Fotograaf Roos Klijn (32) maakt portretten van mensen uit werelden waar ze zonder camera niet naar binnen durft: een seksshop, een asielzoekerscentrum, en nu dus een begeleid-wonen-locatie van het Leger des Heils, ergens in Nederland. “Deze mensen zijn sinds een jaar of vijf de overburen van mijn moeder,” vertelt Roos als ik haar vraag hoe ze met dit project is begonnen.
“Toen bekend werd dat hier een plek zou komen voor voormalig dak- en thuislozen, was er best wat weerstand vanuit de buurt. Maar dat sloeg snel om toen ze er eenmaal waren; gezelligere buren krijg je niet. Je kunt niet langslopen zonder dat er wordt gezwaaid, en bij het jeu-de-boules-pleintje zit altijd wel iemand van hen met een biertje om een praatje te maken. Ze zijn geïnteresseerd in wie jij bent en wie je hond is – inmiddels zijn ze gewoon buren.”
Videos by VICE
Roos heeft tot nu toe veertien bewoners gefotografeerd, en ondanks het feit dat ze niet te maken heeft met doorgewinterde modellen, gingen de shoots erg gemakkelijk. “En snel ook, nog nooit zo snel als met hen. Deze mensen zijn niet continu bezig met de beste kant van zichzelf laten zien, dat zie ik terug op foto’s. Ik hoefde ze niet te regisseren, het zijn allemaal mensen die voor zichzelf durven te gaan zitten: dit ben ik. Daar was ik elke keer weer van onder de indruk.” De onderschriften bij de foto’s zijn van Roos zelf, en geschreven naar aanleiding van de gesprekken die ze met de bewoners voerde.
Wat de fotograaf zo interessant vindt aan deze groep? “Mensen die buiten de muren van het Leger des Heils leven, zoals ik of jij, zijn heel goed geworden in onze rafelranden verbergen en verstoppen. We lijken elke dag bezig te zijn met de perfecte hoek zoeken en perfecte verhaaltjes vertellen bij de perfecte foto. In het opvanghuis merkte ik dat ik vaak binnen een minuut of binnen een handdruk iemand al ‘kende’ – wie zij zijn ligt zoveel meer aan de oppervlakte, ze laten zich echt zien.”
Na vaak jaren zwerven van plek naar plek hebben deze mensen hier een thuis gevonden. “Sommigen van hen wonen er al vijf jaar en blijven waarschijnlijk hier, in hun nieuwe thuis, anderen zijn bezig met een toekomst buiten het Leger des Heils-huis. Allemaal stralen ze rust uit, en trots: ‘ik heb nu een eigen plek’.”
Behalve portretten schiet Roos ook foto’s van spullen of andere dingen die belangrijk zijn voor de ex-daklozen. “Ik vraag naar de betekenis van dingen die in hun kamer staan, want ze hebben eindelijk een eigen plek om dingen neer te zetten en te verzamelen. De poppen en breiwerken van Gea maakten veel indruk. Of een koffer vol oude foto’s van Willy, die nog gestructureerder zijn opgeborgen dan bij mij.”
Roos zag door dit project – dat ze maakt als vrij werk voor haar studie aan de Fotoacademie Amsterdam – vooral dat het leven van de bewoners net zo goed op dat van haar lijkt. “Die reminder heb ik soms nodig, en ik wil andere mensen ook laten binnenkijken in een wereld waar het precies zo gaat als bij dat van jou en mij: je staat op met een kop koffie, smeert een boterham, en dan zie je wel weer wat de dag voor je gaat doen. Van tevoren had ik natuurlijk ook mijn ideeën: het zijn ex-daklozen die net hun leven weer een beetje op orde hebben. En dan blijken ze natuurlijk gewoon precies hetzelfde te zijn als ik. Het is maar net op welk moment je iets overkomt, en wie je dan om je heen hebt om je op te vangen. Met jou en mij kan net zo gaan, als het op een bepaald moment verkeerd loopt. Zij hadden gewoon op de verkeerde momenten een optelsom van pech – maar hebben dat ook zelf weer omgedraaid.”
Roos richt de camera ook weleens op zichzelf: ze maakte een persoonlijke fashionshoot met een door haar eigen menstruatiebloed doorlopen spijkerbroek, en pijnlijke zelfportretten die gaan over de strijd met haar burn-out. Eerder maakte ze een verhaal voor VICE over haar geliefde en transman Tijn, klik hierboven om dat te lezen.