Jonkerboys-31
Alle foto's door David Meulenbeld
TBS

Een middagje langs de lijn bij FC Jonker Boys, een team van tbs'ers

De club bestaat al sinds 1968 en mag alleen thuiswedstrijden spelen. “Als je naar sommige andere clubs kijkt, denk je: dát zijn de tbs’ers. Hier zijn ze vriendelijker.”

Het Nederlandse tbs-systeem staat onder spanning. Er is te weinig plek voor opvang, een drukkend personeelstekort en ook uitstromende tbs’ers hebben last van de wooncrisis. Daarnaast lijdt het systeem onder een imagoprobleem, ondanks het feit dat de recidivecijfers een stuk beter zijn dan die van gevangenen zonder tbs. 

Internationaal krijgt het systeem echter veel lof, in het bijzonder vanwege de focus van tbs op reïntegratie. Een saillant voorbeeld daarvan is een initiatief van de Pompestichting: FC Jonker Boys, een voetbalclub die draait op tbs’ers, vrijwilligers en medewerkers van de kliniek. Ik ga er vandaag langs om een middag met hen door te brengen. 

Advertentie

De bus zet me af op een koude zaterdag, eind januari, af in het Jonkerbos, een minuut of tien van Nijmegen Centraal. De kliniek is niet te missen, omkaderd door metershoog, dik hekwerk gedrapeerd met prikkeldraad en tientallen camera’s. 

Op de parkeerplaats komen we een scorebord tegen. Uit: 19, thuis: 105. Het bord is een kunstproject, en de cijfers zijn fictief. ‘Uit’ staat op dit bord symbool voor het aantal patiënten die op dit moment met verlof zijn. Ik passeer twee hekken, een securityscanner en een afgesloten veiligheidssluis voordat ik binnen ben in de kliniek, waar ik word ontvangen door Marjolein. Marjolein werkt al 17 jaar bij de Pompestichting, op dit moment als zorgmanager, en ze zal me vandaag geen moment alleen laten. 

Jonkerboys uitslagenbord

Door lange, steriel witte gangen – “Ze moeten het nog een beetje huiselijker maken na de renovatie”, zegt Marjolein – word ik naar een kantine geleid, door de deur naar buiten het terrein op. Ondertussen zien we de eerste voetballers al verschijnen. Hoewel ik weet dat ik hier waarschijnlijk veiliger ben dan aan de andere kant van de hekken, geeft het hele gebeuren me toch het gevoel dat ik op mijn hoede moet zijn. 

Als ik dat opbiecht tegen Marjolein, zegt zij: ”We zijn hier constant met risico-analyses bezig.” Iedere dag wordt met een heel team van mensen geëvalueerd welke vrijheden patiënten aankunnen. Eén patiënt heeft zo vier of meer verschillende persoonlijke behandelaren: mentoren, behandelcoördinatoren, maatschappelijk werkers, psychotherapeuten. 

Advertentie

De kliniek is een soort mini-dorp, volledig ingericht om patiënten op verschillende niveaus te laten herintegreren in de samenleving. Marjolein laat me de hout- en -metaalbewerkingsruimtes zien, de tuin waar patiënten kunnen tuinieren en klussen, een kapel, een gebedsruimte en een muziekruimte (de Pompestichting heeft z’n eigen band). 

In verschillende ‘lagen’ worden patiënten voorbereid op een bestaan buiten de muren van de tbs-kliniek: van strengbeveiligde afzonderingscellen tot tiny houses aan de rand van het terrein, met allerlei niveaus van zelfstandigheid. 

De 150 mannen die hier zitten hebben delicten gepleegd waar minimaal vier jaar gevangenisstraf op staat, en een psychiatrische diagnose die meegespeeld heeft in het vergrijp. Ze hebben bijvoorbeeld overvallen op hun kerfstok, brandstichting, mishandeling of zedendelicten. Hun straf hebben ze al uitgezeten.

Jonker Boys tegeltje
Jonker Boys Gele Kaart Poster

De tbs is een gedwongen behandeling voor hun psychische problematiek, als extra veiligheidsmaatregel. Veel van de patiënten hier kampen met ernstige problematiek zoals persoonlijkheidsstoornissen en psychoses. Ze verblijven gemiddeld zo’n zes tot negen jaar in deze kliniek. 

Vandaag ben ik hier om een van de paradepaardjes van de stichting te bekijken: voetbalteam FC Jonker Boys, opgericht in 1968. Ze mogen alleen thuiswedstrijden spelen, maar zijn wel geregistreerd bij de KNVB. De voetbalwedstrijden zijn voor veel patiënten het dichtste wat ze komen bij het leven buiten de hekken. Vandaag spelen ze hun eerste wedstrijd na de winterstop, tegen de Nijmeegse Trekvogels. 

Advertentie

Als we het buitenterrein van de Pompestichting oplopen ziet de piepkleine kantine van FC Jonker Boys er gezellig uit, maar zodra we er naar binnen gaan stroomt het abrupt leeg. “Ze willen niet met jullie praten,” vertelt een magere jongen met sluik haar me. Er zit een wat ongemakkelijk uitziende jonge vrouw naast hem. Een zus misschien, denk ik in eerste instantie. Even later vertrouwt hij me toe dat hij op dit moment niet zonder begeleiding naar buiten mag. 

In de kantine serveren ze geen bier, maar wel fris en een indrukwekkende inventaris aan snacks voor lage prijzen. Het moet betaalbaar zijn, want veel inkomen hebben de patiënten niet: ze kunnen voor 3,10 euro per uur werken in de tuin, in één van de kantines of in de hout- en -metaalbewerkingsruimten. Daar maken ze tassen op maat, meubels en fietsen. 

Jonker Boys Kantine

Over de speakers in de bedompte kantine schalt de zomerhit Ik ga zwemmen. De jongen met het sluike haar vraagt me waarom we hier zijn. “Voetbal? Ze verliezen toch!” roept hij. Hij koopt een warme chocomel voor me, en ik voel me schuldig dat ik ons gesprek moet afbreken. Over een half uur begint namelijk de wedstrijd, en trainer Ton, de persoon die ik daarover ga interviewen, komt net binnen. 

Op de woensdagavonden trainen de Jonker Boys, en iedere zaterdag spelen ze een wedstrijd. Dat doen ze sinds 2017 onder leiding van Ton, die ook teammanager is bij NEC. “Je moet héél flexibel zijn om dit team te trainen,” vertelt Ton me. “De samenstelling verandert constant. Soms mogen jongens niet meespelen omdat ze zich misdragen hebben in de kliniek. Dat hoor je dan vlak voor de wedstrijd, en dan moet je op basis daarvan een opstelling maken.” 

Advertentie
Jonker Boys Ton

Trainer Ton

Soms komen patiënten naar hem toe om te zeggen dat ze aan de medicatie zitten. “Dat zie je aan ze. Door de pillen spelen ze de helft minder goed.”  Vorig jaar ontsnapten twee van zijn sterspelers uit de kliniek. Hij mist ze nog steeds tijdens de wedstrijden. Waarom de patiënten hier zijn, wil hij niet weten: “En ik neem het ook zeker niet mee naar huis.” Soms hoort hij na een overplaatsing wel wat iemand gedaan heeft. “Dan denk je: hoe kan zó iemand zoiets gedaan hebben?” Voor sommige mannen is deze club hun ziel en hun zaligheid. Ik vraag hem hoe ze vandaag in de wedstrijd zitten. Hij lacht: “We gaan winnen. 3-1.”

Terwijl ik plaatsneem in de dugout, gaan Ton en de andere trainer als enthousiaste ouders langs het veld staan. Om 14:30 klinkt het fluitje van de scheidsrechter. De Jonker Boys beginnen sterk, maar in minuut vier valt het eerste tegendoelpunt. Ton komt naast me staan en krabt aan zijn kin: “Dat is de één.” 

Ik wil hem geloven, want ik gun het ze. De jongens op het veld hebben iets kwetsbaars, en ik weet dat deze wedstrijd voor sommigen een lichtpuntje in hun weekend, misschien wel in hun week is. De mannen worden in de kliniek “helemaal doormidden gezaagd”, vertelt een begeleider me. De behandelingen zijn zwaar, hun gedrag ligt onder een vergrootglas. Tijdens de wedstrijd hebben ze een vrijheid die ze in hun dagelijkse leven niet hebben, beaamt Marjolein. 

Advertentie
Jonkerboys
Jonkerboys

In minuut 16 en minuut 20 lijden de Jonker Boys weer een nederlaag. “Het gaat om de beleving, niet om de resultaten,” zegt een van de andere begeleiders. “De Trekvogels spelen gewoon héél goed,” vult Ton gekscherend aan. 

“Waar zijn jullie van? Nutteloosvoetbal.nl?” roept een lange blonde jongen, niet veel ouder dan ik, naar me vanuit de dug-out. Hij draagt zijn tenue, maar ijsbeert ongeduldig over het veld. 

Hij vertelt me dat hij net van de afzonderingscel afkomt: twintig uur binnen, vier uur buiten, zes maanden lang. Vandaag zou zijn eerste wedstrijd zijn bij de Jonker Boys, maar door een miscommunicatie weet hij nog niet of hij mag meespelen. Terwijl wij langs het veld staan, wordt binnen over hem vergaderd. 

Op minuut 30 flitst het scherm langs het veld weer: G-O-A-L voor de Trekvogels. Het staat inmiddels 4-0, en het begint er grimmig uit te zien voor de Jonker Boys. Ze hebben een wonder nodig in de tweede helft. 

“Die jongens zitten hier niet omdat ze een snoepje te veel hebben meegenomen bij Jamin,” vertelt vrijwilliger Alain (36). In het dagelijkse leven heeft hij een serieuze, commerciële baan. Hij wilde wat doen “aan de andere kant van de maatschappij”, dus kwam hij, via Ton, terecht bij de Jonker Boys. “Maar het draait hier niet om het verleden.” 

Er is een afstand, en ze kennen alleen elkaars voornaam. “Maar hier gebeurt minder dan buiten de kliniek. Statistieken wijzen erop dat tbs recidivisme voorkomt en dat het een goed systeem is.” In de vier jaar dat hij hier vrijwilligt, heeft hij nog nooit een rode kaart uitgedeeld zien worden. 

Advertentie

We halen koffie en maken nog een rondje over het buitenterrein, en we raken aan de praat over de beeldvorming omtrent tbs. Marjolein vindt het “overtrokken”, al die media-aandacht. “Slechts 0,06 procent van de verloven gaat fout,” vertelt ze. “Dat is dus de 0,06 procent die je in het nieuws ziet.” 

Gevolg: ‘deur op slot, en de sleutel weggooien’ is de reflex die veel mensen hebben als ze aan tbs’ers denken. En dat terwijl de kans op recidive bij tbs bijna de helft lager is dan bij gedetineerden zonder tbs. Excessen worden in de media breed en met veel verontwaardiging uitgemeten, en de politiek volgt daarop vaak met snelle aanscherpingen van veiligheidsmaatregelen. Ironisch, omdat deze maatregelen onder de streep de publieke veiligheid juist verminderen. 

Jonkerboys-26.jpg
Jonkerboys-17.jpg

De beeldvorming draagt volgens academici ook bij aan het tekort aan opvangplekken voor tbs’ers. Burgers steigeren als er sprake is van de bouw van nieuwe faciliteiten, en iedere gemeente juicht de uitstroom van succesvol behandelde tbs’ers uit klinieken toe, zolang huisvesting maar niet in hún gemeente gebeurt. 

We staan inmiddels weer langs het veld, want de tweede helft gaat beginnen. In de tweede minuut scoren de Jonker Boys hun eerste goal. Er zijn twee wissels geweest, en de nieuwe spelers brengen nieuwe energie naar het veld. 

Advertentie

De blonde jongen die me eerder aansprak heeft slecht nieuws gekregen. Hij mag niet meespelen vandaag. Volgende keer misschien, zeg ik, maar hij valt niet te sussen. “Ik stop met voetballen. Flikker maar op.” 

De Jonker Boys laten zich nu van hun beste kant zien en scoren nogmaals. Ik maak ondertussen een praatje met de tegenstander in de dugout van het andere team. “Als je naar sommige andere clubs kijkt, denk je: dát zijn de tbs’ers. Hier zijn ze vriendelijker,” vertelt een van de Trekvogels me. “Maar als ik zou weten wat ze gedaan hadden, zou het misschien anders zijn.” 

Af en toe wordt er wel geroddeld. “Over die twee spelers die vorig jaar een transfer kregen bijvoorbeeld,” vertelt hij, verwijzend naar de ontsnapte patiënten. Ze schieten in de lach. “Naar Zuid-Amerika, hoorde ik.” 

Het einde van de wedstrijd komt in zicht, en hoewel de Jonker Boys een mooie inhaalslag maakten, zijn het de Trekvogels die vandaag de winst mee naar huis nemen. Een derde helft komt er niet, wel broodjes bal en ranja in de kantine. Daar maak ik een praatje met materiaalman Eric*, midden 40 en met een vriendelijk gezicht. Hij is al vier jaar bij FC Jonker Boys. Het is geen vriendenteam, vertelt hij me, maar het voetbal is voor de mannen wel belangrijk: “Veel jongens hier zitten aan de pillen en hebben last van overgewicht. En maar binnen zitten en niks doen, daar word je ook niet blij van.” Spelen “met de jongens van buiten”, dat doet de patiënten goed. 

Advertentie
Jonkerboys-25.jpg

Zijn handen trillen een beetje, en dwangmatig dwalen mijn gedachten af naar de vraag wat hij met die handen gedaan zou kunnen hebben, wat ervoor gezorgd heeft dat hij nu hier zit. Het maakt niet uit, vertel ik mezelf, want hier krijgt hij een tweede kans. En daar maakt hij gretig gebruik van. Hij gebaart richting heggen en meubels in de tuin: “Alles wat je daarbuiten ziet, heb ik gedaan.” Maar, zegt hij: “Ze maken het ons wel moeilijk.” Na de laatste aanscherping van de veiligheidsmaatregelen, mochten ze bijvoorbeeld bepaald gereedschap niet meer gebruiken. “Wij hebben óók last van die ontsnappers.” 

Volgens de rechtshalf van het team, een van de beste spelers, kwam het voetballen op de kliniek als een “leuke verrassing”. Koen* (31) speelt nu, na twee seizoenen, als het goed is zijn laatste seizoen bij de Jonker Boys. Zelf heeft hij nooit gekke dingen zien gebeuren tijdens het voetballen. “Opstootjes tijdens voetbal zijn normaal. Juist omdat het gecontroleerd is, is het goed.” Hij is al ver in zijn traject. Op dit moment zoekt hij een baan, maar tijdens zijn zoektocht krijgt hij wel te maken met vooroordelen, merkt hij. 

Bij het afscheid vraagt Koen of ik hier kwam met vooroordelen, en of die enigszins bijgesteld zijn. Ik beken dat ik het wel spannend vond. Toch moet ik zeggen dat als ik het niet had geweten, ik nooit had bedacht dat FC Jonker Boys uit tbs’ers bestaat. Los van de muren, dan. Koen lacht hartelijk, en als ik hem vraag of hij iets wil meegeven aan de buitenwereld zegt hij: “Kom ook eens langs!” 

Advertentie

*Echte namen van de geïnterviewden zijn bekend bij de redactie.

Scroll naar beneden voor meer foto’s.

Jonkerboys-15.jpg
Jonkerboys-21.jpg
Jonkerboys-32.jpg
Jonkerboys-13.jpg
Jonkerboys-14.jpg
Jonkerboys-27.jpg
Jonkerboys-19.jpg
Jonkerboys-6.jpg
Jonkerboys-4.jpg
Jonkerboys-30.jpg
jonker boys
jonker boys