Moeten we ons druk maken?

Moeten we ons druk maken om het verbod op de Pegida-demonstratie in Eindhoven?

Pegida wilde aanstaande donderdag voor de tweede keer in korte tijd demonstreren bij een moskee in Eindhoven, maar dat gaat niet door.
een pegida-demonstrant
Een Pegida-demonstrant tijdens een eerder protest in Den Haag. Foto door Maarten Delobel

De burgemeester van Eindhoven heeft besloten dat een demonstratie van Pegida, de gezellige club die strijdt tegen wat zij “de islamisering van het avondland” noemen, niet door mag gaan. Pegida wilde aanstaande donderdag demonstreren bij de Al-Fourqaanmoskee in Eindhoven, maar de burgemeester vreest voor “ernstige wanordelijkheden” en heeft de demonstratie verboden.

Wat is er precies aan de hand?

Op zondag 26 mei, midden in de ramadan, hield Pegida al een protestactie bij de moskee. Het idee was om bij de moskee demonstratief stukken varkensvlees te gaan eten.

Dat leverde een hoop gedoe op. Er kwamen enkele tientallen demonstranten opdagen, die werden opgewacht door een paar honderd tegendemonstranten. Dat zorgde al snel voor een behoorlijk grimmige sfeer, ondanks (of juist mede dankzij) de aanwezigheid van driehonderd politieagenten, waaronder twee pelotons Mobiele Eenheid. Er werd met stenen gegooid naar de Pegida-demonstranten en de politie, de ME veegde de straten rond de moskee schoon en tien tegendemonstranten werden opgepakt.

Advertentie

Afgelopen zaterdag wilde Pegida ook al demonstreren in Eindhoven. Die demonstratie werd verboden omdat de aanvraag voor het protest te laat was ingediend. In de aanvraag voor het protest dat voor aanstaande donderdag gepland stond, kondigde Pegida aan dat ze onder meer met Mohammedcartoons wilden rondlopen en een steniging wilden naspelen. Of ze daarmee een punt wilden maken over stenigingen in de Arabische wereld, of over de manier waarop ze vorige keer in Eindhoven welkom werden geheten, is niet helemaal duidelijk.

Je kunt je afvragen of het überhaupt wel wenselijk is dat groeperingen als Pegida de ruimte krijgen, want als je te tolerant bent tegen intolerantie, zal de tolerante mens te gronde gaan, zo schreef de Brits-Oostenrijkse filosoof Karl Popper in 1945 al. Pegida zelf zal deze theorie waarschijnlijk van harte onderschrijven, alleen zullen zij zeggen dat niet zij, maar de moslims de intoleranten zijn. Daar schieten we dus ook niets mee op.

Waarom moeten we ons hier wél druk om maken?

Iedereen heeft vrijheid van meningsuiting en het recht om te demonstreren. Ook een groepje fanatieke islamhaters dus, die het nodig vinden om naar Eindhoven te komen om daar een tamelijk willekeurig gekozen groep moslims te pesten door hun profeet te beledigen en varkensvlees te eten.

Als een groep mensen zich geroepen voelt om tijdens een demonstratie een bepaalde mening te laten horen, dan is het de verantwoordelijkheid van de overheid om ervoor te zorgen dat zo’n demonstratie door kan gaan. Dat dat niet kan, omdat er een groep op hol geslagen jongeren met stenen loopt te gooien, en de gemeente niet in staat of bereid is om de demonstranten daartegen te beschermen, is iets waar je je druk om zou kunnen maken. Het recht op demonstratie is namelijk een belangrijk recht, of je nou demonstreert tegen een zwartgeschminkte kindervriend of met hamlapjes gaat staan lopen zwaaien om een punt te maken tegen de islam.

Advertentie

Waarom hoeven we ons hier niet zo druk om te maken?

Dat van die inperking van de vrijheid van meningsuiting en het recht om te demonstreren valt reuze mee. De leden van Pegida zijn vrij om te zeggen wat ze willen, daar zullen ze niet voor vervolgd worden. Ze zijn ook vrij om te demonstreren om hun mening kenbaar te maken. Als daarbij de openbare orde in gevaar komt – iets dat al best snel het geval is in een woonwijk, zoals de wijk waarin de Al Fourqaanmoskee staat – kan een burgemeester er inderdaad voor kiezen om een demonstratie te verbieden. Er wonen in zo’n wijk namelijk ook mensen die met die hele demonstratie niets te maken hebben. Mensen die gewoon in hun voortuin in het zonnetje willen zitten en een paar halve liters willen wegkeilen, zonder dat er stenen of karbonaadjes in het rond vliegen – en geef ze eens ongelijk. Die mensen moet een burgemeester in bescherming nemen, en daarom is er best iets voor te zeggen om in hun belang het recht op demonstratie op die specifieke plaats in te perken: als Pegida ergens op een veld of een plein wil demonstreren, dan kan en mag dat gewoon van de overheid.

Er is bovendien iets belangrijks om over Pegida te onthouden: het is een zeer marginale beweging. Bij de demonstraties van de groepering komt steevast niet meer dan een man of twintig opdagen. Door de bakken aan media-aandacht lijkt het misschien of de beweging ertoe doet, maar dat valt eigenlijk reuze mee. Ze zijn er wel erg goed in om de aandacht op zichzelf te vestigen, met hun barbecues en varkensmutsen, maar een klein groepje roeptoeterende racisten is niet direct iets waar je je heel druk om hoeft te maken – dat is namelijk precies wat ze willen.

Oké, maar moeten we ons nou wel of niet druk maken?

Nee. Het zou in deze situatie werkelijk énorm helpen als alle betrokkenen zich wat minder druk zouden maken. Als iedereen dat zou doen, zou er zeer weinig aan de hand zijn.