My_Body_Isn't_Mine_1_DEF_Omslag_2
Illustraties door Jan Broekhuizen
Identiteit

Als je trans bent, kan het extra verwarrend zijn om een eetstoornis te hebben

"Pas toen ik op het randje van uitmergeling zat, besefte ik dat mijn onvrede met mijn lijf niet alleen te maken had met mijn gewicht, maar ook met het feit dat ik me niet identificeerde met mijn 'vrouwelijke' lichaam."

Een langere versie van dit artikel verscheen eerder in TRANS, een jaarlijkse magazine over genderidentiteit, gemaakt door transgender redacteuren en fotografen. Kijk voor meer informatie op transmagazine.nl.

Ik heb een haat-liefdeverhouding met mijn lichaam. Dat is iets wat veel mensen, en zeker trans mensen, zullen herkennen. De afkeer die ik voel wordt deels veroorzaakt door genderdysforie: soms haat ik alles aan mijn lichaam, omdat het voelt alsof het niet van mij is. Daarbij heb ik ook last van een eetstoornis. Door de maatschappij waarin ik ben opgegroeid, heb ik aangeleerd dat dik gelijk staat aan lelijk. 

Advertentie

Het is ingewikkeld dat die twee dingen door elkaar kunnen lopen. Ik heb mijn afschuw van die lichaamsdelen altijd toegeschreven aan mijn lichaamsdysmorfie – een mentale aandoening waarbij je je lichaam vervormd waarneemt – en eetstoornis, tot ik me in therapie realiseerde dat de slechte relatie die ik met mijn eigen lichaam had met mijn genderuiting te maken had. Elke keer dat ik bewust in mijn lichaam probeerde te zijn, voelde ik me afschuwelijk, en ik snapte niet waarom. Het ging toch beter met mijn eetstoornis, waarom stoor ik me er dan nog zo aan? ‘Het is een prachtig lichaam voor een vrouw’, dacht ik dan. Het hoort alleen niet bij mij.


My_Body_Isn't_Mine_3_DEF.png

Michelle de Groot is gz-psycholoog in opleiding tot klinisch psycholoog bij Youz en doet wetenschappelijk onderzoek naar de lichaamswaardering en zelfwaardering bij jongeren met ervaren genderdysforie en eetpathologie. “Er is de afgelopen jaren al veel onderzoek gedaan naar eetstoornissen. Het onderzoek naar genderdysforie is in verhouding nog pril. Onderzoek naar eetproblemen en eetstoornissen bij jongeren die genderdysforie ervaren is nog maar heel weinig gedaan. Dit onderzoek is juist heel belangrijk, omdat we in de praktijk merken dat jongeren die genderdysforie ervaren ook vaker eetproblemen krijgen. Zij lopen het risico om ook een eetstoornis te ontwikkelen.” 

Volgens Michelle is uit eerder onderzoek gebleken dat eetproblemen vaker voorkomen bij transgender jongeren dan bij cisgender jongeren. “We vermoeden dat zowel lichaamswaardering als zelfwaardering een rol spelen bij het ontwikkelen van eetproblemen bij jongeren die genderdysforie ervaren. Nu willen we kijken hoe vaak en in welke mate transgender jongeren dit ervaren, en of dit bij hen anders wordt ervaren dan bij cisgender jongeren.”

Advertentie

Voor Asa (29) was afvallen aanvankelijk een manier om met stress om te gaan. Hen werd op hun zeventiende aangenomen bij de Kunstacademie en raakte geobsedeerd door eten en gewicht. In die periode was Asa ook bezig met het onderzoeken van hun genderidentiteit: “Ik las het boek Kafka aan het strand van Haruki Murakami en identificeerde me met een trans personage in het boek. Dat bezorgde me een aha-moment, zo van: hey, misschien ben ik geen cisgender vrouw. En van daaruit begon ik mijn genderverkenning. Als tiener zei ik vaak dat ik wilde veranderen hoe mijn lichaam eruitzag, maar ik wist niet waarom. Later als student leerde ik de reden kennen, maar ik leerde ook —the hard way— dat fysieke veranderingen me niet daadwerkelijk gelukkig maken.”

Rond mijn eenentwintigste was mijn lichaamsdysmorfie het hevigst. Ik was mijn genderidentiteit aan het ontdekken en zocht naar manieren om die te uiten. Ik creëerde een relatie met mijn lichaam via het oog van mijn camera – ik nam veel selfies. Ook sportte ik erg veel. Ik stopte enorm veel moeite in het veranderen van mijn lijf en documenteerde dat proces dagelijks, maar de relatie met mijn lichaam groeide erg scheef. Hoe harder ik sportte en hoe meer ik mijn dieet veranderde, des te meer ik me een mislukkeling voelde.” 

My_Body_Isn't_Mine_2_DEF.png


Voor Jack (29) is de relatie met zijn lichaam een voortdurende strijd: “Ik vind het moeilijk om te accepteren dat er maar zoveel is wat ik kan doen om qua uiterlijk in de buurt te komen van wie ik ben.” Hij raakte als kind al geobsedeerd door zijn lichaam omdat het nooit ‘goed’ voelde.

Advertentie

In een poging te voldoen aan het stereotiep van een vrouw, ontwikkelt hen een eetstoornis: “Vanwege mijn overgewicht had ik het gevoel dat dat de enige acceptabele optie voor mij was. Het voelde alsof mijn brede schouders, brede bovenlichaam, kleine borsten en sterke armen me ervan weerhielden om ‘normaal’ te kunnen zijn.

“Ik dacht vroeger dat de disconnectie die ik voel met mijn lichaam een resultaat was van de eetstoornis. Pas toen ik zoveel gewicht had verloren dat ik op het randje van uitmergeling zat, realiseerde ik me dat mijn onvrede met mijn lijf niet alleen te maken had met mijn gewicht, maar ook met het feit dat ik me niet identificeerde met mijn ‘vrouwelijke’ lichaam. Ik voel het meest dysforie als ik meer vet op mijn heupen, dijen en kont krijg.”

Mira (31) groeide op in een gezin waar dik zijn werd afgekeurd, en had daardoor een verstoorde relatie met eten en een vertekend lichaamsbeeld. Daardoor ontwikkelde hen ook een afkeer voor wat gezien wordt als ‘typische vrouwelijke’ aspecten van het lichaam: brede heupen, borsten en menstruatie. “Ik vond het moeilijk om precies aan te wijzen wat ik daar lastig aan vond, tot ik me op mijn achttiende begon te identificeren als lesbisch. Toen werd alles duidelijker, maar ook ingewikkelder. Ik dacht dat ik eigenlijk een man wilde zijn zodat ik vrouwen zou kunnen versieren en verliefd op ze kon zijn. Maar tegelijkertijd vond ik het ook comfortabel om mezelf te zien als een tomboy.” Mira herkende zich meer in het stereotype van de man dan in het gender dat hen bij geboorte was toegewezen. Mira woonde destijds in de Verenigde Arabische Emiraten, waar homoseksualiteit nog steeds strafbaar is en zag een volledige transitie tot man bovendien ook als ‘oplossing’ voor het lesbisch-zijn. 

Advertentie

Met hulp van een therapeut ontdekte Mira echter dat hen zich niet identificeert met binaire genders: hen kwam uit de kast als non-binair. “Het maakte voor mezelf duidelijk dat ik niet per se de volledige transitie naar man-zijn wil doormaken. Door dat hardop te zeggen, kreeg ik het gevoel dat mensen me nu zien op de manier waarop ik wil dat ze me zien. Ik ben nog steeds Mira voor mijn vrienden, maar ze zien me nu zoals ik mezelf zie. Hierdoor voel ik meer liefde en acceptatie voor mezelf. Ook helpt het me om bepaalde ‘vrouwelijke’ aspecten te verkennen waarvan ik voorheen nooit had gedacht dat ik dat zou doen.”

Bij Youz houden ze de link tussen eetstoornis en genderdysforie ondertussen goed in de gaten. “We vragen jongeren die zich nu bij ons aanmelden voor genderdysforie ook of ze eetproblemen hebben.” Michelle vermoedt dat het onderzoeken van genderidentiteit bij deze jongeren kan helpen bij het verminderen van eetproblemen. “We onderzoeken samen hoe eetproblemen, genderidentiteit, lichaamswaardering en zelfwaardering samenhangen. Ook eventuele eerdere ingrijpende ervaringen of ontwikkelingsproblemen worden hierin meegenomen.” Daarnaast lijkt transitie een eetstoornis te kunnen verminderen. “Ik heb dat zelf zien gebeuren bij jongeren met genderdysforie,” vertelt Michelle. “Een borstverwijderende operatie had dan een heel positief effect op hun eetproblematiek.”  Aan jongeren tussen de 16 en 23 jaar die zich aanmelden bij Youz vanwege ervaren genderdysforie, wordt gevraagd of zij mee willen doen aan het onderzoek. Jongeren die mee willen doen, krijgen dezelfde zorg als jongeren die niet mee willen doen. Deelname is voor hen daardoor geen extra belasting. 

Advertentie

Jack zit zelf inmiddels in de derde maand van zijn transitie. Dat ervaart hij als positief en tegelijkertijd levert het ook veel spanning op. “De moeite die ik heb ervaren om de juiste hulp te krijgen bij mijn transitie heeft er wel aan bijgedragen dat mijn eetstoornis vorig jaar ernstig verslechterde. Ik kon gelukkig hormonen krijgen, maar dat ging op een erg ingewikkelde manier. Ik word semi-begeleid door mijn huisarts, maar ik ben nog niet officieel begonnen aan een traject. 

Asa heeft op dit moment geen last meer van lichaamsdysmorfie en werkt aan een programma om andere mensen met lichaamsdysmorfie en eetstoornissen te helpen: “Ik kan niet in woorden uitdrukken hoeveel vrijheid het mij heeft gegeven om eindelijk met volle teugen van mijn leven te kunnen genieten. Yoga is een van de dingen die mijn relatie met mijn lichaam heeft verbeterd, en dat heeft ertoe geleid dat ik Be Queerful heb opgericht, de eerste queer yogaschool van Europa”.

Voor zijn genderdysforie zocht Asa hulp bij een seksuoloog, maar uiteindelijk heeft hen het toch vooral zelf uitgedokterd: “Ik heb een seksuoloog opgezocht voor hulp bij mijn genderdysforie, maar die vroeg vooral naar hoe de dysforie mijn relatie met mijn partner beïnvloedde, in plaats van naar mijn ervaringen. Voor de goede orde: mijn partner stond honderd procent achter me. Toen ik aan het eind van mijn therapie kwam, concludeerden we dat we waarschijnlijk allebei transgender waren. Nou, je had het gezicht van de seksuoloog eens moeten zien.” 


 Worstel jij met een eetstoornis en heb je hulp nodig? Je kunt direct terecht bij MIND Korrelatie, of zoek een behandelaar bij jou in de buurt. Daarvoor heb je wel een verwijzing van je huisarts nodig.