Drink de volgende keer dat je gaat hardlopen een biertje in plaats van energiedrank
MikkellerRunningClub

FYI.

This story is over 5 years old.

Eten

Drink de volgende keer dat je gaat hardlopen een biertje in plaats van energiedrank

Bier maakt je gelukkig en dat kun je van een chemisch gefabriceerd sportdrankje niet zeggen.
Mikkeller Running Club

Foto door Rasmus Malmstrøm

Je hebt net twintig kilometer hardgelopen in de stromende regen, je spieren zijn zo verkrampt dat je bijna instort en het zweet gutst als een waterval uit je lichaam.

Een groot glas koud bier is precies waar je zin in hebt.

En dat is niet erg. Er is niets mis met het drinken van een biertje na een lang stuk hardlopen, het tegenovergestelde juist. Er zitten ontzettend veel goede dingen in bier: koolhydraten, vitaminen, hop. En het maakt je gelukkig, dat kun je van een chemisch, in een lab gemaakt sportdrankje niet zeggen. Ik drink liever een natuurlijk product, zoals bier.

Advertentie

Energibajer is een alternatief voor het normale sportdrankje. Het is een alcoholvrij biertje, en de voedingswaarden zoals vet, energie en vitaminen staan op het etiket.

Energibajer is een Amerikaans graanbier, waardoor het hoppig, fris, bloemig en niet te bitter is. Er zijn meerdere sportwinkels geïnteresseerd in het bier, dus het zou weleens een revolutie in de sportdrankenwereld kunnen ontketenen. Het is niet nodig om tijdens het trainen je lichaam vol te gieten met onnatuurlijke rommel.

Dankzij goede producten is het tegenwoordig mogelijk om alcoholvrij bier te brouwen dat ook nog eens lekker smaakt. Door een speciaal soort gist fermenteert het bier zonder alcohol aan te maken. Het is vrijwel onmogelijk om zonder gist bier te maken – dan smaakt het verschrikkelijk. De bekende alcoholvrije (vaak Duitse) biertjes zijn technisch gezien bier, maar ze smaken naar de hel. Dit komt doordat ze niet gefermenteerd zijn. Ze smaken naar wort, de vloeistof die tijdens het brouwen gekookt wordt.

Dat betekent niet dat we moeten stoppen met het toevoegen van alcohol aan bier alleen omdat we het kunnen, want ook alcohol voegt namelijk veel smaak toe. Je kunt geen Duitse hefeweizen maken zonder tarwe, en een lambiek zonder spontane gisting is geen echte lambiek. En een geuze zonder alcohol zou een grove belediging voor het heerlijke biertje zijn.

Ongeveer een jaar geleden raakte ik weer geobsedeerd door hardlopen; momenteel ren ik ongeveer honderd kilometer per week. In november 2014 begon ik met wat vrienden een hardloopclub, de Mikkeller Running Club – we waren allemaal te lui geworden. Mensen waar ik veel mee omga drinken te veel bier, eten te veel en bewegen te weinig. Ik wilde bier blijven drinken maar ik wilde geen bierbuikje, dus moest ik gaan sporten.

Advertentie

De eerste dag kwamen er ongeveer tien mensen opdagen. Vandaag zijn er ruim 200 mensen aangesloten bij de club in Kopenhagen, en we hebben 90 locaties wereldwijd die allemaal de eerste zaterdag van de maand bij elkaar komen om hard te lopen.

We gaan een eindje rennen, drinken een pilsje, rekken en strekken wat en drinken dan nog wat biertjes. Het leuke is dat er veel mensen meedoen uit de hardloopwereld die vinden dat de sport te heilig geworden is. Zij willen na het sporten rustig een biertje kunnen drinken en meer leren over bier.

Als het erop aankomt, ben ik eerder een sporter dan een bierliefhebber. Ik hou van bierbrouwen, maar ik wil niet op het stereotype bierdrinker lijken. Toen we onze eerste bar openden in Kopenhagen zes jaar geleden, waren de typische bierdrinkers mannen met een dikke buik die het ene na het andere glas naar binnen goten. Wij wilden de pub moderner en frisser maken.

En ja, we wilden een bar waar het geen probleem was om na een marathon in je zweterige sportbroekje een pint te komen drinken.

ML1A9632

Zoals verteld aan Lars Hinnerskov Eriksen.

Mikkel Borg Bergs is een oud-hardloopkampion en de man achter Kopenhagen's Mikkeller brouwerij. Hij begon bier te brouwen als een hobby vanuit zijn huis en exporteert zijn bieren momenteel naar meer dan 40 landen.

Dit artikel verscheen eerst op de Deense MUNCHIES.