Fotograaf Harmen Meinsma opende onlangs een expositie met foto’s van het Curaçaose theatergezelschap Arawak Teatro. Hij kwam hen tegen terwijl ze met hun optredens en zeer extravagante kostuums de straten van Willemstad verlevendigen. Arawak Teatro repeteert in een verlaten bankgebouw. Met hun shows vol geesten en godinnen vermaken ze toeristen en trainen ze voor carrières in de theaterwereld. Want hoewel het jarenlang erg moeilijk was om te leven van de kunst op Curacao, lijkt daar nu langzaam verandering in te komen. We spraken de leden van het gezelschap over hun dromen.
Het gezelschap is twaalf jaar geleden opgericht door Franklin Salgado, een decorbouwer, kostuumontwerper en regisseur die destijds net vanuit Venezuela naar Curaçao was verhuisd. Arawak Teatro is een sociaal project: “Het inkomen van veel families is te laag om hun kinderen naar toneelonderwijs te sturen, dus het jonge talent hoeft niks te betalen. Ze moeten alleen op tijd komen.” Salgado vertelt dat de bezetting van zijn theatergroep om de twee à drie jaar verandert, omdat veel jonge mensen Curaçao verlaten om in bijvoorbeeld Nederland of de VS te studeren of te werken. Het beleid van veel Nederlandse fondsen die subsidie geven aan de podium- en andere kunsten op het eiland is daar ook op gericht. Er zijn bovendien verschillende programma’s die ervoor zorgen dat veelbelovende jonge podiumkunstenaars in het buitenland kunnen studeren.
Videos by VICE
“De groep spelers die er nu bij zit is anders, want zij studeren hier aan de universiteit.” vertelt Salgado. “Sommigen van hen werken al vijf of zes jaar bij mij. Het idee is om meer banen te creëren in de entertainmentindustrie, want daar zijn er niet zoveel van op het eiland.” Volgens Salgado is het belangrijk dat de jonge spelers zo laten zien dat er ook op Curaçao geld te verdienen valt in de kunsten. “Anders zegt hun familie: nee, nee, je gaat dood als je het kunstenaarsleven wilt leven.” Het straattheater helpt nu al om mensen wat minder wantrouwig te laten staan tegenover kunst, zegt hij. “Wij waren één van de eerste straattheatergroepen. De toeristen kennen dit wel uit steden als Amsterdam, waar je levende standbeelden hebt, maar de bewoners van Curaçao dachten vaak wel: wat doen die gekke mensen hier?” Salgado zegt dat dit deel is van de training. “Dat is natuurlijk niet leuk als je in een mooi kostuum gekleed bent en de beste bedoelingen hebt. Maar het helpt wel om een sterk zelfvertrouwen te ontwikkelen als speler.” Inmiddels is iedereen op het eiland eraan gewend dat theater onderdeel is van het straatbeeld, zegt Salgado. Naast het straattheater is hij bezig om een instituut voor podiumkunsten op te zetten. Ook werd er recent een nieuw theater geopend door een andere theatergroep, Kadaken. Het lijkt zo de goede kant op te gaan met de podiumkunsten op het eiland.
Rayzahna Martha is één van de jonge spelers die al langere tijd bij Arawak werken. Ze is op de foto’s van Meinsma te zien in haar rol van liefdesgodin. “Dat was een show die we speelden in de tijd rond Valentijnsdag.” Martha zat eerst bij de inmiddels opgeheven theatergroep La Tentashon, en kwam via een auditie terecht bij Arawak Teatro. Daarnaast studeert ze Engels aan de Universiteit van Willemstad, en ze is niet van plan in een ander land verder te studeren. “Ik wil in Curaçao blijven. We hebben niet veel theatergroepen in Curaçao, dus het is goed om minstens één of twee consistente gezelschappen te hebben. We hebben er nu vier of vijf. Anders krijg je een gat: alleen oude mensen en kinderen in het theater, en de generatie van 25 tot 30 niet.” Zelf is ze het bewijs dat het mogelijk is om rond te komen van je artistieke praktijk op het eiland. “Ik betaal de rekeningen van mijn optredens als danser en door vuur te spuwen. En ik leer toeristen folkloristische dansen.”
Christopher, die ook van La Tentashon komt en rond dezelfde tijd als Rayzahna Martha bij Arawak kwam, speelt onder andere de geest van Willemstad. Hij zou wel een tijdje naar het buitenland willen. “Mijn plan nu is om zo lang mogelijk hier te blijven en zoveel mogelijk te doen. Maar er zal een punt komen waarop ik meer wil leren en wil kijken wat er nog meer is in de wereld. En dan zou ik daarna mogelijk terugkomen en de kennis hier toepassen.” Christopher is al van kinds af aan gefascineerd door kunst. “Het begon met actiefilms, van bijvoorbeeld Jacky Chan. Als ik een film kijk, wil ik er altijd deel van uitmaken.” Als hij tijdens zijn toekomstige buitenlandavonturen een internationale filmcarrière opdoet, hoeft dat zijn ambities om het theater op Curaçao te bevorderen niet per se in de weg te zitten, zegt hij. “Het doel is om heel ver te komen in een theatercarrière of filmcarrière, misschien zelfs tot het punt van een Grammy-award, in naam van Curaçao. Daarmee laat je al aan de mensen zien: ik hoef niet in een kantoor te zitten, ik kan ook als acteur ver komen.”
De expositie van Harmen Meinsma is nog tot 1 augustus te zien in de Verkadefabriek in Den Bosch.