Wat er gebeurt als vluchtelingen in je kleine dorpje aankomen

FYI.

This story is over 5 years old.

vluchtelingencrisis

Wat er gebeurt als vluchtelingen in je kleine dorpje aankomen

De dorpelingen in Idomeni hielpen bevroren en verhongerde vluchtelingen uit Syrië, lang voordat de hulporganisaties arriveerden.

In september 2014 was Vasilis Tsartsanis – een kapper en cameraman uit het Griekse dorpje Polykastro – bezig met het schieten van een videoclip, op een oude spoorbrug in de buurt van de Grieks-Macedonische grens. "Terwijl we aan het filmen waren zagen we constant mensen langskomen. Ik wist dat er iets mis was – het was niet normaal dat er veertig of vijftig mensen langs het spoor liepen op één dag," zegt hij. "In de acht uur dat we daar waren zagen we drie verschillende groepen mensen. Ik vroeg aan de laatste groep waar ze vandaan kwamen en waar ze heen gingen, en ze antwoordden: 'We zijn Syriërs en we zijn onderweg naar Europa.'" In 2014 was Idomeni slechts een stipje op de kaart – een klein stadje met een handvol, voornamelijk oudere, inwoners. In de achttien daaropvolgende maanden staken bijna één miljoen mensen bij Idomeni de grens over om naar de Balkan en Centraal Europa te komen, en werd het stadje een symbool van de grootste vluchtelingencrisis die Europa had gezien sinds de Tweede Wereldoorlog. Nadat ze al deze mensen op het spoor zagen, en voordat de eerste massale toestroom van vluchtelingen op gang kwam en hulporganisaties actief werden in het gebied, besloten Vasilis en een paar vrienden in het gebied om actie te ondernemen. Geen van hen had eerdere ervaring met vrijwilligerswerk of activisme. "We werden activisten uit schaamte – we schaamden ons voor wat er in onze achtertuin gebeurde," vertelt Vasilis me. De vrijwilligers verwaarloosden hun familie en werk maandenlang, om dagelijks voedsel, kleren en voorzieningen naar de grens te brengen. Vluchtelingen hadden last van de weersomstandigheden en werden bedreigd door mensensmokkelaars. Vrijwilligers brachten ze naar lokale ziekenhuizen als dat nodig was, ondanks dat ze het risico liepen zelf gearresteerd te worden. Na een tijdje kwamen de hulporganisaties en werd de grens tussen Griekenland en Macedonië, eerst deels en daarna volledig, gesloten. Duizenden mensen zaten op elkaar gepropt in tentendorpen in Idomeni, gedwongen om te leven en te kamperen in deze modderige bende. De hulporganisaties hadden een andere aanpak dan de lokale vrijwilligers. De schaal en de manier waarop alles in goede banen werd geleid veranderde, wat voor conflicten tussen hulporganisaties en bewoners leidde en ervoor zorgde dat de lokale vrijwilligers niet meer wilden helpen. Maar Vasilis en zijn vrienden waren de eersten die hulp boden in Idomeni; ze realiseerden zich dat er een crisis gaande was lang voordat de rest van Europa het doorhad, en wisten dat ze moesten reageren. Ik sprak ze over hoe het er toen aan toeging.

Advertentie

Vasilis Tsartsanis

"De mensen in onze dorpjes zijn erg conservatief. Maar de meesten van hen waren zelf ooit vluchtelingen. Mijn eigen familie kwam hier vanuit Ordu in Turkije, aan de kust van de Zwarte Zee. Geen van ons had ervaring met vrijwilligerswerk of activisme. We werden activisten uit schaamte; we schaamden ons voor wat er in onze achtertuin gebeurde. Ik ben trots op het feit dat er geen racistische incidenten zijn geweest in onze dorpen. Toen we voor het eerst naar Idomeni afreisden om te helpen was er geen grenshek. Er waren slechts mensen die zich verstopten in velden en als een soort schaduwen de grens overgingen. We realiseerden ons al gauw dat de Macedonische smokkelaars de oversteek beheersten. Ze mishandelden en beroofden de vluchtelingen en hielden ze gevangen in leegstaande gebouwen. Vluchtelingen moesten de maffia twee keer betalen – één keer om Griekenland binnen te mogen, en nog een keer om naar het noorden van Servië te mogen. Los van het bieden humanitaire hulp wilden we ook dat de wereld afwist van de gruwelijkheden die plaatsvonden, door met internationale media en Griekse politici te praten."

Athina Paraskevopoulou

"Ik kon niet geloven dat deze tragedie zo dichtbij plaatsvond. Iedere week kwamen er meer en meer vluchtelingen. We zijn allemaal mensen – het minste wat we kunnen doet is onze hulp aanbieden. We brachten voedsel naar mensen die zich in het bos schuilhielden. We riepen ze, en dan kwamen ze uit het bos gelopen. Ik zal wat ik tijdens die maanden heb gezien altijd bij me dragen – ik was nooit bang, maar ik zag wel de angst in de ogen van die mensen."

Susana Bainouzi

"Ik herinner me nog goed de avond waarop Vasilis me belde. We waren de verjaardag van een vriend aan het vieren en hij vroeg: "Vind je het erg als ik het feestje verpest? Ik moet echt wat kleren vinden." We wilden allemaal helpen. We zagen zoveel wreedheid die dag. Ik huilde vaak in mijn eentje in mijn auto, maar de volgende dag stonden we er allemaal weer, klaar om de mensen die hulp nodig hadden bij te staan."

Valantis Aslanidis

"Ik werk op de grenspost bij Evzoni. We hoorden regelmatig Kalashnikovs afgaan, als rivaliserende smokkelbendes op elkaar schoten in de velden buiten Gevgelija. Ik was heel bang en maakte me zorgen om alles dat vlak naast ons gebeurde. We waren veilig in onze kantoren, maar we konden de angst in de ogen van de vluchtelingen zien. Ik zal nooit vergeten dat een oudere man me vroeg of ik hem naar het ziekenhuis wilde brengen. Dat was ergens aan het eind van 2013. Ik kon hem niet op straat achterlaten, maar ik was een beetje bang, dus terwijl ik naar het ziekenhuis reed belde ik een vriend op, om met hem te praten terwijl ik aan het rijden was."

Evelyn Decker

"Ik heb een klein hotel en ik kon het niet over mijn hart verkrijgen om die mensen zonder geld, buiten in de kou, pijn te laten lijden. We waren bang – in eerste instantie wisten we niet of we ze wel onderdak konden bieden. Maar we deden het toch. Ik weet niet wat er gebeurd zou zijn als we dat niet hadden gedaan. Later bracht de politie gezinnen met jonge kinderen naar ons toe, terwijl het buiten vroor. We werkten zestien uur per dag en we zaten allemaal aan onze limiet. Ik huilde iedere dag. Het zwaarste deel was de persoonlijke relatie die ik met de vluchtelingen opbouwde – iedereen wilde me zijn verhaal vertellen. Ik trok het allemaal nauwelijks."

Thaleia Kuriazidou

"Ik herinner me de eerste dag dat we ons huis openstelden voor vijftien tot twintig mensen. Ze waren allemaal bevroren en stierven van de honger, een paar mensen waren ook gewond. Het was voor iedereen zwaar. Ik zal nooit vergeten hoe een man, wiens vrouw in een andere auto dan hij stapte, in tranen uitbarstte. Hij smeekte ons om hen niet te scheiden, omdat hij te bang was om zijn familie alleen te laten. Het was een vreselijk emotioneel moment."

Antonia Kourtidou

"De vluchtelingen kwamen eerder door Polykastro, maar de lokale bevolking kreeg niets mee van wat er een stukje verder naar het noorden gebeurde. Mensen liepen kilometers lang – hele gezinnen, oude mensen, moeders die hun kind vasthielden. Sommigen betaalden de hoofdprijs om in een bus te kunnen stappen, maar die brachten ze alleen maar naar dichtbij gelegen dorpen – vanaf daar moesten ze verder lopen. Ik zal nooit vergeten hoe een familie me midden op straat aanhield om om hulp te vragen – hun kind was flauwgevallen van de warmte."

Olga Maragaki

"We hoorden dat er iets verschrikkelijks gaande was in Idomeni – het plein was drukbezet, mensen lagen op het beton, hongerig en half buiten bewustzijn. Ze waren dagenlang in een goederentrein opgesloten door smokkelaars. We renden erheen met water, broodjes – alles wat we konden vinden. Er zijn geen woorden voor wat we zagen. We sneden brood op motorkap van mijn auto terwijl de tranen over mijn wangen stroomden. Diezelfde nacht zeiden we tegen elkaar: 'Laten we bedenken wat we morgen gaan doen.' Als moeder en als mens kon ik deze tragedie niet aan me voorbij laten gaan."

Nikos Tirekidis

"Er liepen vluchtelingen langs ons huis. Mijn vrouw huilde en we gaven ze brood dat op tafel stond. Ik heb een sportauto met twee deuren en vier stoelen, die we praktisch in een busje hebben veranderd. We reden door de velden en de modder, en de auto ging bijna kapot, maar het boeide me niks. De eerste dag dat we spullen naar het bos brachten zagen we in eerste instantie niemand. Maar toen ze zich realiseerden dat we geen smokkelaars of politie waren kwamen ze tevoorschijn en werden we opeens omringd door 150 mensen. Dit werd mijn dagelijks leven. Ik weet niet hoe we het voor elkaar kregen om al die spullen te vinden en hoe ik de benzine betaalde. Zelfs toen de hulporganisaties ons tegenhielden en zeiden dat we niet meer mochten komen, gingen we nog steeds iedere nacht bij de tenten langs en gaven we melk aan families met kinderen. Ik ben werkloos, maar ik zou het zo weer doen als ik zou moeten."

Nena Athanasiadou

"Ik was nooit bang, zelfs niet toen ik alleen was, omringd door duizenden vluchtelingen en ME'ers met schilden. Ik leerde wat menselijkheid en gelijkheid betekent. Ik heb drie kinderen en een van hen zei tegen me: 'Je geeft alleen maar om de vluchtelingen.' De volgende dag nam ik haar mee omdat ik wilde dat ze zag wat ik deed in Idomeni. Daarna zei ze tegen me dat ik daar meer tijd moest doorbrengen. Onze groep vrijwilligers gaf nooit op, zelfs toen de hulporganisaties wilden dat we stopten. Op een bepaald moment wilde ik een baan nemen bij een grote hulporganisatie. Toen ze erachter kwamen dat ik lid was van deze specifiek vrijwilligersgroep zeiden ze kurkdroog: 'Je moet een kant kiezen.'"

Evgenia Evgenidou

"Ik woon in het huis het verst buiten het centrum van mijn stad, en iedereen kwam door mijn voortuin. Ik ging naar buiten en bood ze water, voedsel en alles wat ik in huis had aan. Ze kwamen in groepen van tachtig tot honderd mensen. Na een tijdje reden we het bos in om voedsel en kleren uit te delen, en werden we steeds omringd door tientallen bange mensen. Ik zal nooit vergeten hoe ik een keer uren in het bos en de velden doorbracht, op zoek naar een zwangere vrouw die diabetes had. We wilden haar haar medicijnen geven."

Advertentie

Grigoris Koumarnetos

"Geen enkel mens kan onberoerd blijven bij het zien van zo'n tragedie. We zetten ons dagelijks leven en onze banen op pauze om te helpen. Hoewel er nooit zoveel lijden had mogen plaatsvinden, voel ik me gezegend dat ik in ieder geval iets kon doen."

Efi Boutmara

"Ik ben een dokter in het ziekenhuis van Polykastro. Ik zal de eerste dag dat ik naar een open plek in het bos ging, om mensen bij de grens te onderzoeken, nooit vergeten. Vlak nadat ik arriveerde begonnen er gezichten te verschijnen vanachter de bomen. Het was op dat moment semi-illegaal om mensen te helpen, maar de politie deed net of ze ons niet zagen, en wij deden net of we hen niet zagen. We hadden maar weinig capaciteit, maar ik kon mijn hoofd niet wegdraaien van deze tragedie. Er waren zoveel mensen die hielpen, en ik realiseerde me dat racistische motieven geen rol speelden, maar dat het erom ging of mensen wel dúrfden te helpen."

Maria Mouzouri

"Er is een klein hostel in Igoumenitsa en in het begin zochten mensen daar onderdak. Toen ik naar Idomeni ging zag ik wat het voor een mens betekende om z'n grens te bereiken, en realiseerde ik me dat mensen in staat zijn om zowel het beste als het slechtste in zichzelf naar boven te halen. Het enige waar we nu om vragen is dat deze kampen – waar duizenden mensen nog steeds vastzitten – gesloten worden. We zijn al begonnen met een huisvestigingsprogramma voor vluchtelingen, omdat het uiteindelijk het belangrijkste is dat iedere familie een dak boven zijn hoofd heeft."