FYI.

This story is over 5 years old.

Identiteit

Hoe ik mijn dochter probeer voor te bereiden op het patriarchaat

"Jet, mijn dochter van vier, ontdekt de wereld en stelt daar vragen bij. Veel vragen. Ondertussen hou ik de score bij. Ze speelt tegen het patriarchaat, al weet zij dat zelf nog niet."
Illustratie door Elzeline Kooy

"Is Van Gogh een jongen of een meisje?” vroeg ze vanochtend bij het ontbijt. Even later riep ze stomverbaasd: “Papa! Kun jij echt niet breien?!” Jet, mijn dochter van vier, ontdekt de wereld en stelt daar vragen bij. Veel vragen. Ondertussen hou ik de score bij. Ze speelt tegen het patriarchaat, al weet zij dat zelf nog niet.

Vandaag is het 2-0. Ze scoorde een punt door niet aan te nemen dat een kunstenaar een man is, en een punt door er niet vanuit te gaan dat alleen vrouwen breien. Alle opties liggen open voor haar. Of nou ja, zolang we thuis blijven. Dat kan niet altijd, want ook wij hebben boodschappen nodig. En dan gebeurt er dit: heel even verlies ik haar en het wagentje uit het oog om een druk gangpad vol ontbijtkoek in te duiken. Als ik terugkom, staat een oudere vrouw bij Jet te kirren: “Wat een mooi dametje ben jij! Wat een prachtige krullen!” Als we pech hebben zet de vertederde dame haar woorden kracht bij door die krullen even te aaien. Jet en ik lachen schaapachtig, en hopen dat het ongemak snel overgaat. Terwijl we naar huis lopen denk ik: WAAROM LEER IK MIJN DOCHTER DAT HET OKÉ IS ALS VREEMDE MENSEN HAAR ZOMAAR AANRAKEN? En ook: shit, nu ging wéér haar enige interactie buiten de deur over haar uiterlijk.

Advertentie

Ja, ik denk soms in hoofdletters. Ik ben een nogal bewuste opvoeder, dat heb ik van mijn ouders. Van huis uit kreeg ik mee dat alles wat rolbevestigend was, verkeerd was. De keurslijven mochten uit, en mijn ouders wilden alles anders doen dan hoe mijn opa’s en oma’s het deden. Mijn vader kan wel breien, bijvoorbeeld. Jip en Janneke waren fout, want seksistisch. Er schijnt een vintage exemplaar vol Tipp-Ex en balpen op de zolder van mijn ouderlijk huis te liggen, waarin Jip soms Janneke was en Janneke soms Jip. In Annejet van der Zijls biografie over Annie M.G. Schmidt heb ik later ontdekt dat meer ouders dat deden.

Er waren grote verschillen tussen hoe wij binnenshuis met elkaar omgingen en hoe de buitenwereld werkte. Soms leidde dat tot verwarring. Als grote mensen opmerkten dat mijn vegetarisme ‘wel lastig voor je moeder’ was, had ik geen idee wat ze bedoelden. Mijn moeder was geen slager, dus wat maakte het haar uit? Waarschijnlijk hoopten mijn ouders dat tegen de tijd dat zij opa en oma werden, de boze buitenwereld een stuk gelijker was geworden. Dat viel mij tegen.

Nog voor m’n dochter geboren was, moest ik al een cadeau weggooien. De plot van het boekje heb ik aardig onthouden. Boerderijdieren verkleedden zich als beroepen. De mannetjesdieren kozen dokter, piloot en andere heroïsche beroepen, de twee vrouwtjesdieren werden een fee en een prinses. Die ongein ging de prullenbak in: 1-0 voor embryo Jet. Maar het lastige is natuurlijk dat team patriarchaat al ontelbaar veel punten voorloopt. Om even bij de literatuur te blijven: zo’n driekwart van de personages in de boeken die ik voorlees is man. Nijntje maakt een hoop goed, maar verder worden hele kinderboekenbossen bevolkt door louter mannetjes. Dat ligt niet aan mijn boekenkast. The Guardiannam bijvoorbeeld de honderd populairste Engelse kinderboeken van 2017 onder de loep, en kwam tot de conclusie dat er anderhalf keer meer mannelijke dan vrouwelijke hoofdpersonages in zaten.

Advertentie

Ook zonder Tipp-Ex voeg ik graag een paar damesuilen of -slangen toe (hallo Gruffalo, wat vind je zelf van de gender ongelijkheid in je bos?) Als een vrouwelijk personage wordt geïntroduceerd als ‘lief en mooi’ verander ik dat haast zonder na te denken in ‘grappig en sterk’. Vooruit lezen moet je toch als je voorleest, hoe kun je anders al die gekke stemmetjes doen?

Mijn feministische ouders hebben me dus op een paar punten op het goede spoor gezet. Maar er is nog zoveel meer om verward over te raken. De crèche bijvoorbeeld. En dan vooral die keer dat ik een leidster heel voorzichtig een meisje zag hanteren dat was gekleed als een porseleinen pop. Haar outfit werd gedomineerd door roze strikjes. Ik liet baby Jet achter in een felgekleurd joggingpak (dat ik zelf trouwens graag zou dragen).

Vertwijfeld stond ik even later buiten. Zouden de leidsters liever tegen mijn Jetje zijn als ik haar morgen ook heel veel strikjes om deed? Zou ze meer geknuffeld worden? Ik vermoed van wel, maar ik heb het niet geprobeerd. Waar zou ik al die strikjes vandaan moeten halen? Een poos later kreeg ik haar wel ineens terug met speldjes in haar haren. Ik wist niet zo goed hoe ik daar op moest reageren, maar heb deze gewoonte van de crèche maar omarmd onder het mom van ‘gratis speldjes’.

Nog verwarder raak ik van mezelf. Het dieptepunt was die keer dat Jet zei: “We spelen ziekenhuis. Jij bent de dokter!” En ik mezelf met de stem van Sinterklaas hoorde vragen: “Zo wat scheelt eraan?” Ik realiseerde me gelijk wat ik had gedaan, schraapte mijn keel en ging verder in mijn normale stem, en dacht: WAT DEED IK? ZIJN DOKTERS IN MIJN HOOFD DAN NOG STEEDS MANNEN? Sorry lieve ouders, ik moet een jaar of acht zijn geweest toen jullie het befaamde ‘ik kan deze jongen niet opereren’-raadsel voor me uitlegden, en ik trap er zelf nog steeds in. Wat was de score ook alweer?

Inmiddels heb ik al een jaar een tweede mini. Die heeft een piemel. Erg overzichtelijk trouwens, want voor dat geslachtsdeel hoefde ik in ieder geval geen naam te verzinnen. Over die moeilijke opgave heeft Caitlin Moran een mooi hoofdstuk in haar boek How to Be a Woman, waarin haar man in lichte paniek vraagt: “WHAT ARE WE GOING TO CALL HER VAGINA?” Maar deze kwestie is niet alleen een probleem van rare alternatievelingen zoals Moran en ik. Twee jaar geleden had Jet blaasontsteking. De dokter van de huisartsenpost onderbrak mij abrupt terwijl ik dochterlief iets uitlegde: “Foef! Dat is een goeie zeg.” Het bleek dat de dokter zelf ook een babydochter had. We voelden ons vereerd met deze vernoeming. Maar het is wel raar, zelfs dokters weten niet hoe ze het vrouwelijk apparaat binnenshuis moeten noemen. Hé, en dacht jij nu trouwens aan een vrouwelijke dokter of aan een man?

Mijn zoon stelt me voor een andere moeilijkheid. Ga ik voor hem evenveel boeken verbannen, verhalen verhaspelen en me plaatsvervangend schamen als hij stoer of sterk wordt genoemd? Of zit hij gewoon zijn leven lang op de tribune met een bak popcorn terwijl ik Jet het patriarchaat laat bevechten? Laat ik hem de score bijhouden, misschien is dat wel handig? Ik verwacht hier nog heel veel gedachten in kapitalen over.

Lees hier meer over Moederdag.

Volg Broadly op Facebook, Twitter en Instagram.