Sinds 2014 zit Fatima Faïd in de Haagse gemeenteraad voor de links-progressieve en (van oorsprong anarchistische) Haagse Stadspartij. Ze is al vanaf het begin bij die partij betrokken, die ontstaan is uit een protestbeweging die wortels had in kraakpand De Blauwe Aanslag. Voor ze in de raad kwam was Fatima al veertien jaar lang lid van de partij, en ze kent de Haagse stadspolitiek door en door. Vorig jaar sprak ze tijdens het Woonprotest in Amsterdam de legendarische woorden ‘geen kankerduur kankerhuis heujjj’, en die viral-uitspraak raakte een dusdanige snaar dat mensen haar niet alleen afkeurende berichtten stuurden, maar haar ook in de harten sloten. Nu doet ze voor het eerst als lijsttrekker mee aan de gemeenteraadsverkiezingen. Daarom het leek het ons interessant Fatima eens te vragen of ze tips heeft voor progressieve jongeren die ook lokale politiek bedrijven.
De Haagse Stadspartij is verder nogal uitzonderlijk, in die zin dat het een van de weinige puur lokale linkse partijen is – dus zonder een landelijke partij die er boven hangt – die het al jarenlang volhoudt. Hoe zit dat? Wat is het geheim? We belden Fatima op:
Videos by VICE
“Ik zit even een mandarijntje te pellen want ik ben kapot moe, ik heb net het laatste debat gehad voor de verkiezingen,” zegt ze. “Mijn dochter noemt dat zo, kapot moe zijn. Oh god, en dan hebben we nu het laatste debat gehad en moeten we nog twee dagen flyeren en weet ik het allemaal, van die kansloze acties op het einde van de verkiezingen, alsof dat het verschil nog gaat maken. Als we nu nog niet geflyerd hebben, gaat dat dan nog het verschil maken? Maar goed, waar wilde je het over hebben?”
VICE: Ik wilde vragen om tips om het lang vol te houden in de gemeenteraad-politiek en het daar goed te doen. Fatima: “Ah, goed. Ok. Nou:”
Tip 1. Wees voorbereid op de lange termijn
“Je moet van de lange adem zijn voor de gemeenteraad-politiek. Veel linkse jongeren die actief worden in de lokale politiek zijn superenthousiast, maar als je het goed wil doen betekent het dat je een heel lang traject in gaat.
De Haagse Stadspartij is vanuit een protest tegen de aanleg van een nieuwe weg in 1998 in de gemeenteraad terecht gekomen. Krakers in het pand De Blauwe Aanslag steunden dat protest, en vanuit dat protest hebben we ook meegedaan aan de gemeenteraadsverkiezingen. Op die manier hebben we jarenlang met een zetel in de raad gezeten. We waren een soort luis in de pels, zoals BIJ1 dat nu is in de Tweede Kamer: veel kritische vragen stellen, af en toe moties indienen.
Dat hebben we jarenlang met plezier gedaan, en jarenlang hebben we steeds heel goed gescoord op hoeveel invloed we hadden met die ene zetel. Dus je kan best veel gedaan krijgen, ook als je niet meteen in het College van Burgemeester en Wethouders zit.
Wij zijn nu met z’n drieën nu in de Raad en we hebben een fractievertegenwoordiger, dus we zijn met z’n vieren dagelijks actief. En eigenlijk doet alleen de fractievertegenwoordiger er nog iets naast, die schrijft af en toe voor een architectenkrant ofzo, maar verder werkt niemand van ons hiernaast. Natuurlijk: Den Haag is een grote stad, dus je kan gewoon van het salaris leven. Maar je moet het wel heel leuk vinden. Een verschil met onze partij en andere partijen is dat je bij ons niet echt kunt doorstromen naar de landelijke politiek.”
Tip 2. Wees geen onuitstaanbare ideoloog (maar behoud wel je principes)
“Nu zullen mensen wel boos op me worden, maar de fout bij veel linkse jongeren is dat ze zo vaak bij ideologie beginnen. Je vertrekt vanuit ideologie en gaat dan discussiëren over Marxisme of Trotskisme of Leninisme. Jonge mensen zijn vaak superactivistisch, en dat is goed, maar je moet ook snappen dat je dingen voor elkaar moet krijgen. Je zit er niet alleen voor je eigen principes, je zit er voor de mensen in de stad of gemeente.
Veel jongeren komen uit een activistisch netwerk. Als die dan eenmaal in de gemeenteraad terecht komen, moeten ze wel bereid zijn om zaken te doen, dan moet je bereid zijn om te regelen, ik noem maar wat, dat die onderadvisering [van kinderen op basisscholen – red.] stopt. En dan moet je wel aan tafel willen zitten met bijvoorbeeld de VVD, en dat niet bij voorbaat al vanuit je ideologie afwijzen.
Politiek is ook gunnen. Als je alleen maar de hele tijd boos doet, kunnen andere partijen al snel denken: er is geen land met die persoon te bezeilen. Dan gunnen ze je het gewoon niet. Maar je hebt wel de meerderheid nodig van de mensen met wie je samenwerkt. Je moet wel iets regelen voor de mensen voor wie je er daar zit. Dat moet je ook niet vergeten.
Ik vind dat we met de Haagse Stadspartij een goed midden vinden tussen activisme en politiek bedrijven. Er is altijd een scheiding tussen de activisten, die doen iets op straat, en de politici, die zich in het gemeentehuis verschansen. Wij geloven in een politiek van onderop – we komen uit de kraakscene en het anarchisme. En wij geloven heel erg in de kracht van de straat, die moet in het stadhuis te horen zij. Je moet dingen organiseren. Ondersteunen, meedenken, aanwezig zijn. Dan moet je ze overtuigen, het betekent ook dat je iets aan je PR moet doen.
Natuurlijk moet je wel aan je principes vasthouden, maar ik denk dat dat ook te maken heeft met wie je in zee gaat. Vanuit onze eigen partij gesproken denk ik ook dat het belangrijk is dat je je organisatie plat houdt, met weinig hiërarchie. Dat werkt voor ons in ieder geval erg goed. Als er ergens een debat is, sturen we niet per definitie de lijsttrekker of de nummer twee op de lijst. Als iemand op plek twintig er veel vanaf weet, kan die het doen. En iedereen mag alles zeggen, we roepen niet zo gauw mensen terug. Dat is toch dat anarchistische. Daardoor zijn er misschien ook geen politieagenten lid, waardoor we ook gewoon kunnen zeggen dat de politie racistisch is, haha. Zo’n sfeer is belangrijk om te hebben.
En wat verder qua principes betreft: de revolutie begint sowieso niet op het stadhuis. Maar als je in de gemeenteraad laat zien hoe het ook kan, dat je er als links voor mensen bent, gaan mensen na een tijdje vanzelf ook wel inzien dat kapitalisme kut is.”
Tip 3. Doe écht iets
“Het is heel belangrijk om concrete resultaten te boeken op de plek waar je actief bent. Je moet de straat op, de buurt in, horen wat er leeft, welke problemen er zijn. Niet een keer per maand een beetje canvassen, maar dag in dag uit. Een van de dingen waar ik heel trots op ben met de Haagse Stadspartij is een project dat we hebben ondersteund van bewoners die in hun eigen straat een woningbouwvereniging hebben opgericht.
De bestaande, grotere woningbouwvereniging wilde de huizen daar slopen, omdat ze gerenoveerd moesten worden. Het waren allemaal sociale woningen, dat begrijp je natuurlijk wel. De bewoners zijn toen in opstand gekomen en die bedachten: ‘geef die panden dan maar aan ons, we doen het zelf wel’. Het proces heeft twee jaar geduurd, want niemand wist precies hoe dat moest verlopen. Zeker qua financiering, niemand heeft geld natuurlijk. Nu is het een bekende straat, en hebben ze het in eigen beheer voor elkaar gekregen.
De stadspartij heeft twee jaar lang in dat proces geïnvesteerd en advies gegeven. We hebben meegedacht over wie er in Nederland verstand heeft van dit soort zaken, we hebben de bewoners in contact gebracht met die mensen, die naar bewoners luisteren. Het heeft ruim twee jaar geduurd. Maar nu staat het er gewoon.
En dan zie: als je met de stad dingen doet, duurt het altijd wel lang, maar je kan wel iets verwezenlijken. Dus je moet niet alleen maar demonstraties organiseren – dat doen we ook veel – maar ook dit soort initiatieven. Je moet echt in die stad gaan zitten. En denken: wat is belangrijk? Wat kom je tegen qua vragen van mensen waar ze hulp bij nodig hebben?”
Tip 4. Bestrijd extreem-rechts (maar trek je er tegelijkertijd niet te veel van aan)
VICE: Niet alleen linkse jongeren hebben het politieke vuur te pakken, op Twitter zie je ook dat er op extreem-rechts, bij bijvoorbeeld FvD, veel jonge politici een soort bevlogenheid of elan hebben, zij het een soort fascistisch elan. Hoe ga je daar mee om? Fatima: “Nou kijk, bij ons in Den Haag loopt Rita Verdonk nu zelfs weer mee. Die vrouw is volkomen mislukt, en ze duikt toch weer op. Rechts is hier in Den Haag in ieder geval altijd een factor van belang geweest, ze hebben hier altijd dingen gedaan. Ik heb niet per se het idee dat rechts nu meer energie heeft, ze hebben altijd al veel aanspraak en groei gehad. Dus het gaat erom hoe je ermee omgaat.”
Deze week was ik in gesprek met Gideon van Meijeringen, of hoe heet die gek van FvD. Ik moest bij een debat naast hem zitten en ik dacht: o god, dat heb ik weer. We hebben 21 partijen die mee doen, en dan heeft het lot beslist dat ik naast hem moet zitten. Er is één stoel vrij hè, alleen een stoel naast hem.
Ik had in een tweetje gezegd: ‘Fascisten een podium geven, bij Den Haag FM kunnen ze het.’ Iemand anders had daarop gereageerd en ik had geantwoord, ‘tegen de tijd dat de nazi’s ons allemaal deporteren dan zeggen ze bij Den Haag FM: jeetje, hoe is het nu zo ver kunnen komen, we hebben dit nooit geweten.’ Alle nazi’s waren over de zeik, maar Van Meijeren ging me heel vriendelijk aankijken en zei: ‘ik wil het nog heel even hebben over je tweetje’. Hij zei dat hij ‘oprecht’ wilde weten wat ik bedoelde met deporteren. Schijnheilige vent.
Later gaf ‘ie me een glas water, en ik dacht: gooi ik dat glas water in zijn gezicht of niet? Dan moet je overdenken: ik zit hier met een zaal vol mensen, het zal wel weer hommeles worden als ik het doe, en van de andere kant vind ik het ook wel weer prettig als mannen me glazen water inschenken, dus ik heb het maar gewoon aangenomen en het erbij gelaten. Je moet soms een beetje strategisch denken he. Je wil ze geen gratis stok geven om jou te slaan.”
Tip 5: Strijd voor meer representatie
“Ik ben heel trots op hoeveel jonge mensen er op de lijst staan voor de Haagse Stadspartij en hoe divers die lijst is geworden. Het kostte wel vier jaar om die mensen allemaal te vinden, maar dat is ons deels gelukt omdat we de stad zo goed kennen en hier al zo lang rondlopen. Dan leer je ook mensen kennen die heel goede dingen doen, maar die verder niet per se heel zichtbaar zijn. En die zichtbaarheid is juist zo belangrijk.
Er zijn verschillende groepen die niet of niet genoeg vertegenwoordigd worden in de politiek: zwarte mensen, queer mensen, daklozen, allemaal groepen die wel onderdeel uitmaken van dit land, maar die niet aan tafel zitten. We hebben meer representatie nodig van de zwakkeren in de samenleving. Het is goed als iemand die dakloos is geweest, iemand die dus zijn leven lang is opgejaagd door politie, ook aan tafel zit. Ik denk dat je daar als gemeenteraadslid veel oog voor moet hebben. De kieslijst van de Haagse Stadspartij is nu heel divers en ik ben daar supertrots op. Ik hoop dat we een mooi resultaat halen, zodat mensen zien dat daar ook een electoraat zit, zodat het op die manier ook invloed heeft.”
Bonustip: ga viral (en zit niet te veel op social media)
“Oja, dat Woonprotest. Mieke Megawati Vlasblom belde me op om te vragen of ik dat wilde modereren, en ik zei ‘leuk, hoeveel mensen komen er?’ Ze dacht dat het er driehonderd max zouden zijn. Toen kwam ik daar aan bij het Westerpark in Amsterdam en zag ik die tienduizenden mensen staan en dacht ik ‘shiiiiiittt, dit is wel heel heftig. Ik ga sterven’. Maar goed, gedaan, en die uitspraak gedaan [‘geen kankerduur kankerhuis’ – red.]. Ik ben bang dat als ik sterf dat dat mijn enige legacy is. En dan moet je nagaan: ik had die speech de avond ervoor geschreven in de Samenscholing, een anarchistisch bolwerk waar ik een diner had dat tot laat op de avond door ging. Dat is wel prettig aan de Haagse Stadspartij, we hebben geen focus group om de boodschap te finetunen, dus ik kon uit het hart spreken. Die uitspraak ging hartstikke viral, mijn dochter zei dat ‘ie op Tiktok 50.000 keer was bekeken ofzo? Maar ik ben dus een beetje kneuzerig met social media, dus ik kwam er maanden later pas achter dat er ook allemaal haatberichten op waren gekomen van mensen die dat maar niks vonden. Dus dat is mijn laatste tip: verdiep je niet te veel in hoe social media werken, dan mis je vrolijk haatberichten en zit je niet te veel op die telefoon.”