Deze week kon je in Eindhoven de nieuwste trends op het gebied van design en innovatie bekijken tijdens de Dutch Design Week. Een evenement dat jaarlijks bijna driehonderdduizend bezoekers trekt is een flink podium voor onder andere net afgestudeerde studenten van de Design Academy. Eindhovenaren Brendan Vos en Bas Berends organiseren tijdens de designweek DayDayGay en willen dat podium aan kunstenaars bieden die niet zo “statisch en braafjes” zijn. Dankzij DayDayGay kan er niet alleen negen dagen lang gekeken worden naar design en innovatie, maar ook naar pikken en kutten. Ze vinden het tijd dat homoseksualiteit in zijn volle glorie een plekje krijgt op de Dutch Design Week en willen “zaken als dildo’s, kontneuken, genderfuck, dragqueens en ‘er in het algemeen niet bijhoren’, zichtbaar en toegankelijk maken”. Ze maken korte metten met “het hoge huishoudbeurs-gehalte” met evenementen als een queer-bingo, een dragqueen voorleesmiddag, een ‘tupperware-party’ en films en exposities over LHBTQIA.
Ik ging afgelopen week naar de Design Week en sprak organisator Brendan over zijn project, en over hoe het er eigenlijk in het algemeen voor staat met de gayscene in Eindhoven.
Videos by VICE
Een grote, rode opblaaspik wijst me de weg naar het Glaspaviljoen op Strijp-S, waar DayDayGay deze week plaatsvindt. De mini-loods is versierd met pikken, kutten, tieten, glitters en paspoppen met bananen in hun onderbroek. Terwijl we aan een fles Mannenliefde lurken, vertelt Brendan me over de gedachte achter het evenement. “Ik heb al drie jaar een Dutch Design Week-bandje, maar ik heb nog nooit alle populaire locaties bezocht. Ik word zo moe van dat brave gedoe. Kom op, een dildo wordt ook ontworpen.”
“Toen Bas me vroeg om samen iets te organiseren, had ik een voorwaarde: het moest nichterig worden. De enige manier waarop ik tegen de gevestigde orde in kan gaan, is door te relnichten. Dat doe ik toch al mijn hele leven. We willen wat heftigers. Meer pik. Want dat zien we te weinig.”
Het valt me op dat de mini-loods nog een tweede verdieping heeft. Via een trap kun je naar een afgesloten, donkere ruimte. Bas vertelt me dat het er daar wat heftiger aan toe gaat. “We dachten nog: kunnen we dit laten zien? Een kwart van de bezoekers loopt naar boven. Studenten blijven giechelend tegen de muur aan staan en oudere mannen ongemakkelijk weer naar buiten. In het midden staat een bankje met tissues, maar niemand gaat zitten.” Als ik vraag wat er te zien is, krijg ik te horen: “Een film met echte pikken. En sperma.”
“Je gaat wel heel goed zien uit wat voor mensen het DDW-publiek bestaat,” zegt Brendan. Zo heeft hij het bijvoorbeeld over studenten, het echt serieuze publiek en de dagjesmensen, vooral oudere stellen die vaak heel snel weer buiten staan. “Ik heb het gevoel dat het vaak op die manier gaat: als het iemand niet aanspreekt of er is geen mooie foto van te maken, dan lopen ze weer weg.” Als het “huishoudbeurs-gehalte” echt zo hoog is, komen er dan wel mensen op DayDayGay af? “Dat was voor ons ook een verrassing, maar ik ben tot nu toe elke dag positief verrast. Mensen zijn toch nieuwsgierig. Er zijn personen die me vol emotie bedanken, en zeggen: wat fijn dat dit ook onderdeel mag zijn van de Dutch Design Week. De artiesten op DayDayGay hebben hun werk niet voor het DDW-publiek gemaakt, maar gewoon omdat er iets verteld moet worden. We zijn als LHBTQIA’ers zichtbaar op onze eigen voorwaarden.”
Ondertussen stromen er steeds meer mensen binnen. Vanavond presenteren drie artiesten hun werk over gender, seksualiteit en andere kwesties op het gebied van LHBTQIA. Danielle Hooijman maakte een film over vrouwelijkheid en laat het publiek discussiëren over de vraag wanneer iets vrouwelijk of mannelijk is. Marica de Michele presenteert haar productie ‘I Want To Look Like a Woman’, over female masking en latex. Jella van Eck sluit af met een indrukwekkende film over gender en identiteit. Het is laagdrempelig en gezellig op z’n Eindhovens: er liggen kussens op de grond, er hangt een sfeervolle discobal en gastheer Brendan interviewt de kunstenaars terwijl ze op een tafel zitten.
Ik vraag Brendan of de Dutch Design Week wel klaar is voor een evenement als DayDayGay. “Het maakt me niks uit. Homo’s mogen een labrador, een wit hek en een kind adopteren, maar tegelijkertijd wil niemand horen dat homo’s poppers gebruiken en wat spoelen is. Een transgender mag er zijn, maar je zal nooit gezien worden als een echte man of vrouw. We moeten laten zien dat homo’s gewoon Grindr hebben en kontneuken. Je kunt het verstoppen, maar het is er wel gewoon. Zoals een van onze curatoren zei: Raw and open, like our assholes.”
Ik begin een steeds beter idee te krijgen van wat er in de donkere, afgesloten ruimte op de eerste verdieping wordt getoond. Na de drie kunstenaars, krijgt ‘transketeer’ Jonah het podium. Hij neemt plaats naast Brendan, op een grote tafel, laat een film zien over transgender die hij met zijn mede-‘transketeers’ heeft gemaakt, en begint dan aan een dapper en bijzonder optreden. Het publiek mag de transgender jongen letterlijk het hemd van het lijf vragen. Zonder shirt zit hij op een tafel, voor veertig doordringende en nieuwsgierige ogen. Zijn littekens pronken als “battle wounds” op zijn borstkast, zoals hij het zelf noemt. “Je moet als stad een beetje buiten de lijntjes durven te kleuren,” zegt Brendan. Eindhoven heeft nu twee gayclubs, een sauna en er wordt sporadisch een gayfeestje georganiseerd, maar veel meer is er niet te doen. “Dat kraak-sentiment, dat anarchistische sentiment, daar moet plaats voor gemaakt worden. De stad moet dat beseffen. Vroeger had Eindhoven een vette club, waar de dominatrixen gewoon over de dansvloer liepen. In de jaren negentig kon je nog lekker tegendraads zijn. Ik heb het gevoel dat dat nu steeds minder is.”
“Ik denk dat Eindhoven een stad is van twee snelheden: je hebt de snelheid van de volksbuurtjes, waar iedereen wel een vriend, vriendin, buurman of familielid heeft die gay is, en die van de design- en bedrijfswereld, die vast ook gays kennen, maar gewend zijn om alles in de maatschappij te analyseren. Ik denk dat designers er wel werk over maken, maar niet kunnen vertellen wat ze er nu écht van vinden. Maar tante Sjaan uit de buurt wel hoor. Ik denk dus dat je meer tolerantie richting LHBTQIA niet van bovenaf, dus vanuit de stad, moet aanpakken, maar de inwoners van Eindhoven zelf. Politiek is het resultaat van publieke opinie. Politieke beslissingen worden gemaakt omdat mensen iets willen. Dan kan de stad meer podia bieden aan mensen die buiten de lijntjes willen kleuren.”
De bar krijgt het steeds drukker met het uitdelen van Mannenliefde, en om het nog éffe iets gayer te maken, worden er confettikanonnen in de lucht geschoten. Het startschot van de queer-bingo en de opkomst van dragqueen Nico. Gehuld in een bloemenjurk, hoge hakken en een blonde pruik gaat de imposante verschijning de queer-bingo van vanavond presenteren.
“Tolerantie is niet het resultaat van verlichting, maar tolerantie is het gevolg van verveling,” zegt Brendan. Hij denkt dat Brabant meer evenementen zoals DayDayGay nodig heeft. “Je moet mensen er zo vaak mee confronteren dat mensen op een gegeven moment zeggen: ja, nu weet ik wel dat je gay bent, kunnen we ergens anders over praten? De rauwe randjes moeten behapbaar worden. Daar bedoel ik mee dat het zichtbaar en toegankelijk moet worden. We moeten het laten zien, maar dat betekent niet dat ik vind dat iedereen opeens massaal aan de poppers gaat, gaat kontneuken of gaat experimenteren met BDSM.”
Ik vraag hem of het leven niet saai wordt, als alles in de gayscene mainstream en ‘normaal’ zou worden. “Ik denk dat als mijn homoseksualiteit compleet geaccepteerd zou worden, ik het bijna saai zou vinden. Dan kan ik niet meer choqueren en dan zou het werk van deze kunstenaars het er bijvoorbeeld eigenlijk niet meer toe doen. De wereld zit zo in elkaar dat je mensen hebt die er toe doen, en mensen die er niet toe doen. We willen allemaal gezien worden, erkend worden en horen: je doet er toe in deze maatschappij. Maar er zit ook heel veel kennis, waarde en kracht in het feit dat je er niet bij hoort en dat je er niet toe doet. Ik wil natuurlijk wel dat het ooit verandert, en dat we nergens meer vermoord worden. Maar ik wil ook, nu het nog kan, dat we beseffen dat het ook waardevol is om ergens niet bij te horen. Het zou saai zijn als we allemaal mainstream worden.”
Brendan lacht hard mee met de grappen van Nico van de Bingo, die gehuld in zijn bloemenjurk de veel te kleine bingoballetjes probeert voor te lezen in het Engels (“Number FirsyEet”). Trots loopt hij de zaal door, kletsend met elke bezoeker die speciaal voor zijn evenement naar het Glaspaviljoen is gekomen. “Toch bijzonder dat een bingo zo betekenisvol kan zijn, hè?”, zegt hij tegen me. Als ik hem vraag wat het voor hem betekent, zegt hij: “Heel veel. Het laat zien dat Eindhoven echt zo slecht nog niet is.”