Een ode aan Ratatouille, na tien jaar nog steeds de perfecte film

Iedereen heeft wel een lievelingsfilm. Zo eentje die je cynische hart laat smelten, spreekt tot je kinderlijke verbeelding en je eraan herinnert dat het leven soms zo mooi is dat er eigenlijk geen woorden zijn om te omschrijven hoe mooi precies. Voor veel van ons is die film Ratatouille, de Pixar-klassieker over een rat met een passie voor de Franse keuken.

Het is 2005. Regisseur en schrijver Brad Bird heeft net The Incredibles uitgebracht, zijn eerste originele productie voor Pixar. Critici en publiek zijn unaniem lovend, de film levert meer dan zes keer het originele budget op in de bioscoop en wint Oscars voor Beste Animatiefilm en Beste Geluid. Het is de eerste film van Pixar die meerdere Oscars krijgt en de allereerste animatiefilm die een Hugo wint.

Videos by VICE

Terug in hun studio in Emeryville vraagt Pixar-oprichter John Lasseter aan Bird om een oud project op te pakken: Ratatouille van Jan Pinkava, een Tsjechisch-Amerikaanse schrijver en regisseur. Hij was in 2000 begonnen met het concept voor Ratatouille: de karakters en het plot waren bedacht, maar Pinvaka was de draad kwijtgeraakt en het verhaal kwam niet uit de verf.

Bird krijgt achttien maanden om het project af te maken. Voor hem is het voornamelijk een verhaal over liefde en doorzettingsvermogen. Maar als je er dieper op inzoomt, is het een verhaal over de grootste nachtmerrie van een keuken – een rat – en zijn onbedwingbare drang om in die keuken te willen werken. Een perfect plot: rat ontmoet echte liefde, echte liefde wil hem doodmaken.

In de daaropvolgende maanden gaan Bird en zijn collega’s in de leer in prestigieuze restaurants in Parijs. Ze nemen geluiden op, observeren Michelin-achtige technieken. Ze hangen rond in het vermaarde Le Quinzieme van de Franse chef Cyril Lignac, zitten met animators en schrijvers aan een tafel met uitzicht op de keuken, en eten zich een weg door het menu terwijl ze naar de chef kijken. Al met al prima werkdagen.

Deze aandacht voor details is in vrijwel elke scène van de film terug te zien. Elke glimmende prei en elke stomende pan bouillon ziet er zo realistisch uit dat je ‘m bijna kunt ruiken. Toen Lignac de film zag, zei hij tegen de pers: “Als Colette de jonge kok leert hoe hij uien moet snijden, hoe je groente moet koken, hoe je dingen moet kruiden, dan klopt het gewoon. Wij doen het precies zo!”

Een groot deel van waarom het eindresultaat zo speciaal werd, is het eten. De manier waarop het borrelt en sist – dit was de eerste keer dat 3D-animatie je echt liet likkebaarden. Stilistisch heeft het meer te maken met Hayao Miyazaki dan met studiogenoot Finding Nemo. Cultureel past het in een enorme, mondiale trend waarbij iedereen opeens chefs aanbad. Masterchef, Topchef en Jamie Oliver waren allemaal razend populair.

Het plot van Ratatouille is net zo smakelijk als het eten dat erin te zien is. De sympathieke Remy met zijn romantische Parijse droom, met de Eiffeltoren op de achtergrond en een soundtrack vol sentimentele accordeons; de goedzak Linguini, wiens enige doel in het leven is om niemand teleur te stellen; Janine Garofalo’s spetterende Colette, die Linguine (of eigenlijk Remy, die verstopt zit in zijn koksmuts) leert hoe hij zich groot kan houden in Gusteau’s keuken, en wiens enige eis is dat het niet in de weg komt te staan van haar ambities.

Op de beste momenten is Ratatouille een hommage aan vriendschap en kansen.

De film draaide tien jaar geleden voor het eerst in de bioscoop en kreeg voornamelijk goede recensies. In Frankrijk was het de vierde grootste opener die het land ooit zag, na Asterix en Obelix vs. Caesar, Men in Black en Spiderman. Waarschijnlijk omdat de Fransen graag willen zien hoe Amerikanen hun eetgewoontes verpesten. Maar chefs, critici en het publiek spraken allemaal over hoe ze betoverd werden door de film. Schrijver Thomas Sotinel noemde het in Le Monde “Een van de grootste gastronomische films in de geschiedenis van cinema.”

In Amerika schreef Empire: “Dat gevoel dat je hebt als je de bioscoop verlaat, dat tintelende gevoel in je vingers en die lichtheid in je hart, dat heet geluk.” Robert Ebert noemde het “overduidelijk een van de beste films van het jaar.” De film werd vijf keer genomineerd voor een Oscar en brak daarmee alle eerdere records voor animatiefilms. Het grootste eerbetoon is nog wel dat de warmte van de film nog steeds overeind staat.

Het is een beetje zoals A.O. Scott in de New York Times schrijft: “Wat zeg je als criticus over zo’n ratatouille? Soms is de beste reactie het simpelst. Soms is ‘dankjewel’ genoeg.” En nu, tien jaar later, is ‘dankjewel’ nog steeds het beste wat je kunt zeggen tegen een film als Ratatouille.