Wat betekent herdenken, 75 jaar na het eindigen van de Tweede Wereldoorlog? Wat symboliseren herdenkingsmonumenten nog? En hoe zullen nieuwe generaties in de toekomst blijven herdenken, als straks de laatste ooggetuigen zijn overleden?
Fotografenduo Chris en Marjan reisde zeven Europese landen af om deze vragen te stellen aan jonge medewerkers van voormalige vernietigings- of doorgangskampen, die tegenwoordig dienstdoen als herdenkingsmonumenten. Zoals de 25-jarige Sasha, die de social media van een voormalig concentratiekamp bijhoudt. Of de 21-jarige Rahel, die als receptionist werkt bij kamp Dachau. Hoe is het als je werkplek vroeger een vernietigingskamp was? En hoe beïnvloedt het de manier waarop je herdenkt?
Videos by VICE
In samenwerking met Melkweg Expo maakten ze de serie Snow in Summer. De titel verwijst naar de asresten van verbrande lichamen die als sneeuw door de lucht dwarrelden tijdens de oorlog, in de buurt van nazi-euthanasiecentrum Hartheim in Oostenrijk.
Sasha (25) is social media- en archiefmedewerker bij concentratiekamp Neuengamme in Hamburg, Duitsland. Tijdens de oorlog zaten hier 106.000 mensen gevangen. Ongeveer 42.900 mensen overleefden het kamp niet.
“Wat ik mooi vind aan de expositieruimte van Neuengamme is dat niet alles letterlijk is gereconstrueerd. Je wordt niet expliciet geconfronteerd met lijken of de gruwelen van de gevangenis. Het is best moeilijk voor de organisatie van een monument om te bedenken hoe je het verhaal gaat vertellen, want hoe het bij je binnenkomt is voor iedereen anders. Ik vind het mooi als verhalen op een impliciete manier worden verteld, bijvoorbeeld met abstracte objecten of kunst. Dat brengt bij mij de meeste emotie los.
Ik maak bij Neuengamme ook foto’s voor het archief. Dat is weleens dubbel: hoe vang je de schoonheid van een plek waar zulke lelijke dingen zijn gebeurd? Het is een prachtige plek, met mooie natuur. Maar er zijn ook duizenden mensen gestorven.
Laatst zag ik twee vrouwen rondom het monument joggen. Soms posten mensen foto’s van hun yoga-oefeningen bij andere herdenkingsmonumenten op sociale media. Ik vind het lastig om daarover te oordelen, want inderdaad, esthetisch gezien zijn het mooie plekken. Maar we mogen nooit vergeten wat hier is gebeurd.
Ik hou de social media bij van het monument. Een van mijn vrienden vroeg laatst verbaasd: “Hebben jullie een Instagrampagina?” Ik snap die verbazing wel, omdat de luchtigheid van social media moeilijk te rijmen valt met een zwaar onderwerp als dit. Toch denk ik dat het juist belangrijk is. Enerzijds om in contact te blijven met bezoekers en nabestaanden, vooral tijdens de coronacrisis. We livestreamen bijvoorbeeld tijdens herdenkmomenten. Anderzijds om het verhaal op moderne manieren te vertellen. Ik volg een aantal memorials op Instagram en zij delen veel persoonlijke verhalen, in plaats van droge, historische feiten. Dat werkt heel goed, vooral voor de jongere generatie. Social media kunnen natuurlijk nooit de echte ervaring vervangen, maar ik denk wel dat het elkaar versterkt: als je een monument online ziet, groeit het verlangen om het met eigen ogen te zien.”
Tom (19) werkt bij Kamp Amersfoort, een ‘doorgangskamp’ waar tijdens de oorlog 37.000 mensen gevangen zaten. 20.000 van hen werden gedeporteerd naar Duitse concentratie- of werkkampen. Er stierven in totaal 650 mensen in Kamp Amersfoort.
“Werken op een plek als deze heeft me een andere kijk gegeven op herdenken. In het begin betekende het vooral: nadenken over wat er is gebeurd, en erbij stilstaan. Maar nu voel ik ook een verantwoordelijkheid om de verhalen door te geven. Het punt van herdenken is namelijk duidelijk maken dat dit soort dingen niet meer mogen gebeuren. Ik heb meer waardering voor het verleden, en voor de mensen en werknemers bij monumenten die zich inzetten om verhalen te verzamelen. Eerst dacht ik: deze mensen vinden dit gewoon interessant, maar het is meer dan dat: ze hebben een persoonlijke motivatie, en ze wijden er een groot deel van hun leven aan.
Vrijheid wordt soms voor lief genomen. Dat is ook wel logisch, want het is een onvoorstelbaar gegeven: dat je thuis zit, en ineens een schuilkelder in moet omdat er een bombardement is van Duitse gevechtsvliegtuigen. Dat is voor ons niet voor te stellen, maar het is belangrijk om over het concept vrijheid na te denken en het te waarderen. Wanneer je kennis hebt over het verleden, kun je het ook in het heden herkennen als er zoiets gebeurt, en er iets tegen doen. Aan het begin van een lang bospad in Kamp Amersfoort, op een plek waar mensen werden gefusilleerd, ligt een gedenksteen vol met kiezels – een Joods gebruik. Dat vind ik indrukwekkend, dat hier nog altijd grote aantallen mensen komen om hun verdriet een plek te geven.
Ik denk dat de nadruk bij herdenken steeds meer komt te liggen op het digitaal vertellen of reconstrueren van verhalen. Dat is goed, want de nieuwe generatie zal minder snel een boek oppakken. Die gaan we in de toekomst informeren via social media.
Rahel (21), werkt als receptionist bij het voormalige concentratiekamp Dachau, in Duitsland. Tijdens de oorlog zaten hier 200.000 mensen gevangen. Er kwamen 41.500 mensen om het leven.
“Ik ben opgegroeid in de buurt van Dachau, dus ik ben me altijd bewust geweest van de gebeurtenissen hier. Herdenken laat volgens mij zien hoe fundamenteel en waardevol respect voor een individu is, zodat we in vrede met elkaar kunnen blijven leven. Maar herdenken is ook een daad van verzet tegen onrecht en onmenselijke wreedheden. De mensen die hier voor niks gevangen hebben gezeten en zijn vermoord, herinneren me daar elke dag aan.
Tegenwoordig staan herdenkingsmonumenten symbool voor vrede, verzoening en respect. We laten zien dat mensen deze wreedheden hebben moeten doorstaan, dat we ze niet zullen vergeten, en dat we willen voorkomen dat zoiets nog eens kan gebeuren.
Soms komen er mensen langs die tijdens de oorlog in het kamp hebben gezeten, of mensen die er hun hele leven tegenover hebben gewoond. Zij komen naar het monument toe om hun ervaringen te delen. Dat geeft me kippenvel. De angst is nog steeds zichtbaar in hun ogen, en je merkt het ongemak om weer op de plek te zijn waar het allemaal is gebeurd. Als zo iemand daarover vertelt, dan komt dat wel bij je binnen. Er is geen houdbaarheidsdatum voor wat er is gebeurd, en daarom is het belangrijk om mensen te blijven aanmoedigen de confrontatie aan te gaan met de misdaden van de nazi’s en de gevolgen ervan. En dat we alle verhalen ook aan de jongere generatie doorgeven, zodat ook zij het niet vergeten.”
Simon (30) projectmedewerker herinneringseducatie bij museum, memoriaal en onderzoekscentrum Kazerne Dossin in België. Tijdens de Tweede Wereldoorlog deed de kazerne dienst als doorgangskamp. Vanuit hier werden 25.500 Joden, Roma en Sinti gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau. Slechts vijf procent van hen overleefde de oorlog.
“De nazi’s wilden het hele Joodse volk vernietigen. Het was niet de bedoeling dat er iets fysieks of cultureels van over zou blijven. Van veel mensen die zijn gestorven zijn nauwelijks sporen te vinden. Door de systematische, industriële aanpak van de nazi’s is er dus ook voor veel mensen geen begraafplaats waar ze kunnen rouwen. Daarom is het zo belangrijk dat ons monument er is: het is de laatste halte waar de familieleden van de nabestaanden zijn geweest, en waar de nabestaanden terechtkunnen om na te denken en erbij stil te staan. Oorlogsmonumenten zoals deze zijn bovendien van belang om mensen eraan te herinneren dat de sporen van de Holocaust vaak nog in ons stedelijk weefsel zitten. En soms word je daar ook mee geconfronteerd in kleine momenten, bijvoorbeeld als je over een stolpersteine loopt.
Sinds ik hier werk, ben ik meer gaan nadenken over dingen als vrijheid. Hoe kan ik de gruwelijkheden van toen en de vrijheden die erna zijn verworven verbinden met het heden, waarin onze vrijheid opnieuw onder druk staat? Herdenkingsmonumenten hebben volgens mij de taak om mensen bewust te maken van processen die het menselijk handelen beïnvloeden. Denk aan propaganda, polarisatie, groepsdruk, gehoorzaamheid en autoriteit. We kunnen leren om kritisch te reflecteren op hoe uitsluiting werkte in het verleden en hoe dat werkt in het heden. Negentig procent van alle Joden die in België verbleven waren bijvoorbeeld vluchtelingen, onder andere uit nazi-Duitsland. En de discussies die er toen waren, over migratie, over grenzen en over hoe vluchtelingen zogenaamd banen en huizen afpakten, voeren we nu ook. Ons monument nodigt uit om daarover na te denken, zonder een politiek standpunt op te dringen. Propaganda is niet iets van vroeger, het bestaat nog steeds, in een nieuwe jas. Denk aan fake news, of aan antisemitische, racistische of misogyne memes. Door te kijken naar het verleden kunnen we die nieuwe vormen herkennen en hopelijk niet dezelfde fouten maken.
Ik denk dat sommige jongeren, maar ook volwassenen, denken dat zaken zoals de Holocaust echt niet meer kunnen gebeuren. Maar de realiteit is complexer. Na de Eerste en Tweede Wereldoorlog zeiden mensen ook: dit mag nooit meer gebeuren. Ondertussen zijn er wereldwijd grootschalig mensenrechten geschonden, in Syrië, Rwanda, Srebrenica en nog veel meer plekken. Herdenken is ook het besef dat vrijheid niet vanzelfsprekend is, dat we continu moeten vechten om onze mensenrechten te beschermen.
Herinneren is iets wat constant in beweging is, zeker in de diverse samenleving die we tegenwoordig hebben, waar mensen andere herinneringstradities ook belangrijk vinden, zoals het koloniale verleden. We zullen een manier moeten vinden om herinneringsculturen te verzoenen. Herdenkingen in de toekomst zullen niet meer alleen maar bestaan uit het neerleggen van een krans, maar uit nieuwe vormen, zoals kunst en muziek. De nieuwe generatie zal het idee moeten blijven houden dat het ook hun verhaal is, en de kans moeten krijgen om er zelf invulling aan te geven.”