De sharpies, of sharps, zijn de absolute troetelkindjes van de Australische gangfashion-scene. Ze begonnen in de jaren zestig, toen groepen tieners uit de arbeidersklasse in Melbourne (en in mindere mate ook Sydney) samenkwamen voor dingen als auto’s, tattoos, vechtpartijen en ‘dressing sharp’. Waar hun evenknieën in de Verenigde Staten veel waarde hechtten aan leren jassen, draaide de stijl van de Australiërs vooral om spijkerjasjes, tuinbroeken en brogues. Wat ze wel met de Amerikaanse bikers gemeen hadden, was dat het werd gewaardeerd als je liet zien dat je loyaal was aan je club, hetgeen je vooral kon laten zien door een flink robbertje te matten.
Nick Tolewski was nog een jonge tiener, toen hij in de jaren zeventig met zijn vrienden foto’s begon te maken van de Thomastown Sharps, een van de grootste sharpiegroepen uit het noorden van de stad. Een paar jaar geleden bracht hij op eigen houtje al het boek Once Were Sharps uit. Er komt nu een tweede boek aan, hetgeen wij een goede aanleiding vonden om eens met het te praten.
Videos by VICE
VICE: Hoi, Nick. Hoe was het om met deze gasten op te groeien?
Nick Tolewski: Veel woonden in dezelfde straat. Toen ik jong was zag ik ze vaak op plekken als de arcadehal, bij de rollerdisco op Settlement Road, bij het zwembad en op vrijdagen bij het jongerencentrum. Het klinkt misschien gek, maar ik heb een paar van hen leren kennen via mijn voorliefde voor duiven. Ik had een paar duiven toen ik vijf was, en een paar van de Thomastown Sharps ook. Vaak kwamen we dan bij elkaar thuis om elkaars duiven te checken. Het ding was alleen dat ik acht jaar jonger was dan zij, dus voor hen was ik een soort jonge, rondrennende mascotte. Toen ik dertien was ging ik vaak boksen met Squirt, die ongeveer even oud was en deels sharpie omdat zijn grote broer een van de grote jongens in Thomastown was.
Kennelijk zijn het een soort Australische skinheads. Waren ze racistisch?
Nee. De Thomastown Sharps hadden allemaal verschillende nationaliteiten; verschillende rassen, godsdiensten, alles. Er waren toen al zo’n twintig jaar allerlei verschillende etniciteiten te vinden in Thomastown. De rest van de stad was nog flink aan het worstelen met de massale instroom van migranten in de jaren vijftig en zestig, maar in Thomastown leefde iedereen gewoon samen.
Maar ze waren wel gewelddadig toch?
Ja, dat zeker. Er waren vijf grote namen binnen de Thomastown Sharps: Big Louie, Blacky, Mitcho, Big Ears en Wayne. Allemaal waren het echt kasten van kerels, die niet vies waren van een vechtpartijtje op z’n tijd. Big Louie was de grootste van het stel. Hij deed simpelweg niet aan angst – dat heeft hem ook een paar keer in de gevangenis doen belanden trouwens.
Ik zie een hoop tattoos op de foto’s. Kun je vertellen wat die betekenden?
Het was in die tijd een behoorlijk statement om jezelf te laten tatoeëren. Sommige van de boys hadden de namen van de kernleden laten zetten. Dat was een soort bewijs van eer en een statement dat het je niks kon schelen wat anderen van je dachten. Ze hadden geen geld om een fatsoenlijke tatoeëerder in te huren, dus vaak werden de tattoos gezet met een soort zelfgebouwde tattoogun, die ze maakten met penneninkt, draad en een klein motortje. Snatch tatoeëerde ooit ‘fuck off’ op de lip van Pee Wee. Pink Panter en de bluebird waren onder de sharps ook iconische tattoos.
Dat brengt me naar de volgende observatie: waar zijn de meisjes? Had niemand een vriendin?
Er waren niet heel veel meisjes in Thomastown, maar her en der had je er wel een paar, in de verschillende sharpiegangs. Dat waren stoere dames die prima voor zichzelf konden zorgen – niemand gaf ze een speciale behandeling want ze konden alles makkelijk zelf aan. Veel van de gasten hadden wel vriendinnetjes trouwens, vooral Snatch hield er een aardig harem op na. Hij stond echt bekend als de man met de vrouwen, onder de Thomo-sharps.
Wat is er uiteindelijk met de Thomastown Sharps gebeurd?
In de vroege jaren tachtig begonnen ze met vuurwapens te klooien. Plekken werden aan gort geschoten en dat hele ganggedoe werd naar een nieuw, dubieus niveau getild. Drugs werden ook meer en meer een issue; gasten raakten aan de heroïne. Ze waren tien jaar ouder en alles veranderde toen.
Wat doen die gasten nu dan?
Eentje werkt voor de gemeenteraad in Whittlesea. Een ander is nu leraar op een school in Daylesford. Weer een andere is bouwvakker in Bundoora. Veel zijn uiteindelijk automonteur geworden, maar de meerderheid is werkloos denk ik. Een aantal is ook gewoon dood nu, na ongelukken met auto’s of overdosissen.