Het leven van een kluizenaar kan soms flink roerig zijn

Het kleine Oostenrijkse dorpje Saalfelden, in de provincie Salzburg, begon afgelopen maart met een zoektocht naar een nieuwe kluizenaar, die mocht gaan leven in een van laatste kluizenaarsverblijven van Centraal-Europa. Het verblijf is gebouwd in een rotswand, meer dan duizend meter boven het dorp.

Volgens de functieomschrijving moeten sollicitanten “een diepe connectie met het christelijk geloof” hebben, en verlangen naar een leven zonder verwarming, stromend water, elektriciteit en internet. De baan is onbetaald, dus de kluizenaar moet bovendien zelfvoorzienend zijn.

Videos by VICE

Alle foto’s door Paul Donnerbauer

Het selectieproces duurde enkele weken. Uiteindelijk versloeg de Belgische Stan Vanuytrecht, van 58, de meer dan 50 kandidaten van over de hele wereld. Hij werd uitgekozen als degene die het nalatenschap van het 350 jaar oude kluizenaarshutje mag voortzetten.

Ondanks meerdere, mislukte pogingen om Stan te contacten – want ja, hij is tenslotte een kluizenaar – wilde ik uitzoeken hoe het kan dat er zoveel mensen zijn die naar een totaal eenzaam en geïsoleerd leven verlangen. Daarom besloot ik om de tocht naar de hut zelf te maken.

Om er te komen, reisde ik eerst naar Salzburg en vervolgens tachtig kilometer naar het zuiden. Langs de Saalach-rivier begon ik mijn beklimming naar het kluizenaarsverblijf van het kleine dorpje Bachwinkl; een moeilijke klim, vooral door alle sneeuw die er lag.

Het pad loopt langs het Lichtenberg-kasteel, gebouwd in 1130, en in die tijd bewoond door roofridders. Het staat recht onder het 17e eeuwse kluizenaarshuje en fungeert nu als de laatste stop voor toeristen die de tocht naar het kluizenaarshutje maken. Onder een kleine dug-out kun je donaties achterlaten voor de huidige kluizenaar.

Langs de weg die volgt staan kleine, houten bordjes en gedenktekens, waarop het belang van het gebied als een plek van bedevaart wordt benadrukt. Ook staat er een houten hutje langs het pad met ‘begrafenisplanken’ aan de buitenmuur gespijkerd – een typische, oude gewoonte uit de Alpen om de doden te eren.

Hier ontdekte ik dat kluizenaars niet altijd hun leven in totale stilte en eenzaamheid leiden. Karl Kurz, die in 1967 in het kluizenaarshutje ging wonen, had een behoorlijk sprankelende tijd daar – en wat er in het hutje gebeurde leidde uiteindelijk tot zijn dood.

Franz Wieneroiter, (zelf ook een kluizenaar) schreef over Karl Kurz in zijn kronieken. Hij beschreef hoe in de nacht van zondag 27 september 1970 Kurz zat te bidden in zijn woonkamer, toen er ineens pistoolschoten klonken. “Een onbekend persoon schoot acht keer op de ingang van het huisje… de kogels doorboorden het hout van de deur en sloegen in het interieur van de hut. Zelfs de ramen aan diggelen geschoten,” aldus Franz Wieneroiter.

Kurz raakte niet gewond, maar raakte wel in shock, waar hij nooit volledig van herstelde. De patrouille die werd gestuurd om de zaak te onderzoeken heeft de dader nooit gevonden. Wel vonden ze een briefje op het raam met daarop de woorden: “Slechts een waarschuwing. De volgende keer is het te laat.”

De dagen en weken daarop bleven er dreigementen binnenstromen bij de politie en het parochiekantoor. Een bericht, geschreven op een ansichtkaart, beloofde “twee kogels in allebei zijn knieën”. Vanaf dat moment raakte Kurz “erg bezorgd, en reageerde hij nergens meer op”, volgens Wieneroiter.

In de loop van het onderzoek, waarbij Kurz tegenstrijdige verklaringen bleef afleggen, begon de politie te vermoeden dat hij de poging tot moord zelf had opgezet, met de bedoeling om daarmee zijn populariteit onder inwoners en bezoekers te verhogen. Een van de argumenten die werden gegeven als bewijs van het feit dat Kurz een aandachtszoeker was, was dat hij had meegespeeld in de televisieserie What Am I? – kort voor de schietpartij. Zijn verschijning in die serie leidde tot een golf van bezoekers aan zijn kluizenaarshut. Kurtz bekende uiteindelijk dat hij de schoten zelf had gelost. Een paar dagen later pleegde hij zelfmoord, door van een rijdende trein af te springen.

Ondanks zijn bekentenis en zijn dood, bleef de politie dreigende brieven ontvangen. Een brief suggereerde dat Karl Kurz erin was geluisd en de schietpartij helemaal niet vooropgezet was. De schrijver van de brief legde bovendien acht kogelhulzen bij het kapelletje van de kluizenaarshut, om te laten zien dat het hem nog steeds menens was.

Via een ander strafrechtelijk onderzoekje, kwam de politie per toeval terecht bij een man vlakbij het dorpje Maishofen, zo’n tien kilometer van Saalfelden vandaan. De verdachte had zich ook ooit aangemeld voor het kluizenaarschap, maar was afgewezen vanwege zijn criminele verleden. Zijn handschrift werd vergeleken met het handschrift van de dreigbrieven, en toen viel alles op zijn plek. De brieven kwamen van deze man uit Maishofen, die later alles bekende.

Hopelijk verloopt het kluizenaarsleven van Stan Vanuyrecht een stuk rustiger. Hoewel ik hem dus niet de hand heb kunnen schudden, wens ik hem het allerbeste toe. Hopelijk zijn de berggoden en bosgeesten van Salzburg de Belg wat beter gezind.