In de jaren tachtig maakte de stad Palermo op Sicilië een van de verschrikkelijkste periodes in haar moderne geschiedenis mee. Het decennium begon met de opkomst van de Corleonisi-familie en diens leider Toto Riina, die uitgroeide tot een van de machtigste figuren binnen de Siciliaanse Maffia – ook wel bekend als de Cosa Nostra of ‘Onze Zaak’.
De Corleonisi komen oorspronkelijk uit het dorpje Corleone in het rustieke binnenland van Sicilië. In de jaren zestig en zeventig verdienden ze geld met de drugshandel en maakten ze zodoende ook een aantal vijanden. Onder het leiderschap van baas Luciano Leggio en zijn opvolger Riina wilde de familie heel Sicilië overnemen door andere maffiafamilies te infiltreren en hun leiders te vermoorden.
Videos by VICE
Deze moordpogingen kwamen bekend te staan als de Maffiaoorlog of de Mattanza (slachting). Tussen 1981 en 1983 stierven er meer dan 1000 mensen – maffiabazen, hun handlangers, hun families, burgers die het ongeluk hadden op de verkeerde plek te zijn en overheidsambtenaren. Nadat er een paar vooraanstaande plaatselijke rechters en carabinieri (officiers van de militaire politie) werden vermoord begon de rechtsvervolging diens anti-maffia-onderzoeken te centraliseren en werd er een gespecialiseerde eenheid opgesteld die als doel had om hooggeplaatste maffiosi op te sporen en te arresteren.
Bij de zogenoemde Antimaffia Pool zaten ook Giovanni Falcone en Paolo Borsellino, twee officiers van Justitie die naam hadden gemaakt met eerdere rechtszaken door innovatieve onderzoeksmethodes in te schakelen. In nauw werkverband met hun collega’s lukte het ze om bewijs te verzamelen dat tot aanklachten tegen 475 maffiosi leidde. Bij het resulterende Maxi-proces dat tussen 1986 en 1992 in een bunker-achtige rechtszaal werd gevoerd, werden de meesten van hen veroordeeld. Zowel Falcone als Borsellino werden in 1992 binnen een tijdspanne van twee maanden door autobommen vermoord.
Tijdens deze ingrijpende periode werkte de in Palermo geboren fotograaf Fabio Sgroi, toen nog maar 20 jaar oud, bij het persbureau Informazione Fotografica, dat ook samenwerkte met de plaatselijke krant L’Ora. Sgroi was geen fotojournalist – hij was eerst begonnen met het vastleggen van de ondergrondse punkscene van Palermo, waar hij zelf ook onderdeel van uitmaakte. Maar door het constante gewelddadige klimaat dat in de stad heerste werd hij vaak gevraagd om historische misdaadscènes en rechtszaken te fotograferen.
Afgelopen zomer zag hij het archief van zijn driejarige samenwerking met L’Ora weer eens in, met de bedoeling om een boek te maken. In november 2022 werd het boek in het Italiaans en Engels gepubliceerd – “Kronieken van de krant L’Ora. Palermo 1985-1988.”
“Dit was de enige keer dat ik een fotojournalist was,” vertelt Sgroi me aan de telefoon. Destijds werkten journalisten met pagers, aangezien er nog geen mobiele telefoons waren. “We werkten in shifts: ochtend, middag en avond, tenzij het een vakantiedag was. En ook ‘s nachts, er gebeuren dingen op elk uur.” Na zo’n dienst werden de foto’s meteen ontwikkeld. “Je had altijd maar weinig tijd om de foto’s aan het redactieteam te leveren,” voegt hij toe.
Eén van de gebeurtenissen die hem het meest is bijgebleven is de moord op voetballer Salvatore Marino. Marino werd in 1985 gearresteerd en ondervraagd nadat de maffia de politiechef Beppe Montana hadden vermoord. Tijdens zijn ondervraging zou hij door de politie zijn gemarteld en vermoord, waarna zijn lichaam werd gedumpt. “Hij werd op het strand bij Sperone gevonden,” zegt Sgroi. “Ze zijn erachter gekomen dat hij niet door de maffia was vermoord, maar door de politie van Palermo.”
Sgroi’s foto’s laten niet alleen gruwelijke moordtaferelen zien; het boek gaat ook over demonstraties, beelden van het dagelijks leven en politieke gebeurtenissen, zoals toen de pornosterren Moana Pozzi en Ilona Staller zich kandidaat stelden voor de Radicale Partij.
Palermo zag er in die tijd natuurlijk heel anders uit. “Het was een vrij sombere en duistere stad,” herinnert Sgroi zich. “Om 7 uur ‘s avonds gingen alle winkels dicht en verdwenen mensen van de straten. Er hing een zware atmosfeer, en de slachtpartijen van de maffia waren erg zwaar.” Tegenwoordig lijkt de stad voor het grootste deel van deze wonden te zijn genezen. Maar Sgroi waarschuwt ervoor dat deze verschrikkelijke periode in de geschiedenis niet alleen maar als iets van het verleden moet worden beschouwd. “De Maffia is nog niet achterhaald,” zegt hij. “Tegenwoordig is er een ander soort maffia, die veel stiller is en verbonden is met de instituties.”
Scroll naar beneden voor meer foto’s:
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op VICE Italy.
Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram.