Muziek

Hé, vraag jij je weleens af hoe je nou eigenlijk een labeltje begint?

Zit je de godganselijke dag op SoundCloud te speuren naar nieuwe producers die nog niemand kent? Maken je vrienden aan de lopende gestoorde raveknallers maar vinden ze geen publiek? Heb je zelf een harde schijf vol met eigen liedjes? Misschien is het dan een goed idee om een labeltje te beginnen. Dat is namelijk leuk, en helemaal niet zo ingewikkeld als je misschien denkt. Om je op weg te helpen, vroegen we een aantal labeleigenaren wat ze zoal de hele dag doen, wat het leukste is aan hun baan, wat je allemaal nodig hebt om een label te beginnen en of ze nog gouden tips hebben voor nieuwkomers zoals jij. We spraken de mensen achter vijf labels van verschillende grootte en met verschillende genres, om een goed beeld te geven van wat je allemaal wel en niet moet doen als labelbaas.

Vincent Koreman, New York Haunted

“Er is geen gouden formule om een label te beginnen. Het is hetzelfde als met artiesten – je bent als labeleigenaar eigenlijk gewoon een artiest, alleen breng je werk van anderen uit in plaats van muziek van jezelf. Als artiest denk je ook: deze muziek vind ik tof, dat ga ik spelen. Dan bedenk je een naam en ga je nadenken over hoe het artwork eruit moet zien.

Videos by VICE

Ik denk dat er verschillende soorten mensen zijn die verschillende soorten labels beginnen. Ik kreeg bijvoorbeeld veel muziek opgestuurd, omdat ik zelf ook muziek uitbracht en optrad, en dan stuurden mensen me liedjes op, zo van: luister hier eens naar. Dat was voor mij de aanleiding om New York Haunted te beginnen.

Je hebt er niks voor nodig. Als jij morgen zegt: ik ben een label, en je hebt een computer met een internetverbinding, dan ben je er al. Je kunt een Bandcamp aanmaken en muziek verkopen. Dat is de eerste stap. Er zijn veel digitale services die je kunt gebruiken, en waar je muziek kunt uploaden. Zij uploaden het dan weer naar zestig verschillende webstores. Het geld van de verkochte muziek krijg je binnen op je paypal-account. Je hebt dus eigenlijk een paypal-account nog, een idee en internet. Dat was het wel.

Het is belangrijk dat je straight forward bent met je artiesten, zodat ze precies weten wat jij voor ze kan doen en wat niet. Beloof ze geen gouden bergen. Artiesten moeten goed weten waar ze aan beginnen. Als het onduidelijk wordt, of ze moeten je tien keer mailen met een vraag, dan haken ze snel af. Hou de communicatie open. Ik heb bijvoorbeeld een facebookgroep gemaakt waar alle artiesten op mijn label in zitten. Daar kunnen ze elkaar shows aanbieden, of lullen over releases, het label, enzovoorts. Dan heb je eerlijke en open communicatie met een soort familiegevoel. Niet dat jij de baas bent en in je eentje ergens dingen zit te bepalen. Dat lijkt me een realistische manier om een platenlabel te hebben annu nu.

Wat je ook nodig hebt, is tijd. Het komt er vaak op neer dat je veel kleine dingetjes tussendoor moet doen, waar je redelijk wat tijd mee kwijt bent. Alle releases moeten gemasterd worden, een hoesje krijgen, en als de release-snelheid zo hoog is als bij ons, wij zitten nu op 75 geloof ik, dan moet je dus ook 75 EP’s masteren, 75 hoesjes maken en 75 keer muziek uploaden. Dat loopt allemaal door elkaar. Je moet minstens de helft van de dag online zijn, of in elk geval bereikbaar.”

Marsel van der Wielen, Delsin

“Om te beginnen moet je verstand hebben van muziek, en je moet om kunnen gaan met muzikanten. Daarnaast moet je weten hoe je muziek bij de mensen krijgt. Het is handig als je een beetje kan organiseren en boekhouden, maar dat geldt voor elke onderneming. Je moet echt beginnen met goede muziek, en het liefst alvast een paar releases klaar hebben liggen. Dat je niet iets uitbrengt en dan drie jaar niks.

Vervolgens is het handig als je iemand kent die kan masteren, die verstand heeft van hoe je iets beter kan laten klinken op vinyl, in een club, of wat je wil. Als je iets op vinyl wil uitbrengen, moet je op zoek naar een distributeur. In Nederland heb je voor house en techno Rush Hour en Clone. Als je een goede distributeur hebt, komt je muziek in de juiste winkels te liggen, wordt het gevonden door de juiste mensen, en die delen het dan wel weer op Facebook. Een distributeur vinden kan wel lastig zijn; de meeste zijn vrij afhoudend. Veel jonge mensen beginnen een label en stoppen er na twee releases weer mee. Dan heeft zo’n distributeur zoiets van: dat is me teveel werk.

Daarna moet je een heel proces regelen. Als ik uitga van vinyl: na het masteren wil je de plaat laten snijden, je snijdt dan de lacquer waar de rest van de platen mee wordt geperst. Vervolgens kijk je of je alle titels en tracknamen en de naam van de artiest goed hebt gespeld. Na een paar weken krijg je een testpersing die de artiest moet luisteren en de labelbaas ook. Ondertussen kun je artwork laten maken. Als laatste klop je aan bij de distributeur en ga je bepalen hoeveel platen je gaat persen.

Het mooiste vind ik als iets beter gaat dan je verwacht. Als je een nieuwe artiest hebt en daar erg in gelooft. Als je dan ook nog een vette hoes hebt, en die plaat komt binnen en die ziet er perfect uit en de distributeur zegt dat ze goed verkopen, dan gaat het helemaal perfect. Dat zijn de leukste dingen.”

Steven Brunsmann, M>O>S


Foto door Rebecca Camphens

“Het leuke van deze tijd is dat het heel makkelijk is om muziek te maken, maar ook om het te distribueren. Zeker digitaal. Een plaat maken kost misschien iets meer geld, maar dat is ook niet heel ingewikkeld. Sommige labels zetten door, anderen doen twee, drie releases en dan houdt het weer op. Je hebt wel doorzettingsvermogen nodig, want uiteindelijk is het best veel geregel. Je hebt weleens dat een testpersing niet goed is, en je moet vragen of ze het alsjeblieft nog een keer opnieuw willen doen. Er komen veel dingen bij kijken waar je wel tijd in moet willen steken.

Ik word echt overstroomt met demo’s, dat is iets van de laatste jaren. Negentig procent wat je krijg is niet eens voor jouw label bedoeld. Ze sturen het gewoon overal naartoe. Net had ik een lofzang over hoe vet het is dat iedereen muziek maakt, maar dit is wel de schaduwkant. Ik krijg per dag een mail of twee, drie met demo’s, die kan ik niet allemaal luisteren. Als ik zie dat ik zo’n undisclosed recipient ben, dan luister ik niet eens.”

Remy Brokke, Fog Mountain

Links Remy Brokke, rechts Pepijn Gaalman (Lemontrip)

“Een label beginnen is het makkelijkste wat er is. Je maakt een soundcloudpagina aan en in principe ben je dan al een label. Als jij jezelf een label noemt, dan ben je een label.

Ik heb de ALO gedaan – ik ben eigenlijk sportleraar. Ik heb veel aan die opleiding gehad. Je werkt constant met mensen die creatief zijn. Dat zijn eigenlijk zo’n beetje de moeilijkste mensen om mee samen te werken. Vooral omdat zo’n artiest zichzelf behoorlijk blootlegt door z’n muziek. Dat is niet altijd makkelijk: soms zit ik met een deadline, of moet de muziek vijf weken van tevoren ingeleverd worden bij de distributeur, maar zegt zo’n artiest een dag van tevoren: ‘Sorry, ik ga het helemaal anders doen. Dat artwork wat je had geregeld vind ik lelijk, en die twee nummers ga ik anders doen, want ik ben er toch niet tevreden over.’ Dan kan jij de hele planning weer omgooien. Inmiddels heb ik daar veel van geleerd, en ben ik er ook wel flexibeler in, maar ik heb af en toe wel dat ik de telefoon ophang en denk: godverdomme, daar gaan we weer. Maar goed, je moet dat respecteren. Uiteindelijk gaat het erom dat de muziek goed wordt. Telkens als er nummers werden aangepast, of artwork anders moest, ben ik daar achteraf heel blij mee.

Als ik één advies moet geven: ga zo snel mogelijk naar een digitale distributeur en zet het op Spotify, want dat levert echt geld op. Je kan er veel van je kosten mee dekken. Spotify is een beetje de boeman in de scene, maar ik schrik elk kwartaal weer: het is echt niet dat wij duizend euro per jaar binnen trekken, maar het is echt mijn grootste inkomstenbron. Negentig procent komt van Spotify.”

Chafik Chennouf, Leyla

Foto door Rein Kooyman

Leyla is een voortzetting van mijn voorliefde voor techno en aanverwante stromingen. Ik begon in ’99 met het kopen van techno-releases en heb van 2005 tot en met 2007 uitsluitend op technofeesten gedraaid in Nederland. Ik was er destijds gewoon klaar mee om verschillende redenen. Daarbij is loyaal zijn aan smaak iets onnatuurlijks. Eind 2014 liep ik rond met het idee om een technolabel te beginnen en had ik alles on the side al voorbereid. Na mijn laatste tour in de VS had ik in het vliegtuig terug naar huis de knoop doorgehakt en een paar weken later de eerste release naar de mastering gestuurd.

Ik ben er vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week mee bezig. Demo’s komen de hele dag binnen en ik spreek de artiesten de hele dag door. Soms voor nutteloze zaken, dan weer filosoferen over het concept van de volgende release, dan weer het analyseren van een pre-master. Daarnaast sta ik in contact met de designers, fabrieken waar de platen geperst worden en distributiecentra.

Als je muziek hebt die aan de man moet worden gebracht, twijfel niet en doe het. Breek je spaarpot aan, fix een logo en verzamel de juiste mensen om je heen. Als het te risicovol is om gelijk vinyl te persen kan je beginnen met een digi-label en werk naar je eerste vinyl release toe.

Als ik had geweten wat muziek mij zou brengen, was ik veel eerder dan 2014 begonnen met het label.”