Gisteren werd bekend dat het Decembermoorden-proces tegen Desi Bouterse doorgaat. De Surinaamse president had een nog nooit eerder gebruikt wetsartikel in de strijd geworpen om het proces tegen zichzelf tegen te gaan – volgens sommigen een keiharde vorm van machtsmisbruik – maar de krijgsraad in Paramaribo besliste anders. Op 9 februari wordt de strafeis tegen Bouterse bekend gemaakt.
Theo Para is in Suriname beroemd als politiek commentator, columnist voor verschillende Surinaamse media, en iemand die zeer kritisch is ten opzichte van Desi Bouterse. Op 8 december 1982 werd zijn beste vriend Bram Behr, samen met veertien andere tegenstanders van het militaire regime van Desi Bouterse, vermoord in Fort Zeelandia in Paramaribo. Sinds die dag strijdt hij voor berechting van de huidige president van Suriname.
Videos by VICE
VICE: Wat was uw eerste reactie toen u gistermiddag hoorde dat het Decemberproces toch wordt voortgezet?
Theo Para: Het is een enorme doorbraak. Niet alleen in het kader van het Decemberproces, maar voor de hele Surinaamse rechtsstaat. Het gaat hier niet om een fietsendief, maar om een zittende president die verdacht wordt van een vijftienvoudige moord. Het is een beslissend moment om te weten of zo’n iemand veroordeeld kan worden of niet, om te zien of het in Suriname recht voor één, recht voor allen is. Daarnaast is het een ongelooflijke overwinning voor de nabestaanden. Voor alle mensen die gevochten hebben tegen de aanhoudende pogingen van Bouterse om de rechtsgang te saboteren.
Bent u verrast door de opstelling van de Krijgsraad?
Je moet je realiseren dat deze rechters onder onmogelijke omstandigheden hun werk uitvoeren. Ze zijn onveilig, want hun welzijn en veiligheid is een taak in handen van de president, in dit geval dus tevens de hoofdverdachte. Het is een Kafkaiaanse situatie. Ze hebben ervoor gekozen het recht voorkeur te geven boven lijfs- en zelfbehoud. Dat is dapper. Helemaal omdat Bouterse vorig jaar de rechters ervan betichtte handlangers te zijn van het buitenland. Dat zijn precies dezelfde beschuldigingen die hij in december 1982 tegen de vijftien tegenstanders van zijn militaire bewind uitte. U weet hoe het daarmee is afgelopen.
Het duurt nog ruim een week voordat de auditeur-militair met de strafeis tegen Bouterse komt. Het kan zijn dat hij opnieuw een juridisch konijntje uit de hoed tovert.
We kunnen niks uitsluiten. In april 2012 drukte hij razendsnel een amnestiewet door het parlement om het proces te blokkeren en vorig jaar kwam hij ineens met een nog nooit eerder gebruikt grondwetsartikel. Dat is gedrag van een schuldig man. Luister, Bouterse is niet bang voor straf – als president heeft hij de middelen om zichzelf gratie te verlenen. Bouterse is bang voor de waarheid. Hij heeft altijd volgehouden dat hij ten tijde van de moorden niet in Fort Zeelandia was. Dat hij onschuldig is. Maar er zijn ooggetuigen die verklaard hebben dat hij wel degelijk aanwezig was. Daar zijn zelfs videobeelden van. Voor een politiek leider kan het voorliegen van je eigen mensen hele onvoorspelbare gevolgen hebben.
Uw beste vriend, Bram Behr, was één van de slachtoffers.
Klopt. We gaven in 1982 in Suriname samen het kritische tijdschrift Mokro uit. Ik ken zijn vrouw, ik ken zijn kinderen. We hadden een hechte vriendschap en ik wil 34 jaar na zijn dood nog altijd trouw zijn aan die vriendschap. Het is een levensopgave voor me om te vechten tegen de straffeloosheid waar Bouterse voor staat.
Wat was Bram Behr voor man?
Een revolutionair in de eigenlijke zin. Hij gaf niet om materiële rijkdom. Hij was een vakbondsman. Iemand die zich inzette voor arme kinderen. Hij was technisch, hanteerde zelf de drukpers. Hij was violist. Hij durfde standpunten in te nemen. Een durfal. Iemand die geloofde in rechtvaardigheid.
Herinnert u zich nog wat de impact van de Decembermoorden en de moord op Bram Behr op u was?
Ik deelde in de tranen van heel Suriname.
Hoe was de stemming in Suriname na 8 december 1982?
Bouterse had één doel: het liquideren van de intellectuele elite, van de democratische beweging, van de tegenstanders van zijn militaire regime. Stel je voor dat er in een land op één avond de deken van advocaten, vakbondsleiders, vooraanstaande journalisten en hoogleraren worden vermoord. Ieder land zou op zijn fundamenten schudden – Nederland of Amerika ook. Kan je nagaan wat de impact op de kleine samenleving van Suriname was, waar iedereen elkaar kent.
Omdat u samen met Bram Behr een kritisch tijdschrift uitgaf, moest u in december ’82 het land ook ontvluchten.
Het was een akelige en onwerkelijke tijd. Ondanks de intimidatie, de schok en de angst gingen veel mensen na 8 december de straat op. Dat was dapper. Tegelijkertijd moesten veel mensen het gevaar van de militairen ontvluchten. Ik ook. Ik ben meteen ondergedoken. Op 21 december zat ik in het vliegtuig naar Nederland. Paul Bhagwandas, één van de coupplegers en vanwege zijn wrede optredens ook wel bekend als de beul van Paramaribo, was die dag ook op de luchthaven. Dat was beangstigend. Pas toen ik in Nederland was, voelde ik me veilig.
Hoe vaak bent u teruggegaan naar Suriname?
Eén keer, in december 2009, om te getuigen voor de Krijgsraad.
Wat had u voor informatie?
Mijn schoonzus Rita – met wie ik af en toe contact had – was zijn minnares in die tijd. Enkele weken voor mijn getuigenis in 2009 ontvouwde zich een mailcorrespondentie, met de Decembermoorden als onderwerp. Bouterse heeft altijd beweerd dat hij niet in het Fort was tijdens de executies en dat hij de nacht van 8 op 9 december bij zijn buitenvrouw had doorgebracht.
En dat was dus uw schoonzus.
Klopt. In haar laatste mail aan mij schrijft zij het volgende:
Bouterse kwam bij mij als een moordenaar met berouw. Hij had spijt en was gebroken. Ik wilde hem een schuilplaats bieden. Ik dacht dat ik het wilde beest in hem kon temmen. Desi zal veel empathische gesprekken moeten hebben met zichzelf. Hij weet dat hij Derby [vakbondsleider Fred Derby, die de decembermoorden als enige heeft overleefd] heeft gespaard en de anderen heeft vermoord. Hij moet zich niet verschuilen achter mijn smalle schouders. (…) Verder hoop en wens ik dat je mijn mails niet gebruikt. Weet wat je zegt, ik ben kwetsbaar.
Ondanks haar verzoek het niet te doen, heeft u gebruik gemaakt van deze mailcorrespondentie om het alibi van Bouterse te ontkrachten.
Gerard Spong overtuigde me dat rechtsplicht tot openbaring zwaarder weegt dan moreel zwijgen vanwege een familieband.
Hoe was het om te getuigen?
Angstig. Er liepen constant zes mensen om me heen met grote geweren. Er gingen vanuit Nederland twee rechercheurs mee. Voordat ik vertrok heb ik afscheidsbrieven voor mijn vrouw en kinderen geschreven. Daarin stond waar en hoe ik begraven wilde worden, mocht er iets met me gebeuren. Ik wilde daarop voorbereid zijn. Mijn kinderen hebben dit nooit geweten.
U bent een kritisch columnist. U wordt omschreven als het geweten van Suriname. Wat is de prijs die u daarvoor moet betalen?
Ik draag dezelfde naam als mijn vader. Toen hij een aantal jaar geleden naar Suriname ging voor vakantie is hij bij aankomst op het vliegveld opgepakt en naar Fort Zeelandia gebracht. Daar is hij verhoord en geïntimideerd. Door tussenkomt van een oude vriend is hij vrijgelaten, maar ik wist: mijn naam staat op een lijst.
U kunt uw geboorteland nog altijd niet bezoeken.
Ik neem het risico niet. De consequentie is dat ik mijn kinderen en kleinkinderen niet kan laten zien waar hun roots liggen en hoe mooi Suriname is. Dat is pijnlijk.
Op 9 februari leest de auditeur-militair Roy Elgin zijn requisitoir voor. Het kan zijn dat hij die dag vrijspraak eist. Houdt u daar rekening mee?
Bij dit proces moet je er rekening mee houden dat er achter de schermen allerlei belangen spelen. Voor Bouterse zou het mooi zijn: het proces is doorgegaan en hij komt weg zonder veroordeling. Bouterse heeft er veel voor over om dat te bereiken. Dat is een reëel risico. Ook het feit dat het OM het proces wilde stoppen, geeft niet veel vertrouwen. Tegelijkertijd sluit ik het andere ook niet uit. Gerard Spong zei onlangs tegen me: Theo, de zaak staat. In Suriname worden verdachten met minder bewijs schuldig verklaard.
Het zijn moeilijke tijden voor Bouterse.
Dit proces is inderdaad niet zijn enige probleem. Suriname verkeert in een enorme economische crisis. Tijdens de verkiezingen van 2015 heeft hij allerlei valse beloftes gedaan en niet lang daarna stortte de hele boel in elkaar. Vorig jaar is de economie met negen procent gekrompen. Dat is gigantisch. Helemaal voor een bevolking die al relatief arm is. Volgens een opiniepeiling heeft hij in Paramaribo nog maar steun van zeventien procent van de inwoners. Het is een enorm demasqué voor hem.