Sport

Gerard Wezenberg zal altijd met zijn vlag door de Arena rennen

De spanning voor de Klassieker wordt aardig opgebouwd, maar Ajax-supporters zijn er allang van overtuigd dat hun club gaat winnen. Dat komt niet door de nieuwe coach Erik ten Hag of aankoop Nico Tagliafico, maar doordat zij supersupporter ‘gekke Eddie’ hebben en Feyenoord niet. ‘Gekke Eddie’ is Gerard Wezenberg, een man van 59 die bijna bij elke thuiswedstrijd van Ajax aanwezig is.

Als het even tegenzit, rent Gerard in het stadion met een Ajax-vlag in de hand heen en weer op de tribunes. Dat doet hij al 22 jaar. “Hij brengt geluk,” zeggen supporters die hem voorbij zien rennen op de lange zijde. “Zonder die stuiterende Ajax-vlag is een wedstrijd eigenlijk niet compleet.” Maar weinig mensen die Gerard zien rennen in de Johan Cruijff Arena weten wie hij precies is. Daarom zochten we hem op bij hem thuis.

Videos by VICE

Gerard woont met begeleiding op een woonboerderij in Zunderdorp, waar hij hulpboer is en modelautootjes verzamelt. Elke zondag gaat hij naar de kerk. Hij demonstreert ons zijn springtechniek en vertelt over opgroeien met een vader die voor Feyenoord was, gepingeld worden tijdens het rennen, en de inclusiviteit van Ajax-supporters.

VICE Sports: Ha Gerard, wat een heerlijke boerderij.
Gerard: Fantastisch, hè? Toen iemand me vertelde over deze zorgboerderij, dacht ik: alleen maar gezellig om te wonen. Ik heb het echt naar mijn zin hier. Van mijn lievelingskoe heb ik zelfs een schilderijtje in mijn kamer.

Je bank is versierd met een Ajax-sjaal en je knuffelbeer heeft een Ajax-pet op. Heb je veel Ajax-spullen?
Sjaals, polsbandjes, een hoofdband, een paar petten – die op het hoofd van mijn beer is gesigneerd door Danny Blind, mijn lievelingsspeler. Ik heb ook een shirt voor de zomer en een Ajax-trui, die mijn moeder eigenhandig voor me heeft gebreid, voor de winter. Allebei met Blinds nummer drie op de rug.

In de WC heb ik ook oude Ajax-poppetjes uit 1995, het nieuwe Ajax-logo en een Ajax-borstbeeld, met een foto van Blind erop geplakt. Ik heb wel vaker collages gemaakt van hem. Ik droeg in de tijd van De Meer altijd een spijkerjasje, volgeplakt met krantenknipsels over hem.

Ik zie dat je ook een mooie collectie Ajax-vlaggen hebt.
Ja, een hele doos vol! Mijn lievelings is een oude met de begin- en eindtijd van De Meer erop. En dan heb ik er twee met een stok: een kleine waar ik altijd mee ren en een hele grote waarmee ik niet meer mag rennen. Die is zo groot dat de supporters dan de spelers niet meer kunnen zien.

Wanneer rende je voor het eerst met je vlag op de tribunes?
Bij de allereerste wedstrijd in de Arena in 1996. Ik zat toen denk ik in vak 420, en de supporters van 410 waren altijd zo fanatiek. Ik dacht: ik kan ook leven en gezelligheid maken. Dus ik vroeg de supporters om me heen of ik een rondje zou rennen. Ze zeiden allemaal ja, dus ik rende het publiek in, net zoals mijn lievelings Blind, die op het veld ook altijd als een malle heen en weer rende. Mensen werden he-le-maal gek. Ze gaven me handjes en high fives. Sinds die dag ben ik blijven rennen.

Op welk moment tijdens de wedstrijd zet je het precies op een rennen?
Mensen in de Arena weten: Gerard pakt die zestig. Als het bij zestig minuten nog niet goed gaat met Ajax, ren ik vijf à zes rondjes heen en weer, tot ik drijfnat ben van het zweet en mijn vrienden roepen dat ik even moet gaan zitten, voordat ik het begeef. Meestal doe ik dat maar één keer, tenzij het erg slecht gaat. Dan ren ik twee keer – dat brengt geluk.

Wanneer heeft het bijvoorbeeld geluk gebracht?
Toen Ajax vorige keer tegen Excelsior speelde, was het 0-0. Onder luid gejuich van andere supporters begon ik te rennen. Halverwege, net toen ik wilde omkeren, maakte Kluivert die 1-0. Ik gooide mijn twee vingers in de lucht en wist: dit is mijn goal! Dit is dankzij mijn geren!

Dus hoe slechter de wedstrijd, hoe vaker je rondjes rent?
Ja, omdat supporters dan soms nogal negatief reageren en joelen naar de spelers. Dat is niet goed. We moeten juist op die momenten onze ploeg aanmoedigen. Daar kom je als supporter toch voor? Door met mijn vlag te rennen, pep ik de supporters en daardoor ook de spelers op.

Er is best weinig ruimte om tussen het betonnen muurtje en de eerste rij te rennen. Hoe pak je dat aan?
Dat is heel moeilijk. Er staan overal tassen en bekertjes, de stenen kunnen erg glad zijn door regen of drank, en dan zijn er nog al die benen. Voordat ik begin, loop ik een rondje om te kijken wat er allemaal staat. Ik schop lege bekertjes aan de kant en waarschuw de mensen dat ik zo ga rennen, dat ze hun spullen moeten weghalen. Over die benen moeten ze zich geen zorgen maken. Daar spring ik overheen, als een paard, met een techniek waar ik veel op heb geoefend thuis. Ik houd mijn vlag in de ene hand en met mijn andere duw ik de benen weg, terwijl ik er zo hoog mogelijk overheen spring.

En hoe deal je met die gladheid?
Ik zoek in de winkel gympen uit met een goede grip. Zonder lukt het niet!

Is het weleens fout gegaan?
Jawel, twee keer toen ik nog bij 420 of 424 ergens zat. Toen Ajax kampioen werd, ben ik gestruikeld. Mensen hadden een slokkie op en gingen gek doen, dus het werd extreem moeilijk om over de benen heen te springen. Daar heb ik uit geleerd: ik ren nooit meer bij een kampioenschap.

Een andere keer werd ik gepingeld. Ik lag op de grond en kon niet meer opstaan. Een hoop supporters kwam me direct helpen. We wisten niet wie het gedaan had, maar we stonden met z’n allen klaar met onze vuisten. Iemand laten struikelen is toch asociaal?

Wat goed dat je vrienden je te hulp schoten.
Ja, ze zeggen ook altijd: “Als mensen boos tegen je doen, komt het hele stadion je helpen.” Zo was ik eens aan het rekken en strekken – dat doe ik altijd voordat ik begin te rennen – en een jonge jongen lachte me uit en vroeg of ik pijn had. Daarna zei hij dat ik “niet mocht rennen, ouwe man”. De andere supporters zeiden direct dat hij zijn mond moest houden en ik mocht lopen wanneer ik daar zin in had. Mensen moeten niet vergeten dat wij allemaal kennissen en vrienden zijn van elkaar, en dat zelfs wildvreemde supporters uit een ander vak me voor de wedstrijd komen vragen of ik alsjeblieft weer wil rennen die dag.

Is dat gepingel de reden dat je van vak bent veranderd? Je rent tegenwoordig op 118, toch?
Nee, het liep er gewoon niet snel door. Ik moest er helemaal achterin rennen en het was een erg klein hokkie in vergelijking met 118. Het vak waar ik nu zit heeft een lange zijde die veel mooier is om met de vlag langs te rennen.

Sommige mensen noemen je ‘gekke Eddie’. Wat vind je van die bijnaam?
Dat hebben de supporters die me niet kennen verzonnen, maar ik ben Gerard en de meeste noemen me zo. Ik ben misschien gek op Ajax, maar ik ben niet gek!

Stoort het je?
Niet echt. Als de supporters blij zijn, ben ik blij. Bijvoorbeeld: ooit kwam ik in een shirtje van Witschge aandraven, maar daar moesten ze niks van weten. “Dat staat jou niet, je bent nummer drie,” zeiden ze. “Jij bent onze Danny Blind.” Dat shirtje heb ik daarna niet meer gedragen. En ik ren speciaal met een vlag met het oude logo van Ajax erop, omdat ik weet dat de rest dat oude logo leuk vindt – mij kan het niet zoveel schelen.

Waarom ben je er eigenlijk alleen bij thuiswedstrijden?
Vroeger ging ik overal heen – Den Haag, Volendam, Groningen, Rotterdam. Maar toen de kakkerlakken in Rotterdam met stenen begonnen te gooien, was het voor mij radicaal afgelopen. Ik zie de machinist bij Rotterdam Centraal nog onder het bloed uit zijn hokkie komen. En een maatje van me moest me redden omdat ik bijna in mijn Ajax-pakkie richting stadion was gelopen, tussen Feyenoorders die me in elkaar zouden slaan. We moesten met de auto. Laat maar, ik blijf wel lekker in Amsterdam.

Een thuiswedstrijd mis je zelden. Wat is voor jou een goede reden om thuis te blijven?
Als Utrecht, ADO Den Haag of Feyenoord speelt, omdat hun supporters altijd zo agressief zijn. Ik hou niet van rotzooi. Vorig jaar schreeuwde Utrecht de hele blitse boel af met “Hamas, hamas, alle Joden aan het gas”. Dat kan toch niet?

Ga je zondag wel naar Ajax-Feyenoord?
Zeker, want dan mogen er geen Feyenoorders komen. Ik hoorde dat ze hen er volgend jaar weer bij willen halen om te kijken hoe het gaat. Dan ga ik niet. Feyenoord en Ajax liggen elkaar gewoon niet. Waarom kan ik je niet vertellen. Bij mij thuis was dat nooit zo’n probleem.

Bij jou thuis?
Mijn vader was voor Feyenoord en ik ben voor Ajax.

Wow, hoe ging dat er dan aan toe?
We gingen elkaar bij elke wedstrijd een beetje pesten en uitdagen en zaten elk in ons eigen truitje voor de tv als onze club speelde, maar echt ruzie was er nooit. Mijn moeder gaf me raad als ik kwaad werd: “Laat het gaan, volgende keer wint Ajax wel weer.” En als mijn vader boos werd, ging-ie naar bed, zonder eten of drinken.

Wat verwacht je van de wedstrijd zondag?
Dat Ajax wint met 5-0 of 6-0.

Heb je nog een boodschap voor de spelers?
Hartstikke fijn dat jullie al zo vaak gewonnen hebben. En mogen we op open dag alsjeblieft eens op het veld? Ik weet dat dat verboden gebied is, maar het is mijn grote droom om eens op dat voetbalveld te staan. Om eens handjes te schudden met een van de spelers en een handtekening te krijgen. Ik heb er, naast die van Blind, nog geen enkele.

Bedankt en top dat je er zondag weer zult zijn.
Tot het bittere einde! Sommige supporters verlaten het stadion voor het einde van de wedstrijd omdat ze met de metro of auto zijn, maar ik niet. Ik zing: “Laat je club maar in de steek” en blijf tot de ballen de tribune ingeschoten worden. Daarna loop ik in mijn gele hesje naar huis, drie kwartier, met de adrenaline nog in mijn lijf.

Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.