Een dagje vlammen op het grootste paintballevenement van Europa

Ik realiseer me nu het een grote fout was om het huis in te rennen. Ik ga met m’n rug tegen de muur staan, om uit de vuurlinie te blijven en me te concentreren op de geluiden in het gebouw. Onze verdedigingslinie wordt afgeslacht. Ik hoor ze wanhopig roepen om versterking, en daarna, hoe ze één voor één door een regen van kogels worden neergemaaid. Het is slechts een kwestie van tijd – misschien een paar minuten – voordat de aanvallers zich een weg zullen banen naar mijn kamer. Er is absoluut geen manier om hieruit te komen. Net op het moment dat een nieuwe kogelregen de muur achter me doet schudden, draait mijn kameraad zich naar me om en fluistert hij: “Het ging zeventig jaar geleden net zo. De Sovjettroepen moesten toen met de Duitsers vechten om elk gebouw, kamer voor kamer. Kan je het je voorstellen?” Op dat moment kon ik het me zeker voorstellen – misschien wel beter dan ooit tevoren.

Toen we die ochtend in mei vanuit Berlijn naar Mahlwinkel vertrokken, hadden fotograaf Grey en ik geen idee wat ons te wachten stond. De Euro Big Game was al een tijdje bezig op de voormalige legerbasis. Volgens hun website is Euro Big Game “het grootste paintballevenement in Europa”, met jaarlijks meer dan duizend deelnemers die voornamelijk uit Noord-Europese landen komen.

Videos by VICE

Het eerste dat we zagen toen we aankwamen op de basis was een gigantisch, stoffig kamp. De tenten waren versierd met kleurrijke vlaggen, en er hingen honderden mannen in camouflagekleding rond. We vonden de informatietent en vroegen naar de organisatoren. Een tijdje later kwam er een man op ons af die van top tot teen in het zwart gekleed was, en eruit zag als een kruising tussen Tom Cruise en John Lennon. Hij hield z’n armen wijd open en zei, met een brede glimlach: “Wat ongelofelijk leuk om jullie hier te zien!”

David “Reaper” Justin. Alle foto’s door Grey Hutton

Onze nieuwe vriend was David “Reaper” Justin, en was blijkbaar een grote naam in de wereld van paintball. “Ik reis de hele wereld rond om de sport te promoten,” zei de 54-jarige David. Hij promoot daarbij ook zijn tweehonderd paintballsponsors – waarvan Tippmann, een fabrikant van paintballgeweren, de grootste is. (Paintballspelers noemen hun wapens trouwens geen “geweren”, maar “markers”.)

En dus brachten we de volgende paar uur met David door, die ons huppelend door het hele kamp leidde, en ons ondertussen voorzag van een eindeloze stroom van paintball gerelateerde informatie. We leerden bijvoorbeeld dat de markers bij dit soort toernooien allemaal op dezelfde mondingssnelheid staan ingesteld; dat mensen soms vals spelen; dat Tippmann de beste markers maakt; dat er verschillende soorten munitie zijn, die een verschillend bereik en precisie hebben (de accuraatste zijn uiteraard van Tippmann); dat de paintballgemeenschap enorm groot is (en dat Tippmann deze gemeenschap voorziet van eersteklas spullen); en – en dit wekte mijn interesse – dat een van de deelnemers een Nederlandse sterrenchef was, en dat hij later steaks zou grillen.

Gedurende de dag viel het me op dat er vrijwel geen vrouwen waren. Later bevestigde iemand dat er maar veertig vrouwen meededen in het hele toernooi – afgezien van een handjevol gastvrouwen die door het kamp renden in naveltruitjes en elkaar natspoten met waterpistolen.

Nadat we min of meer elk kraampje hadden gezien en waren voorgesteld aan alle verkopers, begonnen we rusteloos te worden – we wilden wat actie zien. Dus kregen we twee maskers en twee vesten, maar geen geweren. Blijkbaar mochten we niet meedoen aan de strijd, en mochten we alleen mee met het blauwe team als “embedded journalisten”.

Iedereen was verdeeld in twee grote teams – het blauwe team en het rode team. Tijdens het vierdaagse toernooi namen de blauwen en de roden het tegen elkaar op in een aantal losse missies om punten te verzamelen – ze krijgen bijvoorbeeld punten als ze de vlag van de vijand weten te bemachtigen, of hun eigen vlag in het territorium van de vijand planten. Om deze doelen te bereiken, ontwikkelen de meer ervaren subteams behoorlijk geraffineerde strategieën, waardoor het allemaal erg begint te lijken op echte oorlogsvoering. Als je ergens op je lichaam of je wapen wordt geraakt, ben je af en moet je naar een “spawn area” rennen om jezelf schoon te boenen voordat je weer mee mag doen.

Toen we eindelijk aankwamen bij het slagveld, was het al drie uur ‘s middags en scheen de zon vol op de zanderige vlakte. Soldaten die blauwe armbanden om hadden liepen rond bij een grote kruising. Ze vuurden telkens weer in de richting van het bos, waar je rode armbanden tussen de bomen door zag flitsen. Het voelde allemaal erg intens, maar niet echt gevaarlijk, aangezien onze vesten betekenden dat niemand direct op ons schoot, en we alleen maar hoefden te zorgen dat we niet in het kruisvuur terecht kwamen.

Maar dat veranderde allemaal toen ik de Reaper een gebouw in volgde. Vlak nadat we er binnengingen, besloten de roden het gebouw aan te vallen, en opeens zaten David en ik vast in een kamer terwijl er een vuurgevecht uitbrak. Mensen schoten in het rond en waren aan het schreeuwen, en ik realiseerde me dat mijn vest me niet meer zou beschermen – als er nu iemand naar binnen zou stormen, zouden ze eerst schieten en daarna pas kijken. En die paintballkogels doen fucking veel pijn als er op je geschoten wordt van twee meter afstand. Ik voelde me de domste oorlogsjournalist ooit.

De auteur en de Reaper

Ik was echt een beetje bang. Maar David de Reaper leek vooral geamuseerd: “Weet je wat Napoleon altijd zei?” fluisterde hij tegen me door zijn zwarte masker. “Onderbreek de vijand niet als hij een fout aan het maken is!” Zijn plan, zei hij, was om af te wachten en onszelf te laten omsingelen door de roden, en dan een verrassingsaanval te lanceren. Helaas mislukte dat. Na wat voelde als een eeuwigheid waarin we in stilte zaten te zweten in die kamer, stak een van de roden zijn hoofd om de deur. De Reaper “executeerde” hem, maar werd daarna zelf neergemaaid door de vrienden van het slachtoffer. Wonder boven wonder werd ik niet geraakt, en ik was heel erg blij om weer buiten te zijn.

Even later was het tijd voor de grote finale, waarbij er ook vuurwerk werd afgestoken op het speelveld om de strijd nog realistischer te maken. Stom genoeg was de grond zo warm geworden door de zon dat een groot deel van het speelveld vlam vatte. Het spel werd snel stopgezet en iedereen moest terug naar zijn beginpositie.

Ondanks alles hing er een uitgelaten sfeer in het kamp. Iedereen zag er tevreden en ontspannen uit, en overal waar je keek werden er schouderklopjes uitgewisseld. Veel van de deelnemers kenden elkaar van eerdere toernooien en door de jaren heen echte vriendschappen opgebouwd.

Twee Zwitserse jongens die we ontmoetten, zeiden dat ze meer dan negenhonderd kilometer hadden gereden om mee te doen aan de Euro Big Game. “Ik vind het gewoon zo leuk,” zei een van hen. “Buiten zijn, rondrennen, in modderige loopgraven springen in je uniform – het is gewoon fantastisch.”

“We bereiden ons het hele jaar voor op dit toernooi,” zei Willie, een vrolijke Schot en leider van de Scottish Warriors. “Dit is een familie, snap je? We doen alles voor elkaar, zorgen voor elkaar.” Een dronken Zweed met oorlogsstrepen op zijn gezicht leunde op zijn schouder en zei met dubbele tong iets over dat-ie hem ging inmaken. Willie noemde hem een “fucking arsehole” en de Zweed lachte vrolijk.

“Mensen komen hier voor het eerst, en dan klikt er gewoon iets,” zei David the Reaper tegen me. “Ze krijgen zo’n domme grijns op hun gezicht en snappen het opeens. Ze denken: dit is wat er miste in mijn leven. En dan blijven ze gewoon komen, jaar na jaar.”

Het was tijd om de winnaar aan te kondigen op het hoofdpodium. Het blauwe team had gewonnen. De uitreiking werd gevolgd door een lange veiling voor het goede doel, en daarna een kort optreden van een paar meisjes in hun ondergoed.

Later die avond, toen we besloten te vertrekken, reden we langs verlaten Sovjetbarakken en verroestte tanks. En ik dacht bij mezelf: “Als je genoeg stoom kan afblazen met een paar emmertjes verf en nepwapens dat je geen zin meer hebt in echte oorlog, dan is paintball misschien helemaal zo slecht nog niet.”

Scroll naar beneden voor meer foto’s: