De Franse erotica-historicus Alexandre Dupouy heeft een nieuw boek uitgebracht, ‘Capitale du plaisir: Paris entre deux-guerres’ (‘Hoofdstad van plezier: Parijs in het interbellum’). Dit is een vertaald hoofdstuk uit dit werk, dat gaat over het gouden tijdperk van Parijse bordelen.
Tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog zorgde een seksueel beladen sfeer ervoor dat de seksindustrie volledig opbloeide. Het ‘gouden tijdperk van de bordelen’ brak aan, waarin vrouwenemancipatie en prostitutie hand in hand gingen. De Parijse seksindustrie werd in het interbellum gedomineerd door twee ambitieuze vrouwen, Marthe Marguerite en Camille Fernance ‘Dinah’ Alfrédine, die lijnrecht tegenover de uitbuiting van vrouwen door mannen stonden.
Videos by VICE
Camille begint op haar twintigste bij het luxe bordeel Le Chabanais te werken. De deuren van dit bordeel openden in 1877, maar de hoogtijdagen zijn op dat moment wel voorbij. De bourgeoisie die er ooit kwam vindt het niet aantrekkelijk meer, en mensen willen vooralsnog geen geld uitgeven aan de wat luxere bordelen. Onder deze omstandigheden neemt Camille het Palais de Cristal op de Rue Taitbout over waarbij ze geholpen wordt door haar geliefde Marcel Jamet, ook wel bekend als ‘Fraisette’. Ze vernoemt de plek naar haar eigen bijnaam: Dinah.
Dit kleine ‘familiehuis’ overstijgt al snel zijn eigen ambities. In 1927 kopen Dinah en Marcel het gebouw dat de One-Two-Two zal gaan heten, omdat het op nummer 112 van de Rue de Provence zit en het zo wat internationaler klinkt. Dinah noemt zichzelf voortaan Doriane. Het huis is stijlvol en sluit zich aan bij de kring van ‘grote Parijse huizen’. In 1931 gebeurt er nog iets revolutionairs voor het Parijse nachtleven: op de Boulevard Edgar-Quinet, midden in Montparnasse, opent ook het bordeel Le Sphinx zijn deuren.
Le Sphinx is eigenlijk niet écht een bordeel; eerder een bar waar de Parijse elite graag komt. De vrouwen kunnen er weggaan wanneer ze willen en zijn niet gedwongen om ‘even naar boven’ te gaan met klanten. In tegenstelling tot de meeste van dit soort plekken, zijn hier zowel wettelijke als onwettige stellen samen welkom. Het is een plek die wat trots op zichzelf lijkt te zijn, een etalage voor het verlorene en het luxueuze.
Le Sphinx is het idee van Marthe ‘Martoune’ Marguerite en Georges Lemestre. Zij wilde ontsnappen van haar oninspirerende baan als verkoper. Hij, haar ietwat stoere maar liefdevolle man, beschermt en steunt haar en probeert haar ervan te overtuigen dat het geluk iedereen toe kan lachen, zolang je maar durft. Ze besluiten om samen de wereld te ontdekken en rond te reizen.
Eenmaal terug van de Verenigde Staten, heeft Martoune slechts één doel: haar eigen bordeel oprichten. En niet zomaar een bordeel. Ze droomt van een oase waar ze eindeloos feesten kan geven, waar de champagne vloeit, jazz klinkt en vrijgeestige en bloedmooie vrouwen rondlopen. Een stijlvol huis, dat ver afstaat van de traditionele Franse bordelen.
Voor de locatie heeft Martoune een slim idee. Ze koopt geen ouderwetse, schimmige plek, maar een compleet nieuw gebouw dat vlak naast het treinstation van Montparnasse staat, een trendy buurt met internationale allure: de wijk van de kunstenaars en het nachtleven. Le Sphinx opent in de lente van 1931, en er wordt gefeest tot in de vroege uurtjes.
Aangezien Le Sphinx niet echt een bordeel is, wordt het bezocht door wereldberoemde politici, filmmakers, muzikanten en kunstenaars, onder wie Clark Gable, Errol Flynn en Cary Grant. Martoune voelt zich ook thuis in Montparnasse, en is een actief lid van de gemeenschap. En die kunstenaars zijn alleen maar goed voor haar reputatie.
Bij de One-Two-Two hebben ze ondertussen door dat ze er een succesvolle concurrent bij hebben. Ze realiseren zich dat ze iets moeten doen om de wereld van de celebrity’s naar zich toe te trekken: hun gewoonten veranderen, van locatie wisselen, of op z’n minst renoveren. Ze beginnen met wat grote bouwprojecten, en in 1935 heeft het familiebedrijf inmiddels weinig reden meer om jaloers te zijn op Le Sphinx. Hun gebouwen zijn nog hoger, en ze huren getalenteerde schilders en ontwerpers in voor het interieur.
Daardoor heeft One-Two-Two nu ook een bar, een rookruimte, meerdere salons (de Miami-lounge, de Musketier-lounge, de Japanese lounge en de Esdoorn-lounge, met meubilair van mahoniehout), een restaurant genaamd ‘Le Bœuf à la ficelle’ (‘vlees aan een touwtje’) en ongeveer twintig kamers met verschillende thema’s: van het Spiegelpaleis en de Martelkamer tot de Egyptische, Romeinse en Griekse kamers. De vrouwen worden uitgezocht op basis van hun schoonheid. Ze hebben een dag per week vrij en toegang tot een kapper, pedicure, manicure, wasserette en twaalf douches. Met Doriane aan de rechteroever van de Seine en Martoune aan de linker, draait de Parijse plezierfabriek op volle toeren.
Aan het eind van de jaren dertig belandt Marcel in een midlifecrisis, en begint hij een verhouding met madame Fabienne. Doriane ontmoet ook een ander en verlaat One-Two-Two. Terwijl Frankrijk door Duitsland wordt bezet, trouwt Marcel met Fabienne, in een orgie van champagne. Maar vlak nadat de oorlog is afgelopen in 1946, is het verhaal van het stel afgelopen, omdat bordelen verboden worden in Frankrijk. De Marthe Richard-wet betekent het einde van een tolerante periode tegenover sekswerkers. Het feest is voorbij.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk bij VICE FR.