In mei waren we op de Belgian Pride in Brussel, waar we de lhbt+-kennis van voorbijgangers testten en schreven over het politiegeweld tegen het collectief Reclaim the Pride. Dit weekend is Antwerpen aan de beurt om zich van zijn kleurrijkste kant te laten zien. Wij trokken naar Brussel, Leuven en Antwerpen om te spreken met cafébazen die de regenboogvlag al in de jaren 80 droegen, en hun jongere collega’s die de fakkel van hen overnamen.
Ze vertellen ons verhalen over paaldansende mannen, een versierd borstbeeld van Leopold II en hoe ze hun klanten door goede en slechte tijden helpen.
Videos by VICE
Armant (86), eigenaar van Café Strange in Antwerpen
VICE: Hey Armant, wanneer ben je met deze bar begonnen?
Armant: In 1980.
Was je daarmee de eerste gaybar in Antwerpen?
Neen, de eersten waren er al in de jaren 60 en 70.
“In de jaren 80 waren er hier een stuk of twintig gaybars meer dan nu, een gaybar openen was toen dus net hetzelfde als een ‘gewone’ bar openen.”
Hoe was het om in 1980 een gaybar te openen in Antwerpen?
Er waren hier toen een stuk of 20 gaybars meer dan nu, dus dat was net hetzelfde als een ‘gewone’ bar openen. Ik had een startkapitaal nodig en een bewijs van beroepsbekwaamheid. Dan kwam de politie eens kijken of alles in orde was en dan mocht ik ermee beginnen.
Waarom zijn er nu minder gaybars dan vroeger, denk je?
Veel eigenaars zijn er tegen het einde van de jaren 80, begin jaren 90 mee gestopt, of naar Spanje vertrokken, omdat klanten en eigenaars constant overvallen werden door homofobe groeperingen.
Ze trapten je langs achter in je knieën, waardoor je op de grond viel. Daarna maakten ze je portefeuille leeg en kreeg je nog wat slagen. De politie liet je gewoon in je eigen bloed liggen. Een keer hadden ze een gehandicapte man in elkaar geslagen. Gelukkig was de politie die avond wel ingelicht en konden ze de daders vatten. Maar die zijn dan veroordeeld voor twee keer niets…
Heb jij daar zelf ook al last van gehad?
Ze zijn mij maar één keer komen neerkloppen. Ze kwamen zogezegd een uitleg doen over iets, dan gingen ze even vanachter in de tuin zitten en kort daarna kwamen ze weer binnen. Voor ik iets kon zeggen, sloegen ze me op de linkerkant van mijn schedel met een metalen voorwerp. Ik viel op de grond en ze bestolen me, ik durfde niets meer zeggen. Een kwartier later lag ik in de ambulance naar het ziekenhuis. Nadien kreeg ik bloemen van de burgemeester als troost.
En vandaag de dag?
Momenteel heb ik er een beetje meer vertrouwen in, maar ik blijf erg op mijn hoede.
Wat betekent je café voor jou?
Sociaal contact. Er komen klanten binnen, ik geef die een drankje en ze vertellen over het een en het ander. Zo blijf ik op de hoogte van wat er zoal gebeurt.
Wanneer voelde jij je voor het eerst op je gemak in het openbaar als homo?
Oh, ik ben altijd homo geweest. Ik heb daar nooit geen problemen mee gehad. Maar ik heb ook nooit in een fabriek of zo gewerkt, ik ben altijd zelfstandig geweest.
Jessica (50), Alice (35), Delphine (35) en Robin, oprichters van Mothers & Daughters in Brussel
VICE: Hey, hoe is het project Mothers and Daughters ontstaan?
Jessica: Mothers and Daughters is een tijdelijke bar. We zitten nu aan de derde locatie met dit queer en lesbisch project dat in 2017 is begonnen als een pop-up in de Beursschouwburg. Afgelopen zomer verhuisden we naar Sint-Katelijne. We zijn een team van elf mensen, dus de grootste uitdaging is om onderling goed te communiceren.
Alice: Onze locatie op Sint-Katelijne was een geweldige ervaring. Daar zaten we in een oud Grieks restaurant dat al 35 jaar leegstond. Behoorlijk vintage dus. Qua organisatie waren we met drie, dan met acht en nu dus elf. Iedereen in het team heeft een taak: de events organiseren, het decor, de techniek, de bar,…
Jessica: En natuurlijk willen we altijd samenwerken. We krijgen voor dit project een subsidie van het Brussels Gewest, en het is voor ons ook een soort experiment om te zien of hier vraag naar is in Brussel. Het is een beetje leren door het te doen en het doen door te leren.
“De mensen achter Mothers & Daughters komen ook een beetje van overal, en daarom slaagt onze bar er ook in om zoveel verschillende mensen aan te spreken die normaal gezien niet zo snel naar dezelfde plek zouden gaan.”
Hoe zag de lesbische scene eruit voor Mothers & Daughters?
Alice: Er was al vijftien jaar geen lesbische bar meer te vinden in Brussel.
Jessica: Wat ons onderscheidt van de bars die er in het verleden zijn geweest, is dat de gemeenschap nu inclusief is. In de traditionele lesbische bars had maar één persoon de leiding. Het publiek was minder divers, en da’s logisch, want de klanten lijken op de uitbaatster. We merken trouwens dat we tegenwoordig veel minder te maken krijgen met discriminatie – dat is een geruststelling.
Delphine: De mensen achter Mothers & Daughters komen ook een beetje van overal, en daarom slaagt onze bar er ook in om zoveel verschillende mensen aan te spreken die normaal gezien niet zo snel naar dezelfde plek zouden gaan.
Mothers & Daughters is inderdaad alles behalve een stereotiepe lesbische bar.
Jessica: Het is dan ook niet ons doel om een kapitalistische, commerciële bar te zijn.
Robin: Alleen al het feit dat er geen eigenaar is, veranderd alles. Dat is moeilijk uit te leggen aan mensen.
Herinneren jullie je nog aan een specifiek moment waarop jullie je out & proud voelden?
Delphine: Ik weet dat ik echt energie haal uit de queercultuur. Ik kan me geen specifiek moment meer herinneren, maar ik heb mijn identiteit en vriendengroep kunnen heropbouwen toen ik in België aankwam. De grootste trigger was voor mij het alternatief filmfestival Pink Screen. Tot dan had ik alleen maar ‘mainstream’ lesbiennes ontmoet op datingsites, en dat beviel me niet. Maar via Pink Screen kwam ik in contact met een geweldige community die een stem gaf aan vreemde en zeer intieme stromingen binnen de queercultuur. Ik heb geleerd om trots te zijn nadat ik naar Pink Screen was geweest.
Robin: Ik ben twee keer uit de kast gekomen. Eerst als lesbienne, en dan als transgender man, exact wanneer we Mothers & Daughters lanceerden. Ik was heel bang om uitgesloten te worden van de lesbische gemeenschap, maar ik besefte al snel dat ik me in een prachtige safe space bevond. Wat me ook is bijgebleven, is het moment dat voor het eerst een ander transgender persoon heb leren kennen in de ViaVia. Sindsdien voel ik me eindelijk op mijn gemak om in bloot bovenlijf te dansen in een bar.
Jessica: Ik denk dat heel wat mensen zich gesterkt voelen omdat ze zich hier op hun gemak voelen. Mij heeft dat toch enorm geholpen. Het heeft een impact gehad op ons dagelijks leven, op straat en op het werk. We zouden het geweldig vinden als dit een permanent project zou kunnen worden, ook al zorgt het tijdelijke aspect er net voor dat we constant uit onze comfortzone moeten treden.
Filip (58), eigenaar van Rocco in Leuven
VICE : Hoi Filip. Is Rocco je eerste gaybar?
Filip: Nee, daarvoor had ik al een gaybar aan de andere kant van het station. Dat café heette C&C, een referentie naar de schrijvers Couperus en Cocteau. Na 15 jaar moest ik daar sluiten omdat de hele blok werd verkocht en er nieuwe appartementen kwamen. Toen kwam ik terecht bij een lhbt+-organisatie en daar besloten we om een pink house te starten, een gay house, en dat deden we hier. Vandaag is Rocco de enige gaybar in Leuven.
“Als je in 1983 een single homo man was en je iemand wou ontmoeten, moest je naar een gaybar, gaysauna, een afgelegen parking of op bepaalde plaatsen in de struiken afspreken.”
Hoe komt het dat er geen andere gaybars meer zijn?
Omdat er niet meer echt nood is aan een specifieke homocultuur in Leuven. Als je in 1983 een single homo man was en je iemand wou ontmoeten, of dat nu je toekomstige man was, een one-night stand of alles daartussenin, moest je naar een gaybar, gaysauna, een afgelegen parking of op bepaalde plaatsen in de struiken afspreken.
Als ik iemand wou ontmoeten ging ik naar de bar, dronk ik iets aan de toog en wachtte ik tot er iemand naast me kwam zitten. Dan moet ik nog geïnteresseerd zijn in hem vooraleer we een gesprek konden aangaan, en dan moest je nog kijken of het zou kunnen werken. Nu kun je al een vis aan de haak slaan door simpelweg naar rechts te swipen, daarom is er tegenwoordig minder nood aan gaybars.
Homo zijn is ook minder niche geworden. Er is een grote emancipatie aan de gang de laatste decennia, waardoor er geen nood meer is aan specifieke gay locaties. Het is nu geen probleem meer om hand in hand over straat te lopen. Mensen kijken dan nog wel, maar vroeger was dat echt not done. Je mag als gay, lesbisch of polygaam koppel tegenwoordig ook overal binnen, ze zullen je daarvoor niet meer buitengooien.
“Ik wist dat er gay communities waren in de grote steden, dus verhuisde ik voor mijn studies naar Leuven. Opeens had ik honderd homo’s als vrienden. Dat was een hele bevrijding voor mij.”
Wanneer voelde je je voor het eerst out & proud?
In 1980. Ik leefde in West-Vlaanderen en ik was – zover ik weet – de enige homo in mijn stad. Dat was toen helemaal niet toegelaten. Ik wist dat er gay communities waren in de grote steden, dus verhuisde ik voor mijn studies naar Leuven. Opeens had ik honderd homo’s als vrienden. Dat was een hele bevrijding voor mij.
Wanneer en waarom richtte je je eerste gaybar op?
Dat was in 1993, toen ben ik gestart met C&C. Mijn vrienden en ik wilden wat meer gay activiteiten organiseren. Dat begon met etentjes die we organiseerden, steeds in een ander groot herenhuis waar je gemakkelijk 30 mensen aan tafel kon schuiven. Op die manier konden mensen elkaar leren kennen. Uiteindelijk kwamen we op het idee om een gaybar te openen, maar die moest anders zijn dan de andere gaybars. Iets met karakter.
Hoe zag de gay scene eruit toen?
Er waren wel wat bars, maar er was er geen een waar wij zelf naartoe wilden. Je had de Exkeet, een klassieke gaybar met luide muziek en mensen die niet met elkaar spraken, of het toch over niets interessants hadden. En de Frankie’s, dat was een heel stomme bar. Ik ken de eigenaar goed hoor, die was altijd vriendelijk, maar die zaak had niets te bieden: lelijk en geen karakter.
Met C&C wou ik iets nieuws brengen. Iets waarvan mensen zouden denken: ‘Dit heb ik nog nooit gezien in een gaybar.” We speelden alternatieve muziek, klassieke muziek, organiseerden concerten en poëzie-avonden.
Viel de openingsavond goed mee?
Nee, mensen verwachtten dat er halfnaakte mannen achter de toog zouden staan met harde techno, een dark room en een back room met drag shows. Maar na verloop van tijd werd het een plaats waar sommige gay organisaties afspraken om hun eigen avond te houden. Toen dat café moest sluiten, verloren al die groepen ook een beetje hun clubhuis. Daarom startten we het pink house, wat later dit café werd.
Nu hebben we meerdere speciale avonden zoals de open mic avond, de jazz dance avond, avonden voor transgender personen, meetings voor polyamoreuze groepen of gewoon een groep collega’s die hier iets komen drinken na hun werk.
Welke avond zal je je altijd herinneren?
Oh, dat zijn er veel. Op Valentijn hadden we eens een bed in het midden van het café geplaatst, met fluwelen lakens. Er is wel niets gebeurd in dat bed. Een andere avond hadden we de kelder helemaal leeg gemaakt en er een waarzegster ingezet die gratis mensen hun toekomst voorspelde. Dat zorgde voor een enorme rij. Er waren ook boekpresentaties en politiek avonden. En grappige dingen, zoals de kroning van de nieuwe Nederlandse koning of het Eurosongfestival op groot scherm bekijken.
Erik (58) en Julien (32), eigenaar en manager van Belgica in Brussel
VICE: Hé Erik, je bent al lang de uitbater van Belgica. Is er hier door de jaren heen veel veranderd?
Erik: Belgica is niet als gaybar begonnen, het werd hier met de tijd gewoon heel gayvriendelijk, zo rond 1995. Het café zelf bestaat al 33 jaar, en was aanvankelijk vooral populair bij de artistieke gemeenschap, die veel toleranter was dan de gemiddelde voetbalfan die na een dag op kantoor kwam zuipen. Door die tolerante sfeer zagen we ook mensen uit de homogemeenschap steeds vaker naar hier komen. Eigenlijk is mijn vrouw verantwoordelijk voor ons succes bij de gays: ze kwamen allemaal voor haar. Ik denk dat ze haar leuk vonden omdat ze zo uitbundig, openhartig en onuitstaanbaar was. En eerlijk gezegd, haar manier van spreken en doen… ze was een kleurrijke vrouw. Ze had een grote mond en kwam rechtstreeks uit Amsterdam. Ze was de ziel van de bar voordat ze ziek werd en ons verliet.
En hou je nu, na het overlijden van je vrouw, het café alleen open?
Erik: Het café is altijd iets iets geweest dat ik naast mijn job als ingenieur deed. Daarom huurde ik Julien in, die toen in een aantal cafés in de buurt werkte.
Julien: Ik werkt hier nu al zeven jaar, waarvan drie als manager.
Hoe kwam je erbij om dit café te openen?
Erik: Ik ben niet degene die met dit café is begonnen, en eigenlijk is dit gebouw per ongeluk een café geworden! Een groep vrienden die decors van filmsets maakten had dringend een slaapplek nodig, en dit gebouw konden ze voor een bescheiden som huren, omdat het onbewoonbaar was verklaard. Dan kregen ze het idee om een bar te openen, voor de lol. Maar dan wel met respect voor de historiek van het gebouw, dat al 200 jaar oud is. Het is zelfs ooit nog gebombardeerd geweest. Zie je dat portret daar hangen? Dat verbergt al 33 jaar lang een groot gat in die deur.
Julien: We hebben hier ook een geweldig borstbeeld van Leopold II staan. Tijdens Pride hadden we die zelfs verkleed. Dat was zo ironisch dat ik het hilarisch vond, maar niet iedereen was het daarmee eens. Er was zelfs eens een meisje dat zo beledigd was door het standbeeld dat ze ons besloot aan te klagen, en ons ervan beschuldigde dat we haar uit de bar hadden gesmeten, haar hadden geslagen en aan haar haren hadden getrokken. Sinds dat voorval heb ik hier camera’s geïnstalleerd.
Julien, wanneer voelde je je voor het eerst out and proud?
Julien: Ik denk dat dat tijdens mijn eerste nacht in Boys Boudoir was – de gaybar recht tegenover Belgica. Ik was 19 toen, het was twee uur ’s nachts en ik kwam juist van een heterofeestje. Ik had nog geen zin om naar huis te gaan, en ging die piano-bar binnen. Ik voelde me vroeger nooit op mijn gemak op heterofeestjes, omdat ik niet helemaal mezelf kon zijn en volledig vrij kon dansen. Maar toen ik Boys Boudoir binnenkwam, zag ik een halfnaakte man die aan het paaldansen was. Op dat moment voelde ik me vrij, een beetje zoals wanneer je net aankomt op je vakantiebestemming en weet dat je al je zorgen even kunt vergeten. Op dat exacte moment verliet ik de oude Julien en maakte ik kennis met de nieuwe Julien, en sindsdien ben ik niet meer weggegaan uit deze straat.
“We hebben in ons dagelijkse leven allemaal de keuze om anderen te helpen als ze naar ons toe komen met hun gebroken hart, slecht zelfbeeld of zelfs hun alcohol- of drugsproblemen. Ik doe dat met plezier, en het geeft me veel voldoening om er te kunnen zijn voor anderen.”
Wat betekent deze bar voor jou als een homoseksuele man?
Julien: Ik heb sociale wetenschappen gestudeerd. Dit café heeft een sociale dimensie die ik amper nog zie in de horeca. Mensen komen voor een drankje als het slecht met ze gaat, of juist als het heel goed gaat. We delen echte momenten met elkaar, en daardoor kan ik andere homoseksuele mannen helpen. Dat is echt belangrijk: een vriend van me heeft niet lang geleden zelfmoord gepleegd, omdat niemand nog naar hem luisterde. Het kan soms best intens zijn, maar we hebben in ons dagelijkse leven allemaal de keuze om anderen te helpen als ze naar ons toe komen met hun gebroken hart, slecht zelfbeeld of zelfs hun alcohol- of drugsproblemen. Ik doe dat met plezier, en het geeft me veel voldoening om er te kunnen zijn voor anderen.
Ik voel me hetero in Luik en gay in Brussel. Daarom ben ik naar Brussel verhuisd. Het voordeel van de homogemeenschap is dat je er kunt doen wat je wilt. Of toch min of meer. Alles kan, maar niet alles wordt ook echt geaccepteerd. Ik heb een klant die onlangs net terugkwam van het Spice Girls-concert in Londen. Hij kwam aan in Buffalo’s, luipaardprint, fuchsia roze shorts, een roze hoed en gele lippenstift. Zet hem in een heteromilieu en iedereen gaat over hem oordelen. Maar hier ziet hij er prachtig uit, en begrijpen we hem gewoon.
Erik: Het is hier nog steeds niet veilig om ’s nachts [als lhbt+-koppel] hand in hand te lopen op straat – dan kan je je wel voorstellen hoe het er vroeger aan toeging. Dit café is voor lhbt+’ers een safe space. En weet je, eens je bar de reputatie krijgt van een ‘homobar’, is er geen weg terug.
Wil je elke week een overzicht van onze beste verhalen toegestuurd krijgen? Schrijf je dan nu in voor onze newsletter.