Isabella Rozendaal volgt jagers over de hele wereld van het jachtveld naar de eettafel. Ze fotografeert deze gewapende mannen en vrouwen voor haar project Isabella Hunts, en tegenwoordig ook voor MUNCHIES. Dit is deel twee van haar jacht in Duitsland.
We scheuren terug naar de boerderij. Sjoerd heeft net een berichtje gehad van één van de andere jagers, die een paar velden verderop in de hoogzit zat. “Dit moet een grap zijn,” zegt Sjoerd — volgens de sms is Franz Joseph neergeschoten. Een jacht volbrengen binnen een kwartier komt zelden voor, we kunnen haast niet geloven dat het óns net is gebeurd. Maar als we langs de hoogzit rijden zien we dat de auto van de jager weg is. Waarom zou hij zo snel al weg zijn gegaan als hij niks geschoten heeft? En wie is die Franz Joseph? Terug bij de boerderij zijn alle jagers verzameld in de slachtruimte rond een kolossaal lichaam dat aan de achterpoten opgehesen is. Nek en hoofd liggen levenloos op de grond en een gigantisch gewei prijkt de ruimte in. Vandaag was Franz Josephs laatste dag.
Videos by VICE

Foto door Max Muller
waidmannsheil
Franz Joseph, een majestueus oud hert, sleet zijn leven in een hertenpark in de buurt. Als jonge bok nam hij al snel de leiding over de kudde en werd hij prompt vernoemd naar de Oostenrijkse keizer. Na een lang, voorspoedig leven is hij op een of andere manier aan de omheining ontsnapt. Omdat hij geen angst voor mensen kende was hij een gevaar op de weg, dus hadden de lokale autoriteiten de jagers in het gebied opgeroepen hem te schieten.
Franz Josephs lichaam vult de ruimte als een paard in een woonkamer. Onze wereld is niet op zijn schaal: zijn reusachtige gestalte maakt hem mythisch. Vol ontzag hou ik mijn adem in. Ik heb me nooit geïdentificeerd met jagers die hun eigenwaarde afmeten aan het formaat van hun prooi, maar ik moet toegeven dat het een heel andere lading geeft aan de gedachte dat ik hem zal ontweiden.
In mijn hoofd doorloop ik de stappen die we namen om eerder vandaag die reebok te slachten, en dit is in feite dezelfde procedure. Maar als iemand me een mes overhandigt besef ik me maar al te goed dat ik eerst de penis zal moeten verwijderen die de toegang tot zijn buik blokkeert als ik zijn organen wil verwijderen.
In principe is Franz Joseph van binnen niet anders dan een muis, maar door zijn kolossale formaat voelt het alsof ik naar een uitvergroting kijk waar ik geen afstand van kan nemen: ik kan met geen mogelijkheid ontkennen waar ik mee bezig ben. Een zaal vol jagers kijkt over mijn schouders mee. Er zit niks anders op: ik adem in, adem uit, en grijp hem vast.
Door zijn vacht is het lastig om zijn exacte fallische omtrek te ontwaren, maar als ik mijn hand om hem heen sluit, worden mijn ogen groot van schrik: het voelt alsof ik een erecte menselijke penis met een ruwe vacht in mijn hand heb.
Zijn omtrek is precies die van een gemiddelde man, en ik weet niet of ik moet overgeven, blozen of in lachen moet uitbarsten. Ik kan nu niet meer terug, dus ik til de schacht op, snij door de huid, en schuif mijn mes eronder. Ik heb hem nu vast als het handvat van een tas. Ik schuif het mes verder, en verder, en verder naar beneden — ik begin me geïntimideerd te voelen. Halverwege de ronding van zijn buik bereik ik het eind en snij door de huid.
De penis hangt nu aan zijn lichaam als dat van een man. Ik wil er niet te lang bij stilstaan wat hier gebeurt, dus ik grijp hem stevig vast en snij hem af, zo dicht mogelijk bij de buik. Ik wil het daadkrachtig doen, in één ferme slag, maar het vlees weerstaat het botte mes en ik moet hakken om er doorheen te komen. Met elke slag van het mes voel ik de mannen om me heen hun adem inzuigen.
Eenmaal los van zijn lichaam, lijkt de hertenpenis zijn mythische kracht verloren te hebben. Hij lijkt kleiner: slap en onbeduidend. Ik leg hem opzij en ga door met mijn werk. Vanaf dit punt is Franz Joseph een karkas als elk ander. Er komt verrassend weinig bloed bij kijken. De organen zijn keurig in bindweefsel verpakt en laten zich eenvoudig scheiden door kleine incisie op de juiste plaats. Als je weet hoe je mes zich moet bewegen, ontvouwen de onderdelen van een lichaam zich met de elegantie van origami. Het is huiveringwekkend om te zien hoe simpel en delicaat onze constructie is.
Omdat hij zo groot is neemt de operatie nogal wat tijd in beslag. Bij zijn borst aangekomen zijn mijn handen koud en stijf, en ben ik er klaar mee: er wacht een koud biertje bij een warme kachel waar ik nu wel aan toe ben. In mijn haast haal ik mijn vinger open. Mijn bloed vloeit in zijn vlees. Ik heb me gesneden aan het mes dat ik dacht dat zo bot was, en ik heb het niet eens gevoeld. Franz Jozef is — tegen wil en dank — mijn bloedbroeder geworden.
Het ontweide karkas wordt opgetakeld en gewogen: 133 kilo schoon. Een stomende emmer ingewanden staat ernaast. De jagers verzamelen zich er omheen en Jaap, de jachtmeester, begint zijn speech. Het is in Duitsland traditie om de jacht af te sluiten met een aantal rituelen. De dieren worden geëerd in de volgorde waarin ze geschoten zijn, en Jaap adresseert hun jagers één voor één. Hij bespreekt hoe de jacht is verlopen, complimenteert ze als ze vaardigheid toonden, en spreekt als een strenge schoolmeester als ze nalatig zijn geweest. Na deze beoordeling overhandigt hij ze een kleine dennentak, die ze plechtig onder hun hoed plaatsen als een symbool van hun succes, en schudt ze de hand met een warm “”, waarop de jager antwoordt, “waidmannsdank“. De oorsprong van deze traditie is niet makkelijk te traceren, maar het wordt in heel Duitsland zo gedaan, en in landen naar het (zuid)oosten kennen ze allemaal een variatie hierop. Het is bedoeld als een moment om te reflecteren op de dood van deze dieren, en, hoe tegenstrijdig het ook mag klinken, om ze te eren. Vaak voorafgegaan door een paar rondjes Jägermeister kan het een emotioneel moment zijn — zeker als de honden meehuilen.
Nederlandse jagers houden zich ook aan deze tradities, vooral als ze Duitsland bezoeken. Nederlandse jagers identificeren zich meer met de Duitse stijl van jagen dan de Franse: de Duitsers worden gezien als meer ethische jagers, en hun bossen zijn vol wild en dicht bij huis. Nederland is zo dichtbevolkt dat grofwild zich voornamelijk ophoudt in een handvol natuurreservaten. Je kan hier prima vogels bejagen, en er is aardig wat reewild, maar voor grofwild (edelherten, zwijnen en andere grote zoogdieren) reizen de Nederlanders vooral naar het oosten.
waidmannsheil



Ondanks al mijn gepraat over geslachtsdelen en lichaamssappen was niets aan deze ervaring seksueel. Maar het was visceraal en dierlijk, en het maakte iets in me wakker dat onder kantooruren diep in slaap is. Vlees eten betekent dat je iets aangaat met een ander lichaam, en ik geloof dat het voor elke carnivoor zin heeft om dat te leren.
Meer
van VICE
-
Roc Canals/Getty Images -
Zmeel/Getty Images -
Glow Images/Getty Images -
Klaus Vedfelt/Getty Images