Elk jaar op 19 september, komen er bij de inwoners van Mexico-Stad dezelfde nare herinneringen naar boven: de geur van de dood, de schade en de chaos die werden veroorzaakt door een aardbeving, die op die dag in 1985 het land verwoestte.
Het was 7:17 ‘s ochtends, toen een beving met een kracht van acht op de schaal van Richter Mexico-Stad op z’n grondvesten liet schudden. Destijds woonden er tien miljoen mensen in de stad, en veel van hen lagen nog in bed. Anderen waren onderweg naar werk, kinderen maakten zich klaar voor school. De stad was net aan het ontwaken toen de aardbeving begon.
Videos by VICE
Op bevel van de president was Mexico een paar dagen niet toegankelijk. Er werd gezegd dat de overheid in eerste instantie buitenlandse hulpkonvooien geen toegang gaf, om te voorkomen dat bekend werd hoe groot de ramp was. De overheid leek vooral bang dat FIFA het aankomende wereldkampioenschap – van 1986 – zou verplaatsen naar een ander land.
De getrainde reddingswerkers ter plaatse waren met te weinig om de tragedie het hoofd te kunnen bieden. Daardoor organiseerden burgers zelf reddingsteams, die hun best deden om de mensen onder het puin vandaan te halen. Desondanks waren er duizenden mensen dood, tegen de tijd dat buitenlandse hulp werd toegestaan.
Maar hoe zit het met de kinderen die destijds geboren werden? Terwijl de stad verviel in chaos, verwelkomden sommige families pasgeboren kinderen.
Foto van het kruispunt tussen Yucatan en Insurgentes, waar ooit een gebouw stond dat verwoest werd door de aardbeving
Daniela en Jimena Garfias
“Onze moeder was een paar weken later uitgerekend, maar we kwamen vroeger,” zei de tweeling Jimena en Daniela. Er zat maar een minuut tussen hun geboortes. Daniela is geboren om 18:28, Jimena om 18:29.
Hun moeder, Alicia, vertelt: “Ze zouden pas de eerste week van oktober geboren moeten worden, maar de aardbeving veranderde alles. Die morgen was ik alleen in ons appartement op de zevende verdieping van een flat in de wijk Azcapotzalco. De aardbeving voelde daar niet zo sterk als in andere gebieden. Ik kon geen contact leggen met mijn man, die onze zoon naar school bracht. Een paar uur later veroorzaakte mijn stress weeën, waarna mijn vliezen braken.
Ik liep in mijn eentje de trappen af, op zoek naar iemand die me naar het ziekenhuis vlakbij onze flat kon brengen. Mijn man kwam precies op dat moment terug, en we vonden iemand die ons erheen reed. Ook al lag het ziekenhuis maar een paar straten verderop, het duurde twee uur voor we er waren. Onderweg realiseerde ik me pas dat de hele stad compleet in puin lag. Mensen renden in blinde paniek rond. Toen we aankwamen was er nauwelijks personeel – sommige van hen konden hun werk niet bereiken, anderen waren druk op zoek naar hun eigen familie. De verpleegster die mij verzorgde was aan het huilen. Ze wist niet of haar ouders, die in de binnenstad woonden, het hadden overleefd. Tot op de dag van vandaag weet ik niet of haar ouders het hadden gered.”
“Op een gegeven moment had het ziekenhuis een stroomstoring. Uren later kwam mijn dokter pas, en werd ik naar de operatiekamer gebracht. Het ene moment was er stroom, het andere niet. Het was een nachtmerrie. Daniela werd gezond geboren, maar Jimena was zwak. Die nacht was ze erg kwetsbaar, maar ze herstelde goed. De hele situatie was zo troosteloos. Het duurde vijf jaar voor ik er overheen was, en hun verjaardagen begon te vieren. Ik voel me wel gezegend, want veel moeders verloren hun kinderen op de dag dat ik ze kreeg. Ik vertel de meiden altijd dat ze goed hun best moeten doen, omdat er blijkbaar een reden is dat ze levend op aarde moesten worden gezet.”
Jesus Chucho Garcia Lopez
Jesus werd geboren om 6:25. Zijn moeder, Manuela, herinnert zich dat de zusters haar baby meenamen om hem schoon te maken. Toen kwam de aardbeving. “Het gebouw stortte in elkaar, en iedereen rende voor zijn leven. Ik verloor een duim doordat er een stuk plafond op mijn hand en mijn been viel. Ik werd om drie uur ‘s middags gered, en naar een ander ziekenhuis gebracht. Ik had geen idee wat er met mijn baby gebeurd was. Ik dacht dat hij dood was,” zei ze.
Drie dagen later werd Jesus gered, maar hij was zwaargewond. Een stroom aan zuur, waarschijnlijk afkomstig uit een kapotte leiding, verbrandde zijn linkeroor en zijn arm. Een stuk beton viel op zijn hoofd, waardoor hij bijna plat was. In de daaropvolgende maanden onderging hij twee gevaarlijke operaties. Hij overleefde, maar hield er de rest van zijn leven epileptische aanvallen aan over.
Pas in december kwam Manuela erachter dat Jesus nog leefde. “Ik heb gelukkig nooit het bandje om mijn pols verloren waar mijn moeders naam op stond. Ze hebben het nooit van mijn arm gehaald,” vertelt hij. Manuela was nog herstellende, en liet wat vrienden voor de baby zorgen. In februari 1986 was ze pas in staat om weer bij haar kind te zijn.
Ik vroeg naar de vader van Jesus. “We hebben sinds die dag nooit meer wat van hem gehoord. We weten niet of hij het heeft overleefd, of is gestorven. Hij verdween gewoon.”
Rosa Garcia
Rosa is geboren om 12:30, in het Hospital Español. Haar moeder, María de Lourdes, weet nog dat de noodkamers vol lagen, en dat ze niet de zorg kreeg die ze nodig had. Ze moest haar operatiekamer delen met tientallen andere gewonde mensen. Toen Rosa geboren werd, namen de dokters haar mee naar een andere kamer. Daar bleef ze een paar uur, terwijl haar moeder alleen was. María de Lourdes zag mensen wanhopig langsrennen, maar haar dochter was nergens te bekennen. Uiteindelijk vond ze samen met haar man hun dochter terug.
Rosa zegt: “Ik word er verdrietig van dat zo’n ramp plaatsvond op dezelfde dag als ik geboren ben. Ook al klinkt dat een beetje egoïstisch. Elke keer dat de aarde beeft, krijg ik een adrenalinestoot, maar ik ben niet bang. Ik heb mij altijd anders gevoeld. Mensen noemen mij ‘aardbevingsmeisje’, omdat ik humeurig en somber ben. Misschien is het omdat ik lang geïsoleerd was nadat ik geboren was. Ik ben ook erg strikt, moeilijk, chaotisch en perfectionistisch. Mijn verjaardag wordt altijd getekend door aardbevingoefeningen. Het is vervelend, maar ik vind het niet erg. Ik vertel mezelf altijd dat de aardbeving gebeurde omdat ik geboren werd. Ik weet dat het raar klinkt, maar zo zie ik het. Veel mensen rouwden om het verlies van hun geliefden, maar mijn ouders vierden feest, ondanks hun angst.”
“Er werd me een keer verteld dat de aarde zo boos was dat ik geboren werd, dat ze er voor koos mensen dood te maken. Anderen hebben me moordenaar genoemd, en zeiden dat er bloed van anderen door mijn aderen stroomt. De waarheid is dat ik anderen goed kan helpen die emotionele schade hebben opgelopen – zoals na een abortus of mishandeling. Ik heb de kracht om anderen te helpen en ze rust te geven. Ik heb een motto: als je iets niet goed gaat doen, laat dan maar zitten.”
Jesus’ foto werd genomen op Garibaldi Square. Daar stond het San Camilito-gebouw. Daar werd hij gevonden, in zijn dode moeder. 24 van zijn familieleden stierven tijdens de aardbeving
Jesus Francisco Flores Medina (‘Het aardbevingjongetje’)
Het verhaal van Jesus is bizar en dramatisch. “Ik werd geboren tussen de doden.” Zo begint Jesus zijn verhaal altijd. Het gebouw waar zijn hele familie in leefde stortte in. Nu is het het beroemde Plaza Garibaldi.
24 familieleden kwamen om in het gebouw. Onder hen was ook zijn moeder, Martha Cruz Medina. Ze was 7,5 maanden zwanger. Jesus’ oma, Brenda, ging even voor zeven uur ontbijt halen. Na de aardbeving rende ze naar hun ingestorte huis. Gedurende de volgende dagen kwam ze steeds terug, in de hoop dat haar zoons, dochters, neven of broers gevonden waren.
Op de vierde dag vond Brenda het lichaam van haar dochter, Martha. Het reddingsteam was al vertrokken, dus Brenda benaderde Martha. Ze voelde iets bewegen in de buik van haar dochter. Zonder na te denken, en zeker wetend dat ze het juiste deed, pakte ze een scheermes. Ze sneed de buik van haar dochter open, en pakte de baby er uit. Hij was op een haar na dood. Ze legde hem in een schoenendoos en bracht het kind naar de dichtstbijzijnde post van het Rode Kruis. Zij brachten hem naar een ziekenhuis, waar hij in een couveuse werd gelegd tot hij hersteld was.
Het leven van Jesus is sindsdien niet makkelijker geworden. Brenda was overrompeld door de dood van haar familie en de moeilijke economische situatie die haar stond te wachten. Ze probeerde meerdere keren zelfmoord te plegen, meestal door haar polsen door te snijden, maar telkens zonder succes. Ze probeerde zich zelfs op het metrospoor te gooien, samen met Jesus. De kranten publiceerden een foto van haar en het kind. Mensen begonnen hem ‘de aardbevingsjongen’ te noemen.
Zijn leven draaide volledig de andere kant op toen presidentskandidaat Carlos Salinas de Gortari over hem hoorde, en te hulp schoot. Jesus’ trouw aan de politieke partij van Gortari veranderde in toewijding. Nu werkt hij voor ze. “Veel deuren waren gesloten, maar anderen werden geopend. Zeker, mijn jeugd was zwaar, maar nu kan ik zeggen dat het het overleven waard was. Dankzij mijn moeder, die me levend hield in haar dode lichaam. En dankzij mijn oma, die mij de wereld in hielp. God is groot,” zegt hij.
Paulina Guzman
Paulina is om acht uur ‘s ochtends geboren in México Hospital.
“Mijn moeder kreeg ‘s ochtends vroeg weeën en moest meteen naar het ziekenhuis. Daar voelde ze de aardbeving. Op de radio hoorde ze over de schade. Ze zeiden dat het Chihuahua-gebouw – waar haar ouders woonden – was ingestort, maar het bleek later een ander gebouw te zijn geweest. Ze was zo overstuur dat haar vliezen braken. Pas toen ze erachter kwam dat het niet het gebouw van haar ouders was kalmeerde ze. Mijn broer ging die dag niet naar de dagopvang. Gelukkig maar, want het gebouw was ingestort, en bijna iedereen was dood. Een vriendin van mijn moeder werd dood onder het puin gevonden, met haar twee zoontjes in haar armen.”
Saul (links) en Uriel (rechts) kenden elkaar voor deze foto niet. Een paar minuten na deze foto leken ze elkaars beste vrienden te zijn
SAUL GONZALEZ QUIÑONES AND URIEL DEL ANGEL
Uriels ouders woonden in het centrum. Die morgen nam zijn vader zijn moeder mee naar het ziekenhuis, nadat ze de eerste tekenen van bevalling voelde. Hij liet haar daar achter, ging thuis even douchen, en voelde toen de grond onder zijn voeten schudden. Hij kleedde zich zo snel mogelijk aan en ging naar het ziekenhuis. Het kostte hem vier uur om erheen te lopen.
“Ik zou ‘s ochtends geboren moeten worden, maar door de aardbeving kwam ik pas in de middag ter wereld. Mijn vader was blij omdat ik op het punt stond geboren te worden, maar toen hij alle doden en gewonden zag, wist hij niet hoe hij moest reageren. Het was een enorme shock. De volgende dagen woonden mijn ouders meerdere begrafenissen bij, met mij in hun armen. Mensen feliciteerden ze, terwijl ze rouwden om hun eigen familie. Voor mij is de negentiende van september een dag van plezier. Mijn vrienden onthouden mijn verjaardag altijd, en bellen me op. Ik vind het niet leuk dat veel mensen de datum vooral herinneren vanwege de tragedie, maar wat kan ik er aan doen? Het is mijn verjaardag en dat maakt me blij,” zegt Uriel.
Saul werd om tien uur ‘s ochtends geboren in een ziekenhuis voor chronisch zieken. Hij zou geboren moeten worden om zeven uur, maar de dokters konden zijn moeder niet helpen. “De verpleegsters hebben mijn moeder uiteindelijk geholpen met de geboorte,” zegt hij.
Voor Saul is die geboortedag “speciaal, omdat iedereen zo mijn verjaardag onthoudt. Mijn leven is er echt anders door. Iedereen noemt mij aardbevingsjongen, en als er weer een aardbeving is, zeggen mensen dat het vast is omdat ik boos ben. Het is wel leuk dat mensen mijn verjaardag onthouden, ondanks dat het zo’n nare dag is. Het is iets wat ik altijd bij me zal dragen, totdat ik sterf”.
Cesar Lopez Fuentes
Cesar werd om 8:13 geboren. Hij vind er niets speciaals aan om op die dag jarig te zijn. “Ik herdenk de dag met respect voor de mensen die stierven. Het is een dag in het teken van de stad voor en na de aardbeving. Maar het is ook mijn verjaardag, en dat is een reden voor een feestje.”
Ik vroeg Diego, de achtjarige zoon van Cesar, of hij weet dat er een verschrikkelijke aardbeving plaatsvond in de stad, op de dag dat zijn vader werd geboren. Zijn gezicht straalde van trots. Ik vertelde hem dat hij er niet zou zijn geweest, als zijn vader er niet was gekomen. Cesar zegt dat veel mensen op die dag stierven. Ook al is het voor hem zelf een mooie dag, voor anderen is het treurig. Hij concludeert: “Tja, zo is het leven nou eenmaal.”