Het betonnen skelet dat station Lelystad Zuid moest gaan heten

Lelystad is een uit de zee opgerezen stad. Tussen 1940 en 1968 werd zo’n 1.500 vierkante kilometer land gemaakt in het IJsselmeer; die lap platte grond noemen we tegenwoordig Flevoland en vanaf het begin moest Lelystad een belangrijk centrum worden voor dit nieuwe stuk Nederland.

De ambities waren hoog. Er werd gerekend op 100.000 inwoners en in de jaren zestig en zeventig werd de stad ingericht volgens de modernste ideeën. Het was een stad met futuristische woningen, veel ruimte en overvloedig groen. Het meest opvallend was misschien nog wel het verheven fietspadensysteem: cruisen op drie meter boven de grond. De toekomst was groen, en veelbelovend.

Videos by VICE

Maar de reality check volgde al snel. Flevoland werd in oppervlakte minder groot dan verwacht, waardoor het gebied waarvan Lelystad de belangrijkste stad moest zijn uiteindelijk kleiner uitviel. De echte nekslag was echter de bouw van Almere, dat dichter bij Amsterdam en het Gooi lag en daardoor sneller groeide dan Lelystad. In de jaren tachtig liep Lelystad zelfs flink leeg. Er verdwenen zo’n 10.000 bewoners en overal stonden gebouwen leeg.

Toch bleef het stadsbestuur blind optimistisch. Kinderlijk naïef bleef ze denken dat de stad nog wel verder zou groeien en daarom werden twee nieuwe treinstations gepland: Lelystad Noord en Lelystad Zuid. Het noordelijke station kwam er nooit, maar Lelystad Zuid werd wel gebouwd, omdat er werd verwacht dat vast nog wel behoefte kwam aan een nieuwe woonwijk in de polder ten zuiden van Lelystad. De ruwbouw van het station werd in 1988 opgeleverd.

De locatie van het station (blauwe stip) te midden van de weilanden onder Lelystad. © Denis Guzzo

De gehoopte stadsuitbreiding kwam er uiteindelijk toch niet en het betonnen skelet van het nooit afgebouwde station ligt tegenwoordig verlaten tussen de weilanden. Ongemerkt flits je eroverheen als je in de trein zit van Almere naar Lelystad. Toen ik het bezocht was ik verbaasd dat de enige barrière om op het perron te kunnen komen een niet bijster goed functionerend hek was. Momenteel wordt er alsnog een woonwijk gebouwd ten zuiden van Lelystad, maar het in coma verkerende station zal in ieder geval niet vóór 2025 in gebruik worden genomen. 

De Italiaanse fotograaf Denis Guzzo kon wel iets met de plek. Hij legde het fantoomstation ’s nachts vast om de onwerkelijke onheilspellendheid ervan te vangen. Met zware studioflitser belichtte hij het gebouw veelvuldig terwijl hij het met een lange sluitertijd fotografeerde. De titel van het project is Never So Bright en als ik hem vraag dit uit te leggen antwoordt hij dat de brightness slaat op “de hoop, dat het achtergelaten station ooit nog de functie krijgt waarvoor het is bedoeld. Ik heb het station gefotografeerd als een object dat de twilight zone indrijft. Het is een beeldverkenning van een overgangsfase: het gebouw bevindt zich in een limbo tussen iets en niets.”

Inmiddels heeft Lelystad een passende slogan aangenomen voor een stad die minder vol is geworden dan voorzien: “Lelystad geeft lucht”. Of het station ooit nog in gebruik zal worden genomen zal moeten blijken. Tot die tijd blijft het in elk geval een fascinerende en zeldzame ruimtelijke snipper in een land dat doorgaans voor elke vierkante centimeter een plan heeft.

Never so bright II. © Denis Guzzo

2001: a polder odyssey. © Denis Guzzo

Stair to nowhere. © Denis Guzzo

Untitled. © Denis Guzzo

Untitled. © Denis Guzzo

Untitled. © Denis Guzzo

2011. © Denis Guzzo

Mark Minkjan is hoofdredacteur van Failed Architecture en schrijft de komende weken voor The Creators Project over het falen en slagen van moderne architectuur. 

Meer foto-essays over architectuur:

De ongewilde schoonheid van Chinese Spooksteden

Hoe de nieuwste wolkenkrabbers Londen langzaam verpesten

De heerlijke kneuterigheid van zelfbouw in Nederland

De ruïnes van de Europese eenwording

Doodgeboren gebouwen als slachtoffers van de financiële crisis