Het leven in de wachtrij voor een psychische behandeling

Illustratie

Toen ik na een lange periode van depressie en andere problemen begin 2015 werd opgenomen in het ziekenhuis vanwege een zelfmoordpoging, kreeg ik pas na een flinke tijd serieuze hulpverlening. Van het ziekenhuis uit was geen hulp. In eerste instantie werd ik, verward en in mijn verscheurde pyjama die onder de kots en het bloed zat naar huis gestuurd. Toen mijn moeder zei dat ik zo niet naar huis kon, verzamelde een verpleegkundige wat kleding en werd ik in de auto naar huis gebracht door de ouders van mijn ex.

Uiteindelijk duurde het een half jaar voor ik in behandeling kwam bij mijn huidige psychotherapeut-psychiater. Hoewel er zo nu en dan een psychiatrisch verpleegkundige langskwam, voelde de tussentijd als een soort vagevuur. Ik probeerde koortsachtig een normaal leven aan te houden, en schreef, wandelde, sportte, forceerde een ritme en bedacht wat ik hierna met mijn leven moest doen. Er waren dagen dat ik ‘s nachts met zelfmoordplannen door de stad dwaalde, maar ik vond mezelf uiteindelijk dan toch een slappe zak als ik er een eind aan zou maken. Er was inmiddels een reden dat ik die eerdere poging had overleefd en iemand had gebeld, zo redeneerde ik, en ik kon het niet maken om nu zelfmoord te plegen tegenover de mensen die tegen me zeiden dat ze van me hielden. Zelf kon ik dat op dat moment niet voelen. Gelukkig ving mijn halfbroer me op en hielp hij me door de moeilijke periode heen. Maar tot ik hulp kreeg, kwam in die tijd alles stil te staan, zelfs toen ik na een aantal maanden weer een paar dagen per week ging werken.

Veel jongeren hebben tijdens hun crises door psychische problemen geen familie of vrienden waarbij ze terecht kunnen, door schaamte of sociaal isolement. Als ze om hulp vragen binnen de GGZ, zijn er vaak ontzettend lange wachttijden voor behandeling voor een psychische stoornis. Die lange wachttijden komen door een combinatie van factoren: bij complexe problematiek waarbij langdurige behandeling nodig is, is soms niet duidelijk wie de psychische zorg moet financieren. Daardoor ontstaat vaak een onnodig lang bureaucratisch proces, waarin een patiënt vaak van het kastje naar de muur wordt gestuurd.

Afgelopen zomer zijn er door oud-minister Schippers afspraken gemaakt met verschillende GGZ-partijen om de wachttijden op behandeling voor psychische klachten binnen de zogenaamde Treeknormen te krijgen: dat zijn maximaal aanvaardbare wachtnormen binnen de geestelijke gezondheidszorg. En dat is hard nodig, want naarmate men langer wacht kan de problematiek verergeren, en kan iemand het gevoel hebben dat het leven een lijdensweg is of stilstaat. Er zijn gevallen waarbij de hulp te laat komt, en een wachtende zelfmoord heeft gepleegd of een poging daartoe doet.

Ik vroeg drie jonge mensen hoe ze omgaan met hun leven in de wachttijd voor een psychische behandeling. Ik ben zelf huiverig hierover te vertellen in de media, aan kennissen en werkgevers. Ik bang ben bestempeld te worden als het meisje met die psychische stoornis, in plaats van kennis, vriendin, schrijver of boekverkoper. Dat is ook zo bij twee van de jongeren hieronder, vandaar dat hun namen gefingeerd zijn.

Luke, 27, Arnhem
Chronische depressiviteit en borderline
Wacht sinds september op een intake

Mijn klachten begonnen in mijn kindertijd, maar toen was ik er niet zo van bewust. Op de middelbare school merkte een lerares op dat ik vaak afwezig en verdrietig overkwam, en concentreren moeilijk was. Met de jaren verergerden de klachten.

Ik vind het moeilijk een ritme aan te houden in mijn leven. Of het nu om slapen gaat, om mijn huishouden of werk. Tijdens slechte periodes voel ik me erg depressief en angstig, dan durf ik niet naar buiten te gaan. Op de slechtste dagen lig ik in bed en hoop ik dat de dag zo snel mogelijk over is; wanneer het iets beter gaat kijk ik series, lees ik wat of luister naar muziek.

Videos by VICE

“Ik ben emotioneel gevoelig en heb moeite met verandering.”

Ik voel me vaak zo slecht dat ik niet om hulp durf te vragen aan vrienden of familie, het komt weleens voor dat ik me weken- of maandenlang isoleer.

Afgelopen september was ik het zat, en heb ik me op eigen initiatief ingeschreven bij een GGZ-instelling. Daar sta ik op een wachtlijst voor een VERS-training, waarin je leert wat jij en je naasten kunnen doen om beter met emoties om te gaan. Er staat nog geen datum vast wanneer ik kan beginnen. Ik spreek elke twee weken met een psycholoog, bij wie ik wel mijn ei kwijt kan, maar dat is niet genoeg om mijn problemen aan te pakken of mijn klachten te verlichten.

Ik raak er gefrustreerd en moedeloos van dat ik nog niet weet wanneer ik met de behandeling kan beginnen, wat ik regelmatig afreageer door destructief gedrag naar mezelf en mijn omgeving. Dat uit zich vooral in het afstoten en op afstand houden van mensen die ik liefheb. Ik kan heel gemeen doen, maar zonder me vooral af. Dan negeer ik telefoontjes en berichten. Sommige vrienden worden er moedeloos van en geven het op om nog contact te zoeken, waardoor het isolement nog groter wordt.

Ik zie in dat ik dit niet alleen kan oplossen en wil graag actief aan de slag om mijn levenskwaliteit te verbeteren. Ik sta al zo lang stil, dat ik me soms niet meer kan voorstellen hoe mijn leven daarvoor was. Uiteindelijk is mijn doel om weer het werk doen wat ik vijf jaar geleden deed, voor ik instortte. Ik werkte met mensen met een verstandelijke beperking, en hielp ze bij de dingen waar ze moeite mee hadden. Dat ik nu zelf hulp nodig heb, komt soms erg rauw en hard binnen. Ik wil de controle over mijn leven terug.

Andrea*, 20, Amsterdam
Borderline persoonlijkheidsstoornis
Heeft anderhalf jaar gewacht op behandeling, krijgt sinds enkele weken therapie

In 2016 kwam ik erachter dat ik borderline heb. Ik hield altijd een masker op naar de buitenwereld, en dat lukte aardig, tot ik na lange tijd weer een relatie kreeg. Toen durfde ik weer mezelf te zijn. Ik raakte tijdens die relatie in een depressie en deed een zelfmoordpoging. Via de decaan op school kwam ik terecht bij de crisisdienst, zij stelden vast dat ik de persoonlijkheidsstoornis borderline heb.

Ze verwezen me door naar het Nederlands Psychologisch Instituut, waar ik in eerste instantie na een half jaar een behandeling zou krijgen, maar die wachttijd werd steeds langer. Uiteindelijk heb ik anderhalf jaar gewacht en in de tussentijd moest ik zelf op zoek naar professionele hulp.

Ik werd in die tijd doorverwezen naar een jongerenpraatgroep, maar dat zette weinig zoden aan de dijk. Ik ben zelfs een keer lachend weggelopen omdat het anderhalf uur lang ging over een medicijn dat ik zelf helemaal niet krijg. Ook gaven ze informatie die je in elk standaardfoldertje kan lezen.

Ondertussen stond alles on hold, en kreeg ik verder geen begeleiding. Ik probeerde mijn emoties te verdoven met drugs en uitgaan. Ik had veel last van stemmingswisselingen, soms veranderde mijn stemming wel tien keer op een dag. Het ene moment moest ik huilen, het andere moment was ik razend. Dat brak me echt op en maakte het lastig om te functioneren op werk, school en in sociale contacten. Ik had geen concentratie en reageerde mijn buien af op de mensen die het dichtst bij me stonden.

Toen het net uit was met mijn vriendin kwam ik haar een keer tegen tijdens het uitgaan. Ik kreeg een waas voor mijn ogen en ben toen helemaal geflipt. Mijn vrienden moesten me tegenhouden, anders had ik haar wat aangedaan. Ik heb haar daarna uitgebreid mijn excuses aangeboden en heb ik een andere instelling benaderd in de hoop dat ze me daar sneller konden helpen, omdat mijn leven op die manier niet vol te houden was.

Als tegemoetkoming van de instelling waar ik eerder mee in contact was, het NPI, kwam ik in behandeling bij een sociotherapeut die maar bleef doorhameren dat ze een luisterend oor bood en geen psychotherapie gaf. Dan kan je net zo goed naar een vriend gaan.

Ik ben blij dat ik na al die tijd nu eindelijk in behandeling ben, ik heb weer zin in de toekomst.

Anne*, 26, Den Haag
Terugkerende depressies, angststoornis en mogelijk bipolaire stoornis type 2
Staat sinds negen maanden op een wachtlijst

Al vanaf jongs af aan ben ik in behandeling geweest bij jeugdzorg en verschillende instellingen, omdat ik een lastige thuissituatie had. Mijn vader sloeg mijn moeder en ze hadden vaak knallende ruzies. Ik was nog erg jong toen ze uit elkaar gingen. Eerlijk gezegd kan ik me weinig van mijn vroege jeugd herinneren, ik denk dat ik dat verdrongen heb.

Ik weet nog wel dat mijn moeder aan het begin van mijn puberteit langdurig depressief was, en ik daardoor weinig aandacht kreeg. Ik zocht de grenzen op en maakte ruzie met haar, ze kon me steeds minder in het gareel houden. Op mijn veertiende werd ik in jeugdinternaat geplaatst. Op veel manieren deed dat meer kwaad dan goed. Ik begon met blowen, drinken en feesten. Toen ik zestien werd ging ik daar weg en kreeg ik een huis voor mezelf.

Toen zijn de problemen begonnen waar ik nu ook mee kamp: ik was vaak neerslachtig, had last van verlatingsangst en moeite met relaties in het algemeen. Tegenwoordig heb ik regelmatig depressieve periodes met suïcidale gedachten, en ben ik bang voor sociale situaties.

“Ik heb het idee dat men een stijgende lijn verwacht, terwijl die er in de realiteit vaak niet is.”

Ik klopte na aanhoudende zelfmoordgedachten en depressie aan bij PsyQ, een nationale ggz-instelling. Tijdens de intake zeiden ze al dat de wachttijd lang was. Wat ze me wel konden bieden was een tijdelijke plek bij de crisisdienst, een gesloten afdeling voor mensen met acute psychiatrische problematiek. Ik was daar al eens eerder opgenomen en kwam toen terecht op een klein, grauw kamertje, tussen mensen die er heel heftig aan toe waren. Ik mocht toen alleen in het weekend vrienden en familie zien, terwijl ik op dat moment juist heel veel behoefte had aan contact.

Ik heb dus gezegd dat dat niet nodig was: behalve dat het zo’n nare plek is, zou ik in geval van een opname daar ook niet kunnen rondkomen. Ik was er vaker geweest voor een intake, maar ik heb het idee dat de partijen binnen PsyQ onderling niet goed met elkaar communiceren. Zo had ik me aangemeld voor depressie en werd gebeld door de afdeling ADHD, waarschijnlijk omdat ik ooit met ADD ben gediagnosticeerd. Dat terwijl ik duidelijk had aangegeven dat ik het meest last heb van terugkerende depressies en persoonlijkheidsproblematiek. Mijn huidige vrijgevestigde psycholoog heeft met hen contact opgenomen en het nog een keer uitgelegd, waarop zij antwoordden dat ik toch echt eerst in behandeling moest voor ADD, “vanwege het reglement”.

Ik heb me in mei 2017 aangemeld en kreeg in augustus een intake met een hulpverlener van de afdeling depressie. Zij vertelde me dat het ongeveer twee maanden zou duren voor ik kon beginnen met de behandeling. Toen ik in december nog steeds niks had gehoord, belde ik ze. Dit keer zeiden ze dat het nog 2,5 maand zou duren voor ik er terecht kon. In de tussentijd verslechterde mijn situatie, en stuurde ik mijn contactpersoon bij PsyQ een bericht.

Ik kreeg te horen dat ze was vertrokken, en ze konden me niks vertellen over wanneer ik nou eindelijk zou kunnen starten.

In de tussentijd heb ik het gevoel dat ik stil sta: op sombere dagen lig ik alleen maar in bed en zou ik er liever een einde aan maken. Ik heb ondertussen behoorlijk wat baantjes versleten, omdat ik het soms niet kan opbrengen mijn bed uit te komen. Zelfs de meest simpele taken kosten al te veel moeite. Mijn vrienden spreek ik soms heel veel, en dan weer een tijd niet. Ik vind het moeilijk om contact te onderhouden, terwijl het me juist erg goed zou doen. Maar omdat ik al zo lang depressief ben, schaam ik me soms om contact met hen op te nemen. Vertellen dat je een depressie hebt, brengt ook verantwoordelijkheden met zich mee – ik voel me belastend. Daarnaast moet je mensen dan up to date houden hoe het met je gaat, en ik heb het idee dat men een stijgende lijn verwacht, terwijl die er in de realiteit vaak niet is. Soms ben ik heel vrolijk en onderneem ik van alles, op die goede dagen kan ik me dan gek genoeg niet voorstellen dat ik me vaak zo kut voel.

Ik zie af en toe een psycholoog voor mijn sociale angsten, dat voelt echter meer als symptoombestrijding dan dat de kern van het probleem wordt aangepakt. Ze raadde me aan moeilijke situaties en mensen die me triggeren te vermijden. Als ik in groepssituaties drugs en drank gebruik, kan ik behoorlijk wat drama veroorzaken. De volgende dag kan ik me dan niks meer herinneren van de ruzies met vrienden en kennissen of wat ik gedaan heb, en schaam ik me heel erg. Drank en drugs zorgen echter ook voor verlichting; het is een van de enige manieren waardoor ik aan mijn problemen kan ontsnappen.

Ik wacht nu op een uitgebreidere intake bij PsyQ waardoor hopelijk mijn diagnose helder wordt, zodat ik daarvoor behandeling kan krijgen en niet langer het gevoel heb stil te staan. Dat doe ik naar mijn idee al jaren. Ik zou het zo fijn vinden mensen weer te vertrouwen, een relatie te krijgen en op zoek te gaan naar een baan en opleiding die bij me past. Knopen doorhakken lukt nu niet.

* Om privacyredenen wensen twee van de drie geïnterviewden anoniem te blijven. Hun namen zijn bekend bij de redactie.



Als jij of iemand uit je omgeving worstelt met een depressie, angst of andere psychische problemen, neem contact op met MIND Korrelatie voor informatie of om te chatten of te appen met een medewerker.

Denk jij aan zelfdoding? Of ken jij iemand die aan zelfdoding denkt? Neem contact op met 113 Online of bel 0900-0113.