Tech

Een korte geschiedenis van het woord ‘neuken’

“Heb je haar geneukt?” vroeg mijn huisgenoot me direct toen ik thuiskwam na een Tinder-date. Ik ben geen preuts figuur, en ik laat me zeer zelden uit het veld slaan door schunnig taalgebruik, maar toch deed die uitspraak me kort struikelen. Begrijp me goed, ik heb niets tegen het woord zelf. Want wat is in godsnaam het alternatief? “Batsen”? “Seksen”? “Vrijen”? Kom op zeg. Maar toch is het in sommige gevallen naar mijn smaak net iets te hard, te overheersend. En het gaat duidelijk alleen over penetratie, terwijl seks veel meer (of minder) kan zijn dan dat. Zoals een wijs man ooit zei: “er lafjes tegenaan hangen is dus géén NEUKEN, van BINSBERGEN!”

Mijn ongemakkelijke gevoel over het woord lijkt niet uniek te zijn. Ewoud Sanders, de etymoloog die al jaren in NRC een wekelijkse column schrijft over allerlei taalkwesties, signaleert in een 1 2 3 4 5 6-delige verhandeling over het woord ‘neuken’ dat het pas in de afgelopen eeuw in de woordenboeken terecht is gekomen. Althans, in de seksuele connotatie.

Videos by VICE

Want misschien wist je het niet, maar neuken heeft nog meer betekenissen dan alleen maar de zoete liefde bedrijven. De huidige seksuele connotatie komt waarschijnlijk van de oorspronkelijke betekenis: stompen, slaan of stoten. Een document uit 1911 van het Instituut voor Nederlandse Lexicologie suggereert dat het is afgeleid van het Engelse woord ‘knock’. Ook de Belgen schijnen, althans in West-Vlaanderen, deze betekenis van het woord nog te hanteren. Dus in Kortrijk en omstreken kijkt er schijnbaar niemand erg vreemd op als je in een kroeggevecht iemand op z’n gezicht neukt. (Noot van de auteur: ik heb deze hypothese niet getest. I’m a lover, not a fighter.)

In de Nederlandse woordenboeken verschijnt het woord pas relatief recent. De Dikke van Dale nam in 1898 als eerste het woord op in de woordenlijst. Schoolwoordenboek Koenen deed er veel langer over om het woord op te nemen. Toen ze in 1974 (terwijl de seksuele revolutie en vrouwenemancipatie in volle gang waren) toch over de brug kwamen, lieten ze er geen gras over groeien en voorzagen ze het woordje van de bijzonder dubieuze voorbeeldzin “ze spartelde tegen, maar ik heb haar toch geneukt.”

Yep, het staat er echt. Foto: Amber Mitchell

Het blijkt vrij lastig om de geschiedenis van een schunnig woord te traceren. Mensen waren vroeger nogal aarzelend om dergelijke schuttingtaal in hun literaire werk op te nemen – en bij de tracering van een woord door de geschiedenis ben je helaas wel afhankelijk van wat mensen opschrijven. In de literatuur komt het woord tot de vorige eeuw dus maar weinig voor, waar ik me iets bij kan voorstellen want toen alles nog zwart-wit was (en de guldens van hout etc.) waren de mensen braaf en preuts, en spraken ze hun kuise zinnetjes met een zoetgevooisde polygoon-journaalstem. Zo lijkt het althans, totdat je gaat kijken naar verslagen uit de rechtszaal.

In verslagen van rechtszaken is het de bedoeling dat er letterlijk verslag wordt gedaan van wat er wordt gezegd. En dan blijkt dat mensen wat minder op hun mond gevallen waren dan door de literaire erfenis gesuggereerd wordt. Voor éen van de vroegst bekende gevallen van het gebruik van het woord ‘neuken’ gaan we terug naar een rechtszaak uit 1706. Johannes Bodendijk, een wolkammer uit Leeuwarden, was een man die nogal van een borreltje hield. Hij had de gewoonte om, wanneer hij er een paar ophad, uit zijn zolderraam te gaan hangen en iedereen die in de buurt kwam te smacktalken. Zijn buurman, die hij graag uitschold voor “schelm” en “beende kreupele duivel”, daagde hij soms uit met shit als “Koom er dan uyt met degen of sabel, noem mij een plaets op morgen!”

(..) dat sij haer meer als duysentmael van de olde maeckelaer hadde laten neucken, ja meer als sij hairen aen haer kut had  

Het is dus niet zo verbazend dat het deze baas is die de eerste keer on the record het woord ‘neuken’ uitte. Zijn overbuurvrouw, een 56-jarige hospita die net als elke andere “hoer” of “schelm” het flink moest ontgelden, had hij op een mooie zomerdag onder het genot van een lekker glaasje jenever toegeschreeuwd dat ze “haer meer als duysentmael van de olde maeckelaer hadde laten neucken, ja meer als sij hairen aen haer kut had”. Aan het zinnetje “met eerbaarheid geschreven” dat er tussen de regels door aan toegevoegd werd, is duidelijk te merken dat de arme griffier die gedwongen werd deze schunnigheid op te schrijven er moeite mee had.

In de literatuur is men zoals gezegd lange tijd flink wat kuiser geweest. Het enige bewaard gebleven gebruik van het woord is aangetroffen in een pornografisch boekje uit 1696 met de fascinerende titel De doorluchtige daden van Jan Stront, opgedragen aen het kackhuys (deel 2). Daarin staat de oudste literaire neukzin die de tand des tijds heeft doorstaan: “Tullia, genegen zijnde om een deuntje met mij te neuken.”

Aan de manier waarop de ene wenkbrauw van de serveerster in het bibliotheekcafé omhoog ging toen ze mijn chrome tabs zag, merkte ik dat het woord ook onder serveersters nog altijd lichtelijk taboe is.

Het woord kwam pas echt lekker op stoom in de vorige eeuw. In een gedicht van voor de Eerste Wereldoorlog leek het de dichter J.C. Bloem wel leuk om zijn studievriend en latere publicist Erich Wichman in dichtvorm af te zeiken:

Muze, neem hem in uw hoede:
Snijd hem af, al is ‘t niet leuk,
Snijd hem af zijn vuile roede
Dan is ‘t uit met dat geneuk.

Het woord werd pas echt mainstream in de tweede helft van de 20ste eeuw, toen Harry Mulisch zich ermee ging bemoeien. Deze schreef in 1959 het gedicht “Harry en het woord”, over een jongen die iemand het woord ‘neuken’ hoort zeggen en – peinzend drentelend langs parende honden en een in volle gang zijnde verkrachting – zich blijft afvragen wat dat ‘neuken’ toch betekent.

Misschien is het wel te danken aan Harry Mulisch dat de Nederlandse taal nu zo bol staat van het geneuk. Als ik het woord in Google intyp krijg ik meer dan twee miljoen hits. Overigens lijkt het woord, afgaande op hoeveel er in de laatste paar jaar op gegoogled werd, enigszins op zijn retour te zijn.

Als we aan Google’s documentatie enige analyserende kracht kunnen toedichten, was ‘neuken’ op zijn top ergens in de periode tussen 2003 en 2005. De ‘neuken’-revolutie. Een periode die de cultuur heeft verrijkt met poëtische weelde zoals het performancegedicht “Neuken op Zwarte Cross” van de Limburgse dichter Marc (2003):

Ik ben verlamd, ik ben dronken
Neuk mij
Jij komt klaar, ik kom klaar
We gaan slapen

Ik wilde oorspronkelijk gaan beargumenteren dat het misschien tijd is om het woord los te laten. Het hoogtepunt van ‘neuken’ is wel bereikt (har, har, har. Toch nog een woordgrapje.), tijd voor een alternatief zoals ‘vogelen’, dat nog ouder blijkt te zijn (uit 1287). Maar nu ik al deze dingen heb uitgezocht en geschreven, wil ik mijn mening uit de eerste paragraaf misschien toch wel iets bijstellen. De rijke geschiedenis van het woord ‘neuken’ heeft me ervan overtuigd dat het misschien wel perfect past bij de intieme, pluriforme aard van seks. Hoewel een groot deel van het taboe rond het woord inmiddels wel is geërodeerd, is het toch nog steeds een beetje confronterend als iemand het zegt. En dat is ook wel goed, rondom seks hoort een beetje een zweem van mystiek en gevaar te hangen.

En bovendien, zoals mijn collega opmerkte: “zal ik jou eens even lekker vogelen” klinkt echt te smerig. Aan de andere kant klinkt alles dat je achter ‘zal ik jou eens even lekker..’ zet smerig. “Zal ik jou eens even lekker verwennen met een midweekje Center Parks?” Nee, dank je. 

Vind je dit leuk? Dat komt goed uit, want eerder hadden we hier op Motherboard al een korte geschiedenis van het woord leuk.