Studeren in buitenlandse gevangenis
Afbeelding door Djanlissa Pringels
studeren

Nienke studeerde Nederlands vanuit een Noord-Afrikaanse gevangenis

Huiswerk maken tussen de kakkerlakken, gedrogeerde medegevangenen met scheermesjes, wegrottende voeten... Een vakantie met vriendinnen liep voor Nienke uit op een jarenlange celstraf in een lokale gevangenis.

Volgens Amnesty International zitten er meer dan 2000 Nederlanders vast in een gevangenis in het buitenland. Nienke* was daar enkele jaren geleden ook een van, nadat ze opgepakt werd terwijl ze op vakantie was met vriendinnen. Ze besloot in de gevangenis haar studie verder te zetten.

Advertentie

“Ik was begin twintig toen ik met een groep vrienden op reis ging naar een land in Noord-Afrika**. Op de luchthaven zijn we opgepakt omdat er hasj in een van onze koffers werd gevonden. Dat hadden we niet zelf gedaan, maar dat maakte voor de gevolgen niets uit.

Onze paspoorten werden ingenomen en we werden vastgehouden. Niemand wist wat er aan de hand was. Er werd geschreeuwd tegen ons, een van mijn vrienden kreeg zelfs klappen. Zonder voedsel en drank werden we urenlang vastgehouden en ‘ondervraagd’ – als je dat zo kan noemen. De agenten wilden namelijk geen tolk regelen, en omdat we de taal niet spraken konden we onszelf niet verdedigen. 

Uiteindelijk werden we gedwongen om een proces verbaal te ondertekenen waarop stond dat we zogenaamd bekend hadden. Het document was opgesteld in een taal die we niet konden lezen, en later in de rechtbank bleek dat er allerlei dingen in stonden die we nooit hadden gezegd. Het vonnis? Ik moest vier jaar naar de gevangenis. Een paar van mijn vriendinnen, bij wie niet eens drugs waren gevonden, moesten ook naar de gevangenis. “Je had het voornemen om drugs te smokkelen, en dat is al strafbaar,” was de redenering van de rechtbank. Omdat we opgepakt waren in dat land, werden we berecht volgens de wetten van dat land. Daarom was de straf zo hoog. 

Ergens ben ik blij dat ik op voorhand niet wist dat ik jarenlang in die gevangenis zou moeten zitten. Dat idee zou ik ondragelijk gevonden hebben.

Advertentie

Die periode dat ik opgesloten zat was heel erg zwaar. Het eerste jaar stond vooral in het teken van procederen tegen onze straf. We hadden ergens nog de hoop dat de zaak – en onze valse getuigenis – opnieuw bekeken zou worden. Keer op keer werd mijn aanvraag afgewezen. Uiteindelijk kreeg ik maar zes maanden strafvermindering. Ergens ben ik blij dat ik op voorhand niet wist dat ik jarenlang in die gevangenis zou moeten zitten. Dat idee zou ik ondragelijk gevonden hebben.

Hoewel ik in het eerste jaar nog de hoop had dat ik vervroegd vrij zou komen, was ik ook doodsbang. Er was namelijk constant dreiging. Niet alleen waren de omstandigheden zo erbarmelijk dat er makkelijk ziektes zouden kunnen ontstaan, ook van mijn medegevangenen ging een dreiging uit.

De gevangenis waarin ik eerst zat was achteraf gezien de fijnste. We sliepen daar met tien vrouwen in een cel. In de tweede gevangenis waar ik verbleef lagen er dertig mensen in één cel. De meesten sliepen op de grond, want niet iedereen kreeg een bed. Ook ik sliep de eerste zes maanden op de grond, tussen de kakkerlakken. Een deken kregen we niet van de gevangenis, daar moesten we zelf voor zorgen. ‘s Nachts voelde ik ratten over me heen rennen. 

Omdat ik het de hele dag door ontzettend koud had, voelde ik constant pijn. Mijn voeten waren blauw, opgezwollen en bedekt met blaasjes. Ik viel twintig kilo af en ik liep allerlei kwaaltjes op. Eens in de zoveel tijd kwam er wel een dokter langs, maar daar hadden we niet veel aan. Wanneer iemand ziek was – of dat nu migraine of suikerziekte was – kreeg die steevast diclofenac voorgeschreven, een simpele ontstekingsremmer. 

Advertentie

Juist omdat ik de hele tijd fysieke pijn had, werd mijn mentale pijn verdoofd.

Maar juist omdat ik de hele tijd fysieke pijn had, werd mijn mentale pijn verdoofd. Ik miste mijn familie ontzettend, want we hadden amper contact, maar die pijn kon ik uitschakelen. Ik legde me erbij neer dat het leven buiten de gevangenis gewoon doorging en ik keer op keer verjaardagen, feestdagen en andere mooie momenten zou missen. Mijn bloedsomloop was slecht, waardoor ik voortdurend last had van mijn gewrichten. Het enige waar ik me op kon concentreren was overleven. 

Het was belangrijk om mijn aandacht bij het leven in de gevangenis te houden, want er werd daar ontzettend veel gevochten. De vrouwen met wie ik een cel deelde zaten daar om allerlei verschillende redenen, van diefstal tot koelbloedige moord. Het was er dagelijkse kost dat gedetineerden zichzelf of anderen sneden met scheermesjes. Er werden ook veel drugs gebruikt, voornamelijk Karkoubi, een soort amfetaminepillen waar je erg gewelddadig van kan worden. Ik hield me rustig, maar ik was bang dat iemand me in een drugsroes zou aanvallen met zo'n scheermesje. Dat is gelukkig nooit gebeurd.

Gaandeweg heb ik de lokale taal geleerd, maar mijn Nederlands ging achteruit.

Langzamerhand vervreemde ik van mijn oude leven. De gevangenis was mijn enige realiteit. Ik werd in een cel geplaatst met iemand die samen met mij was opgepakt. Zij was de enige die ook Nederlands sprak. Gaandeweg heb ik de lokale taal geleerd, maar mijn Nederlands ging achteruit. Mijn grammatica werd slechter en ik moest vaak zoeken naar woorden, terwijl ik voorheen een uitgebreide woordenschat had. Ook vergat ik wel eens hoe je een bepaald woord moest schrijven. 

Advertentie

Ik begon me af te vragen wat me te wachten stond als ik uit de gevangenis zou komen. Zou ik de draad gewoon weer kunnen oppakken? Zou ik wel een baan kunnen vinden? Had ik geen studie nodig? Mijn studie aan een hogeschool in Nederland had ik door de gevangenisstraf namelijk noodgedwongen moeten stoppen. 

Uiteindelijk kwam ik via de Nederlandse ambassade in contact met stichting Educatie Achter Buitenlandse Tralies, die zorgde dat ik in de gevangenis een studie Nederlands kon doen.  Dat was fijn, want ik hou van studeren en ik ben erg gedisciplineerd. 

Studeren en huiswerk maken in de gevangenis was niet vanzelfsprekend. Ik moest mijn huiswerk op de grond doen, vaak zonder licht. Potloden om mijn huiswerk mee te maken, moest ik via de familieleden van andere gedetineerden zien te regelen. Veel opdrachten kon ik niet maken, omdat er bijvoorbeeld gevraagd werd om een film te kijken of om naar buiten te gaan en mensen te spreken. Dan zorgde mijn docent voor een vervangopdracht. 

Omdat mijn studie in het Nederlands was, werd er vaak moeilijk gedaan over mijn huiswerk. Het moest ter controle op geheime boodschappen naar de hoofdstad van het land waar ik zat worden gestuurd, maar dat gebeurde in de praktijk nooit. Daarom moest ik mijn huiswerk stiekem meegeven aan familieleden van andere gedetineerden die op bezoek waren, zodat die het naar buiten konden smokkelen en naar Nederland konden verzenden. Soms kreeg ik toestemming om het rechtstreeks naar de Nederlandse ambassade te sturen. Maar ik heb m’n huiswerk vaak opnieuw moeten maken, omdat het gewoon niet aankwam.

Advertentie

Omdat mijn studie in het Nederlands was, werd er vaak moeilijk gedaan over mijn huiswerk. Het moest ter controle op geheime boodschappen naar de hoofdstad van het land waar ik zat worden gestuurd, maar dat gebeurde in de praktijk nooit.

Toch wilde ik mijn opleiding niet opgeven, het zorgde er namelijk voor dat ik iets te doen had. Het gevangenisbestaan kan enorm eentonig zijn, ik kon er niet eens een film kijken of een boek lezen. Dit is hoe een gemiddelde dag eruit zag: vroeg opstaan, kleren wassen, m’n plek opruimen en met andere gevangenen kletsen. Studeren gaf me steun en hoop, want daardoor bleef ik verbonden aan het land waar ik een toekomst hoopte op te bouwen. Ook gaf het me het gevoel dat er vooruitgang was in mijn leven.

Toen ik vrij kwam heb ik in Nederland examen gedaan. Die heb ik gehaald, waardoor ik nu een diploma op HBO-niveau heb.

Terug in Nederland ontdekte ik hoe anders mijn wereld was geworden, vergeleken met die van mijn Nederlandse leeftijdsgenoten. Ik zat lange tijd nog in een soort gevangenismodus. In het vliegtuig terug opende ik een handspiegeltje en verstopte die meteen toen er een stewardess langs kwam lopen – in de gevangenis is het namelijk verboden om een spiegel te hebben. 

Het allereerste wat ik bij terugkomst deed, was een kop koffie kopen op Schiphol. Ik trok weer bij mijn ouders in en vond een baantje. Eén van de vriendinnen met wie ik in de gevangenis terecht kwam spreek ik nog. Langzamerhand haalde ik de verloren tijd met mijn familie in. Inmiddels woon ik op mezelf en heb ik leuk werk – onder andere dankzij het feit dat ik heb kunnen studeren.

Ik ben nu al enkele jaren vrij. Die periode in de gevangenis heeft me getekend voor het leven. Toch probeer ik er niet te veel mee bezig te zijn: het heeft bijna vier jaar van mijn leven afgenomen, dat is voldoende.”

*De naam van de geïnterviewde is gefingeerd. Nienkes echte naam is bij de redactie bekend.

**Om privacy-redenen vertellen we niet in welk land Nienke gevangen heeft gezeten. Het land is wel bij de redactie bekend.