Festivalbarbarisme

Dit artikel verscheen eerder in onze Festival Guide.

Toen ik een keer op de laatste avond van een festival een dronken man schreeuwend in een plaskruis zag schijten terwijl zijn vrienden eromheen stonden te brullen van plezier, was voor mij de lol eraf. Ik was bloedchagrijnig – om de barbaarsheid van deze man, maar eigenlijk vooral om het feit dat ik er zo ontgoocheld door was. Want als er nou één ding leuk is aan festivals, dan is het wel dat je dingen kan doen die in de normale, beschaafde wereld niet echt kan maken, zoals de dag beginnen met halve liters en tegen je eigen tent aan pissen. Beschaving staat gelijk aan ‘fucking saai’. Als ik denk aan hoe Willem-Alexander elke dag met zijn pink omhoog kopjes Lapsang Souchon-thee drinkt terwijl hij in Algemeen Beschaafd Nederlands over waterschappen praat, moet ik een beetje sidderen. Je gunt het zo’n man toch om ook een keer hangend in een campingstoel hakenkruislijnen speed van een Bar-le-Duc-pak af te snuiven.

Videos by VICE

Toch werd ik door de in een plaskruis schijtende man, die ook nog een vissershoedje droeg, geconfronteerd met een soort ondergrens van wat ik aankan. Daar is een verklaring voor, te lezen in Het Civilisatieproces van socioloog Norbert Elias. Sinds de barbaarse Middeleeuwen zijn mensen steeds geciviliseerder geworden, en daarmee ook gevoeliger voor barbaarse dingen. Ieder willekeurig persoon uit de Middeleeuwen was waarschijnlijk lachend naast de man met het vissershoedje gaan zitten kakken. Een of twee eeuwen later had iemand in die situatie even geglimlacht en was vrolijk doorgelopen. Weer een eeuw later zou een gemiddelde persoon waarschijnlijk even hebben gekeken en er bedenkelijk zijn wenkbrauw over op hebben gehaald. En in 2014 verzeilde ik in een gruwelijke drugskater.

Niemand heeft ooit bedacht dat meer beschaving in de loop der eeuwen een goed idee zou zijn (had ik al gezegd dat beschaving saai is?), maar toch is het gebeurd. Het civilisatieproces vanaf de Middeleeuwen begon zo’n beetje toen er natiestaten ontstonden, met een koning en een hof, zoals in Frankrijk koning Lodewijk XIV en het hof van Versaille. Daarvòòr had je allemaal gebieden met ridders die elkaar dagelijks gruwelijk te lijf gingen. In die periode waren de meest onverschrokken krijgers degenen die de meeste macht hadden. Hoe barbaarser je was, hoe banger anderen voor je waren en hoe meer gebied je kon veroveren. Lekker in je blote pik je tegenstander onthoofden en vervolgens bulderlachend zijn oogbollen op je zwaard spietsen, dat werk. Totdat er uiteindelijk één allersterkste leger met één koning overbleef. Die kon toen mensen dwingen om binnen zijn land belasting te betalen, waarmee een leger opgebouwd kon worden. Vanaf dat moment kon je maar beter je bek houden, want tegen een nationaal leger leg je het al gauw af. Sterker nog, je belandde in de nor als je geweld gebruikte, dus moest je je wel leren beheersen.

In het hof loonde het om je barbaarse impulsen te onderdrukken. Als je het niet met iemand eens was kon je beter vriendelijk knikken en hem met politieke spelletjes kapot maken, dan zijn hart eruit te snijden en er vervolgens trots overheen te pissen. Er ontstonden beschaafde omgangsvormen, die langzaam doordruppelden in de hele samenleving. Omdat elke laag in de samenleving zich wilde afzetten van de laag daaronder, bedachten mensen steeds opnieuw beschaafdere dingen. Als je tijdens het eten een scheet moest laten dan kon je dat in het begin gerust doen, maar later werd verwacht dat je er als beschaafd mens een beetje overheen hoestte. Weer veel later liep je als beschaafd mens even naar de gang. Nu schaam ik me al als mijn vriendin hoort dat ik op de wc een heel klein scheetje laat.

Ook vind ik het niet fris om van haar te horen. Dat komt omdat je niet alleen van kinds af aan leert om je barbaarsheid te onderdrukken, maar dat het ook nog eens zo vanzelfsprekend wordt dat je oprecht gaat walgen van hele barbaarse dingen, zoals windjes van vrouwen, IS-onthoofdingen en in plaskruizen schijtende Brabanders.

Tegelijkertijd is het ook vermoeiend om altijd maar je barbaarse behoeftes te moeten onderdrukken en daarom is het zo heerlijk om op een festival niet te douchen, met lauwe halve liters te ontbijten, je dikke blote buik te etaleren, dikke tieten als zodanig te benoemen, tegen tenten aan te pissen, mensen aan gort te beuken in een moshpit, asociaal veel te roken, te schreeuwen en door de blubber te glijden. Dingen die in de Middeleeuwen als volstrekt normaal of zelfs beschaafd en dus fucking saai zouden zijn bestempeld. Dit gezegd hebbende: het is 2015, kak gewoon in een normale dixi.