenga vraagt waarom hij specifiek is aangehouden, wordt hem verteld dat zijn uiterlijk overeenkomt met een actief risicoprofiel, namelijk: ‘snel lopend, goed gekleed en een niet-Nederlands uiterlijk.’ 

Advertentie

Bamenga had te maken gekregen met een Mobiel Toezicht Veiligheid (MTV)-controle, die bedoeld zijn om illegaal verblijf, mensensmokkel en identiteitsfraude tegen te gaan. Bij het bepalen van welke personen voor zo’n controle worden geselecteerd, maakt de Koninklijke Marechaussee gebruik van ‘algemene risicoprofielen’. In die risicoprofielen komen onder andere kenmerken als huidskleur en etniciteit voor. Al meer dan dertig jaar worden er om die reden vragen gesteld over het optreden van de marechaussee en hun mogelijke gebruik van etnische profilering, zowel in Nederland als in het buitenland.

Bamenga liet het er niet bij zitten. In februari 2020 startte hij samen met een andere burger (van wie de naam is geanonimiseerd) en een coalitie van mensenrechtenorganisaties (Controle Alt Delete, Amnesty International, antidiscriminatiebureau RADAR en het Public Interest Litigation Project (PILP) van het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten) een rechtszaak tegen de Koninklijke Marechaussee. Zij stellen dat kenmerken als huidskleur en etniciteit als dermate onderscheidend criterium wordt gebruikt dat dit leidt tot etnisch profileren, en dus discriminatie. En dat mag niet: het is in strijd met zowel nationaal als internationaal recht.

Advertentie

Afgelopen maand deed de rechtbank Den Haag uitspraak in deze zaak. De conclusie? Dat het opnemen van etniciteit als onderdeel van een risicoprofiel niet in strijd is met het verbod op discriminatie. “Etnische uiterlijke kenmerken hóeven niet, maar kúnnen wel een objectieve aanwijzing zijn voor iemands herkomst of nationaliteit. Dat dit dan gebeurt op basis van een aanname over de vermeende nationaliteit, doet daar niet aan af,” aldus de rechtbank. De rechtbank geeft aan dat etniciteit als indicator in combinatie met andere indicatoren wordt gebruikt. Opvallend is dat de rechter hier aangeeft dat “het risico dat het gebruik van etniciteit bij MTV-controles in een concreet geval uitmondt in discriminatoir handelen niet uit de wereld is.” Toch betekent dit risico, “noch de reële verwachting dat het in de praktijk in concrete gevallen ook daadwerkelijk wel eens mis zal gaan,” niet dat er sprake is van strijd met het verbod op discriminatie. Met andere woorden: er is volgens de rechtbank zeker een kans dat je als persoon van kleur gediscrimineerd zal worden bij een controle, maar dat is gewoon de realiteit. Een gevalletje pech hebben. 

De uitspraak werd ontvangen met collectieve teleurstelling en boosheid, en dat is begrijpelijk. Na eindeloze berichten over etnische profilering door de politie en door de Belastingdienst in de Toeslagenaffaire, is legitieme etnische profilering aan de grens als een kers op een heel bittere taart. De uitspraak vormt een juridisch precedent: het zou ruimte kunnen creëren voor etnische profilering in het algemeen. “De deur voor discriminatie staat wagenwijd open,” zei Jelle Klaas, advocaat bij het PILP, tegen RTL Nieuws. Ook draagt het bij aan de verdere stigmatisering van Nederlanders van kleur. In de afgelopen weken zijn de nieuwsberichten hierover massaal gedeeld, maar de vraag blijft nog steeds: wat nu? 

Advertentie

Een eerste mogelijkheid om iets te doen: actievoeren. PILP doet dit zelf vanuit het idee van strategisch procederen. In deze rechtszaak doen ze dat bijvoorbeeld door samen in een coalitie met andere organisaties te werken.

Strategisch procederen werkt het best in combinatie met andere middelen, “zoals het demonstreren en campagnevoeren,” aldus Merel Hendrickx, advocaat bij het PILP en coördinator van de rechtszaak. Een dergelijk middel is de petitie. Controle Alt Delete heeft na de uitspraak de petitie ‘mijn kleur zegt niets over mijn Nederlanderschap’ opgesteld, die op dit moment door ongeveer 16.600 mensen is ondertekend. Het delen van deze petitie en het ondertekenen ervan is één manier om collectief campagne te voeren en aandacht te vragen voor de zaak (deze petitie ondertekenen kan trouwens hier). 

Een tweede mogelijkheid is hoger beroep: dit is dan ook het plan. Na een vonnis in eerste aanleg hebben partijen in principe drie maanden de tijd om in hoger beroep te gaan. De rechter zal dan weer naar de feiten kijken, en de eiser (in dit geval de coalitie) krijgt de kans om de juridische grondslag te veranderen, als dat nodig is. Wat uiteraard nog niet vaststaat is hoe een hoger gerechtshof aan zal kijken tegen etnisch profileren. Zo heeft de Hoge Raad bijvoorbeeld in 2016 geoordeeld dat etnische profilering bij verkeerscontrole toegestaan was als agenten het vermoeden hadden dat er een delict werd gepleegd. Dat de twee verdachten een Hindoestaans-Surinaamse en Oost-Europese uiterlijk hadden, mochten de agenten volgens de Hoge Raad meenemen in hun afweging.

Wat je zelf nu kan doen is de petitie ondertekenen, om zo de coalitie te steunen in hun strategie. Hoe meer aandacht, des te meer hoop dat de leden van onze rechterlijke macht inzien dat er maatschappelijke draagvlak is voor een andere interpretatie van de uitspraak over etnische profilering. Gebeurt dat niet? Dan is er nog altijd de mogelijkheid om naar het Europees Gerechtshof te stappen.