Films van Christopher Nolan kunnen blijkbaar ook nogal ruk zijn

Džon Djevid Vašington

Pas op! Er zitten spoilers in dit artikel.

Toen Dunkirk in 2017 uitkwam, dacht je misschien wel dat regisseur Christopher Nolan definitief de top zou bestijgen. Binnen de kortste keren zou iedereen het erover eens zijn hoe geniaal hij was.

Videos by VICE

Het tegendeel is helaas waar.

Je hoeft maar drie minuten van zijn langverwachte film Tenet te zien om tot die conclusie te komen. Het is een onbegrijpelijke film die al snel uiteenvalt in een ingewikkeld verhaal dat niet alleen moeilijk te volgen is, maar waar je ook moeilijk van kunt genieten.

Het plot is onmogelijk samen te vatten, maar wat er onder andere gebeurt is dit: een aantal autoachtervolgingen waarbij dingen als tijd en ruimte niet echt een ding zijn, de entropie van de aarde wordt omgekeerd en de apocalyps breekt uit. En er is ook nog een spionage-achtige verhaallijn waarin nepschilderijen worden ingezet om plutonium te jatten.

Toegegeven, de mix van genres is zo nu en dan best vermakelijk. Je zou zelfs kunnen zeggen dat Tenet Nolans radicaalste werk tot nu toe is – tenminste, in de zin van het totale gebrek aan plot, personage-ontwikkeling of ook maar iets van realisme. Al zijn favoriete thema’s komen erin samen (het lot, tijd en ruimte, mooie vrouwen, dood, familie, ontploffingen met auto’s), maar de sentimentaliteit die zijn oeuvre kenmerkt ontbreekt (denk aan elke scène met Marion Cotillard, of de volledige film Interstellar).

Het gevolg is dat Tenet heel koud en technisch aanvoelt. Als je chocola probeert te maken van alle puzzelstukjes die Nolan in schijnbaar willekeurige volgorde op je afvuurt, raakt je brein oververhit. De film wil je zoveel bieden dat het haast kitscherig wordt.

Het personage van Kenneth Branagh, Andrei Sator, is een grote, slechte oligarch met een sterk Russisch accent, die doet denken aan Arnold Schwarzenegger in Red Heat of John Malkovich in Rounders. En het personage van Robert Pattinson zegt op een gegeven moment iets tegen de hoofdpersoon (gespeeld door John David Washington), dat vooral neerkomt op een slechte parodie op een beroemde zin uit Casablanca: “Ik denk dat dit het begin is van een fantastische vriendschap. Maar dan omgekeerd.”

Tenet is een soort ballon die steeds groter wordt, maar nooit knapt. Daardoor heb je als kijker geen flauw idee waarom welke keuzes zijn gemaakt en wat nou belangrijk is om welke reden.

Misschien komt dat omdat Nolan het zelf ook niet echt weet. In plaats daarvan heeft hij de film volgegooid met dunne meta-lagen, easter eggs en narratieve valkuilen. De grootste easter egg is dat Tenet een palindroom is. Na een tijdje begin je je af te vragen of de titel misschien naar het verhaal verwijst (hey wacht eens even, is het einde nou… het begin?). Dat past prima bij een filmmaker die het vooral van bedrog moet hebben, want in al zijn films laat hij het publiek geloven in iets dat niet echt bestaat. Maar je zou ook kunnen zeggen dat dat precies het hele punt van cinema is, en daarom is het zo jammer dat het in Tenet juist zo naïef en pretentieus aanvoelt.

Diezelfde magische trucjes – die ‘verfijnd’ zijn, maar ook lekker goedkoop – staan ook centraal in zijn film The Prestige, die gaat over rivaliserende goochelaars in het Londen van de negentiende eeuw. In deze film onderwierp Nolan je eveneens aan een opgeblazen verhaal, dit keer over de zelfopoffering van een kunstenaar. De clou: Christian Bale blijkt gewoon deel uit te maken van een tweeling! Nolans werk blijkt op niets meer gebouwd dan verwarring.

Tenet had de grote post-lockdownfilm moeten worden, maar voelt net zo leeghoofdig als een willekeurige Marvel-film – alleen dan wel eentje die pretendeert 2001: A Space Odyssey te zijn. Toch moet je wel toegeven: als je zo’n vreselijke film van tweeënhalf uur kunt maken die 200 miljoen euro kost – en dat in deze tijd – dan ben je er behoorlijk goed in om mensen voor de gek te houden. En dat is iets wat niemand hem kan afnemen.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk bij VICE Frankrijk.